Onlangs brachten ze een tweede prachtige plaat uit met Getatchew Mekuria en vierden ze uitgebreid 33 1/3 jaar in de muziek, en nu zijn die gekken van The Ex alweer daar; deze keer met de langverwachte samenwerking met blazerssectie Brass Unbound. Wie deze combinatie de voorbije jaren al live aan het werk zag, weet wat te verwachten: urgentie en dansbaarheid. In aanstekelijke, gulle dosis.
Wie The Ex in de loop der jaren een beetje gevolgd heeft, die weet natuurlijk dat zo’n studiosamenwerking met vier blazers helemaal in de lijn der verwachtingen ligt. De meest avontuurlijke Nederlandse band vertoonde al snel affiniteit met de wereld van de avant-garde en de improvisatie, maakte een paar klassieke albums met de New Yorkse cellist Tom Cora, ging in de weer met de Nederlandse garde (wat o.m. leidde tot het prachtige kleinood Een Rondje Holland) en later ook steeds meer met die van het buitenland. Intussen waren de gitaristen in de weer met eigen projecten en labels (resp. Terp en Unsounds), met releases tussen traditionele Ethiopische muziek, lawaaierige improvisaties en eclectische genrevermengingen. The Ex, dat is nog altijd: voorwaarts in zoveel mogelijk richtingen tegelijk.
Enormous Door, in juni van vorig jaar opgenomen in Italië en vorige maand nog maar afgewerkt, brengt het Nederlandse kwartet samen met vier vaste gasten: rietblazers Mats Gustafsson en Ken Vandermark, trombonist Wolter Wierbos en trompettist Roy Paci. Tijdens de concerten waren Ab Baars, Peter Evans en Xavier Charles ook soms van de partij, maar ze zijn niet op het album te horen. De goede verstaander weet echter al genoeg: dit is The Ex in schwung-modus, met nog altijd die hypnotiserende ritmes van Kat Bornefeld en de extatische gitaarherrie van Hessels, Moor en de Boer, maar dan aangevuld met dat pompende en scheurende koper, en daardoor nog wat swingender en (doorgaans) lichtvoetiger.
Met de eerste twee songs wordt de lat meteen hoog gelegd: “Last Famous Words” wordt op gang gebracht door de Boers aanstekelijke, Afrikaans-getinte gitaarspel, maar al snel schuiven de snaren van Hessels en Moor eronder, ertussen en erdoor, werkend aan die instant herkenbare sound, die hoekige dansbaarheid en tegen elkaar schurkende stijlen. De blazers worden niet meteen uitgespeeld en zijn vaak ook gedoseerd aanwezig, en vinden zo gaandeweg hun ingang, pakken hier en daar uit met compacte secties en krijgen de volop de kans om eens loos te gaan, een tempoversnelling extra in de verf te zetten of expressief te schetteren, zoals Wierbos in de opener.
Met vervolgstuk “Every Sixth Is Cracked” wordt al gepiekt. Een lager tempo en een dominante melancholie doordringen een verhaal vol verdriet en gelatenheid. Het laat ook de combinatie van de twee kwartetten op zijn best horen, met blazers die subtiel hun intrede maken, aanvankelijk wat ongemakkelijk schuifelend naast de dissonantie van de gitaren, en gaandeweg nadrukkelijker, met de zachte lyriek van Vandermarks klarinet, de voelbare dreiging van Wierbos’ trombone en uiteindelijk, het moest er eens van komen, de ontzette kreten van Gustafssons baritonsax. Het grijpt bij de keel met een emotionaliteit die in het oeuvre van zelfs deze band eerder zeldzaam is. Nu al een bandklassieker.
Dat niveau bereikt de band daarna niet meer, maar de combinatie van nieuw materiaal en ouder werk in een nieuw jasje werkt wel goed. Bij het oudere spul: een bewerking van “Our Leaky Homes”, oorspronkelijk het B-kantje van de vinylsingle “Maybe I Was The Pilot” (de eerste release met Arnold de Boer), en een song die z’n titel haalde bij het boek Heat (How To Stop The Planet From Burning), slechts een van de vele indicatoren van blijvende maatschappelijke bekommernis. Het stuk barst uit z’n voegen van al dat vitalisme en moet qua aanstekelijkheid enkel nog “Theme From Konono No. 2” laten voorgaan. Was de vorige versie (van Turn) al een hoogtepunt van het voorbije decennium, dat zet deze versie, live ook een vaste waarde, de trance nog sterker in de verf. Altijd goed voor een hypnotiserend dansfestijn.
“Bicycle Illusion” verscheen eerder op het vorige album Catch My Shoe (in kwartetversie), en is de ideale aanloop voor het met rammelende baritongitaar op gang gebrachte “We Are Made Of Places”. De raps van de Boer en de combinatie van stampende ritmes en blazersprikken zijn geinig, maar werken live vermoedelijk beter dan op plaat, want in deze context verbleekt het tussen het andere geweld. Resten er nog “Belomi Benna” en “Red Cow”: het eerste een door Bornefeld gezongen stuk dat opzwepende Ethiopische ritmes en gejaagde punkgebeuk combineert tot een energiestoot die op een podium tot brokken gaat leiden, het tweede een vanzelfsprekend samengaan van dansend blaaswerk en noisy gitaren, maar eigenlijk een veredelde jam.
Een loepzuivere bandklassieker is Enormous Door niet geworden, daarvoor is het materiaal niet consistent genoeg, maar de spirit, de energie en de gedrevenheid zijn intact gebleven en bovendien bevat deze muziek een rijke klankkleur en suggestieve vrijheid die je minder hoort tijdens de reguliere concerten en op de kwartetalbums. Voor wie niet weet wat live te verwachten is dit alleszins een ideale richtingaanwijzer. Maar haast u dan een beetje, want…
… The Ex & Brass Unbound komt dit nieuwe album op 15 mei voorstellen in de Vooruit (Gent). Mats Gustafsson wordt dan vervangen door Ab Baars. Op zoek naar hét feestje van het voorjaar? U hebt het gevonden.