Kende men in de Romeinse tijd ook al zoiets als een pandemie? Voortgaand op een aantal bronnen wel. Nu Limburg stilaan ontwaakt uit de coronalockdown, heropende onlangs ook het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Hiervoor stelde men een expo terug open die er al liep sinds oktober 2019. Dacia Felix zoekt naar de Romeinse roots van wat we tegenwoordig Roemenië plegen te noemen.
Lang niet iedereen in Limburg weet het, maar we hebben iets waar we echt wel heel trots op mogen zijn. We herbergen in onze provincie de oudste stad van ons land: Tongeren. In 10 v.Chr. werd Atuatuca Tungrorum als nederzetting gesticht door de Romeinen. Om het hieraan verbonden erfgoed op de juiste waarde te schatten, ontstond het Gallo-Romeins Museum in de moderne opvolger van de nederzetting, de stad Tongeren. Het Museum heeft een permanente tentoonstelling over de Romeinse periode en daarnaast een expo met een steeds wisselend onderwerp. Thans loopt er dus een tentoonstelling over Dacia. Alle nodige voorzorgsmaatregelen voorzien in het protocol waarmee de museumsector terug mocht heropenen, werden ook voorzien in het Museum.
Dacia komt dus grofweg overeen met het land dat we tegenwoordige Roemenië heten. Alhoewel, één van de eerste zaken waar de expo bijzonder goed in is komt al meteen naar voren: het correct afbakenen van het onderwerp. In een audiovisueel knap ondersteunde inleiding, wordt meteen duidelijk gemaakt dat de streken van het huidige Roemenië in de grote tijdspanne van pakweg twee eeuwen voor Christus tot het laatste kwartaal van de derde eeuw na Christus door zes verschillende volkeren bewoond werd: de Daciërs, de Geten, de Grieken, de Scythen, de Kelten en uiteraard de Romeinen.
Ieder van deze zes volkeren wordt uitgebreid toegelicht en beschreven en dit telkens volgens hetzelfde stramien. Vertrekkend van een tijdlijn waarin de betreffende groep gesitueerd wordt qua periode ten opzichte van de vijf anderen, gaat men over naar een landkaart van Europa met locatie van het woongebied. Daarna behandelt men de levenswijze (waren het voornamelijk landbouwers, of veetelers of misschien nomaden), de manier van handeldrijven, de bewerking van metalen tot kunstvoorwerpen en de aandacht voor religie en verering. Afgesloten wordt ieder behandeld volk door een sfeervolle projectie van het leefgebied op een groot scherm, met aangepaste muziektonen.
De expo weer heel goed te segmenteren qua doelpubliek. Zo kunnen de jongste kinderen uit een familie bijvoorbeeld perfect een nevenparcours volgen, waarbij ze aangespoord worden om via spelmodules zaken over ieder van de zes volkeren te weten te komen.
Uiteraard komen de Romeinen als eerste volk aan de beurt. Het was Trajanus (keizer van 98 n.Chr. tot 117 n.Chr.) die in 106 na Christus de Daciërs definitief onderwierp volgend op twee eerdere vruchteloze pogingen. Reden voor hem om in Rome een grote Trajanuszuil neer te zetten waarop de Dacische veroveringen uitgebeeld werden. Het noordelijke deel van het huidige Roemenië werd als Dacia bij het Romeinse Rijk gevoegd, een Rijk dat hiermee ten tijde van Trajanus zijn grootste uitbreiding kende. Het zuidelijke deel van het huidige Roemenië was als Moesa Inferior al langer ingelijfd door de Romeinen. Dacia was duidelijk een aanwinst voor het Rijk en de Romeinen leefden er dan ook naar eigen zeggen gelukkig (vandaar Dacia Felix).
Wie waren dan de Daciërs? Zij waren in deze streken komen wonen vanaf 150 v.Chr., en ze waren de opvolgers van de Geten aldaar. In de periode tot de verovering in 106 n.Chr. waren er twee belangrijke koninkrijken gesticht geworden door hun koningen Burevista en Decebalus. Ze kenden een mooie kunstproduktie die ze echter vooral van andere volken via handel verwierven, maar ze waren toch vooral de beheerders van magnifieke landbouwgebieden.
De Geten hadden voor hen, in de jaren 500 tot 250 v.Chr. deze streken bewoond. Met hen ontstond er voor het eerst een hiërarchie in de samenleving, hetgeen duidelijk aangetoond wordt in de expo door de prachtige kunstvoorwerpen, vaak in goud, evenals in de uitrusting die ze tevoorschijn toverden voor hun paarden.
De kusten van de Zwarte Zee waren zelfs voor de tijden van de Geten al gekoloniseerd geworden door de Grieken, die vanaf 650 v.Chr. tot ongeveer 46 n.Chr. handelsnederzettingen beheerden vanwaaruit ze handel dreven en voorwerpen uitwisselden met Geten en Daciërs. De Griekse invloed is onmiskenbaar te herkennen in de prachtige stèles die de expo toont, maar ook in de memoriaalplaten die ze op diverse plaatse achterlieten.
Eigenlijk waren de Geten en de Daciërs voor de tijd van de Romeinen al niet veilig in hun streken, ze werden namelijk geregeld het slachtoffer van expedities door de Scythen, een ruitervolk dat tussen 550 en 250 v.Chr. aan de noordgrens van hun rijken rondtrok als een typisch nomadisch ruitervolk. Geen verbazing dus als blijkt dat zowat al hun kunstvoorwerpen betrekking hebben op dieren en vooral paarden. Er staan ondermeer enkele tot de verbeelding sprekende gouden voorwerpen in de expo.
De Kelten waren als grootste Europese volk in de jaren 320 tot 175 v.Chr. ook actief in de streken waarin al deze volkeren vertoefden. Hun typische kunst kan zo uit een verzameling aangeduid worden. De grootste verrassing is echter een prachtige helm met een grote arendsvogel op de top: het enige exemplaar dat van dit type bestaat, bevindt zich in deze expo.
Dacia Felix maakt als expo deel uit van Europalia Roemenië. Net zoals Atuatuca Tungrorum destijds, maakte ook het huidige Roemenië kennis met de Romeinse beschaving, haar weldaden, haar rechtssysteem dat nog altijd doorwerkt, maar ook haar architectuur en kunstbeleving. De bezoeker krijgt doorheen de expo een genuanceerde kijk op de veranderingen die ingezet werden toen Dacia in het Romeinse Rijk kwam. De expo is multidimensionaal en gesegmenteerd opgevat, zoals men verwacht van expo’s, ook in coronatijden.
Dacia Felix loopt nog tot 2 augustus 2020 in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.