Band zoekt (goede) songs.
Siskiyou ontstond tien jaar geleden toen twee leden van de Canadese folkgroep Great Lake Swimmers tot de conclusie kwamen dat ze elders heen moesten als ze hun creatieve ei kwijt wilden. Drummer Colin Huebert en gitarist/banjospeler Erik Arnesen richtten hun eigen, naar een Californische bergketen genoemde, band op. Ondertussen is Erik Arnesen teruggekeerd naar de thuisstal en is Siskiyou de facto een soloproject van Huebert geworden. Huebert heeft Not Somewhere, het vierde album ondertussen, dan ook grotendeels helemaal zelf neergepend, opgenomen en ingespeeld, met slechts hier en daar wat hulp van andere muzikanten.
Na het succes van hun vorige album Nervous, dat terechtkwam op de longlist van de prestigieuze Canadese Polaris Prize, is dit album in zekere zin een terugkeer naar het oorspronkelijke geluid van de band. Op Not Somewhere grossiert Huebert dan ook in intimistische slaapkamerfolk. De gitaar tokkelt rustig, de sfeer is gezapig en rustgevend. Het album opent best goed met “Stop Trying” of het wat dreigende, repetitieve “What Ifs”, maar daarna blijkt het vet jammer genoeg al snel van de soep te zijn.
Wat volgt, zijn een reeks nummers die op zich misschien niet slecht zijn, maar zeker ook niet goed. Alsof Huebert wat ideeën had, en daar bleef op kauwen zonder er echte nummers van te maken. Het gevolg is dan ook dat Not Somewhere al te vaak doelloos ronddobbert. De fluisterzang van “Temporary Weakness” maakt het nummer misschien wel geschikt als slaapliedje, maar het valt te betwijfelen of dat echt de bedoeling was. Of wat te denken van de spoken word op het overbodige “Nothing Disease” of het doffe “Her Aim Is Tall”? Tel daarbij nog de overbodige moeilijkdoenerij die de nummers weinig goed doen. Dissonante geluiden of irritante foliekes worden in de nummers gestopt zonder dat ze iets toevoegen. Waarom sommige songtitels drie schuine streepjes nodig hebben (“Dying Dying Dying /// Wake Wake Wake”, iemand?) is een raadsel waarop het antwoord ons eigenlijk niet interesseert.
Niet dat het allemaal kommer en kwel is. “Unreal Erections /// Severed Heads” — daar zijn de schuine streepjes weer — begint rustig, maar schakelt daarna een versnelling hoger en blijkt gewoon een goeie folksong te zijn. Waar saxmagiër Colin Stetson op hun vorige album te gast was, doen ze hier een beroep op de Canadese saxofonist Joseph Shabason (The War On Drugs, Destroyer) die een sfeervolle saxofoonpartij aan het einde van het nummer toevoegt. Overigens krijgt Shabason samen met trompettist Tom Moffett vrij spel in een korte herneming van het slotstuk van dat nummer om het album af te sluiten. Het resultaat is een meer dan aardig stukje wringende jazz. Alleen past het bij de rest van het album zoals een tang op een varken.
Met Not Somewhere levert Colin Huebert een overbodig album af. Hoewel hij er lang aan gewerkt heeft — het merendeel van de nummers dateert al uit 2015 — komt het eindresultaat te weinig spontaan over en blijken de ideeën ook te zelden goed uitgewerkt te zijn. Een gemiste kans.