Zelden wist een debuut van een ons volslagen onbekende groep ons zo
te betoveren als het sfeervolle meesterwerkje van de Great Lake
Swimmers vorig jaar. Hun titelloze debuut vol droefenis en serene
schoonheid balanceerde op het randje van tijdloze folk en
alternatieve country. Misschien is het wat overdreven om de Great
Lake Swimmers als een groep te bestempelen, want het draait vooral
om de 27-jarige Canadees Tony Dekker. Hij was het die zich voor de
opnames als een kluizenaar in een verlaten graansilo opsloot – de
natuurlijke galm en het rustgevende geluid van harmonieus tjirpende
krekels kan je op de achtergrond horen – om zich slechts sporadisch
door een wisselende bezetting van bevriende muzikanten te laten
bijstaan.
Voor opvolger ‘Bodies en Minds’ gingen Dekker en co opnieuw op zoek
naar een unieke locatie. Ze namen dit keer intrek in een kerkje
ergens op het platteland van de Canadese staat Ontario. En opnieuw
weten ze met minimale middelen een uiterst beklemmende en desolate
sfeer te creëren, inclusief de krekels op de achtergrond. Dat
resulteert in een verzameling aandoenlijke songs over twijfel,
eenzaamheid en teleurstelling, met de hoge breekbare stem van
Dekker als middelpunt. Een akoestische gitaar, een krakende
accordeon of een nostalgische Wurlitzer piano zorgen op de meeste
songs voor de schaarse accenten. Nummers als ‘Song for the Angels’
en ‘I Saw You in the Wild’ ademen het melancholische geluid van de
debuutplaat. Maar een aantal nummers zijn een tikkeltje meer
up-tempo en worden wat minder spaarzaam begeleid. Zo horen we hier
en daar de occasionele banjo, wat lichte percussie en zelfs een
zachtjes beroerde lap steel. Het geeft een extra dimensie aan songs
als ‘When it Flows’ en ‘Imaginary Bars’. Voor ‘Falling into the
Sky’ laat Tony Dekker zelfs een heus koor opdraven, maar vreemd
genoeg blijft de ingetogen sfeer van het nummer onaangeroerd.
De onderwerpen die Dekker aansnijdt, zijn allemaal op de één of
andere manier verbonden met de dualiteit tussen lichaam en geest
(de titel, iemand?). Zo gaat ‘Let’s Trade Skins’ over een soort
Kafkaiaanse lichaamsverwisseling. Bovendien zijn ze ook zelden
opbeurend. Schoolvoorbeeld is het aangrijpende ‘Various Stages’,
een nummer waarin Dekker de geestesziekte “manisch depressiviteit”
op sublieme wijze weet te vatten in poëtische beelden: “I have
seen you in various stages of undress / I have seen you through
various states of madness / I have seen your refractions / And I
did not recognize you / I have seen you through various states of
madness“.
U leest het, ‘Bodies and Minds’ is geen gemakkelijke of vrolijke
plaat, maar bezit, net zoals zijn voorganger, wél een innerlijke
pracht die recht naar de ziel gaat. Het gering aantal verschillen
met het titelloze debuut van Great Lake Swimmers laat zich als
volgt samenvatten: minder minimalisme en iets meer country. Het
maakt deze ‘Bodies and Minds’ meteen ook een stuk toegankelijker
dan zijn voorganger. Misschien dat we net daarom nog steeds de
voorkeur geven aan die laatste. Dekker en co bevestigen op ‘Bodies
en Minds’ in elk geval hun talent en zijn daarmee verplichte kost
voor liefhebbers van de klasse van Will Oldham, de rustige nummers
van My Morning Jacket of het vroege werk van Timesbold. Mis deze
Canadezen niet op ‘Les Nuits Botanique’!