Postrock wordt vandaag vaak gereduceerd tot het gekende crescendotruukje, maar in feite is dat slechts de recentste incarnatie van het genre. In de jaren negentig werd binnen postrock duchtig geëxperimenteerd met allerlei kruisbestuivingen, waaronder zelfs klassieke kamermuziek. Rachel’s was daarbij een belangrijke groep die een aantal eclectische platen afleverden ergens tussen klassiek, postrock, ambient en experiment in.
De groep staat echter al jaren op nonactief, een situatie waar wellicht geen verandering in zal komen na de recente dood van spilfiguur Jason Noble. Een ander hoofdpersonage uit de groep, Rachel Grimes, timmert gelukkig sinds enkele jaren ook aan een solocarrière. Deed ze dat met haar solodebuut Book Of Leaves nog eenzaam en spaarzaam met enkel haar piano, dan presenteert ze met The Clearing een opvolger die dat klanklandschap openbreekt en zelfs geregeld naar het beste werk van Rachel’s neigt.
Ook hier immers dat opmerkelijke eclecticisme van de groep, al is het in vergelijking allemaal wat klassieker. Grimes componeerde deze plaat volledig zelf en de inbreng van niet minder dan vijftien gastmuzikanten (waaronder Loscil en Helen Money) situeert zich veeleer in de arrangementen, terwijl de piano doorgaans een dominante plaats inneemt. Die arrangementen zijn anderzijds wel een van de hoofdredenen die deze plaat boven de neoklassieke middenmoot doen uitstijgen: Grimes laat de ruimte aan de muzikanten om niet enkel wat mee te dreunen maar om erg specifieke inkleuringen te doen.
De titeltrack varieert bijvoorbeeld rond een aanhoudende pianopuls waar semidissonante akkoorden doorheen geweven worden en waarbij strijkers zoeken naar het spanningsveld van die twee elementen. De song schommelt ook kundig tussen een aantal gevoelswerelden, van donker naar licht en van melancholie naar bescheiden vreugde. Een absoluut hoogtepunt is ongetwijfeld “The Herald”, waarin een mysterieus pianothema en een subtiele bas het klanklandschap schetst terwijl galmende saxofoonlijnen de reizigers door dat landschap textuur en persoonlijkheid geven.
The Clearing durft dus enkele opmerkelijke keuzes te maken, maar doorgaans blijft de muziek goed in het gehoor liggen, met een duidelijke neiging naar filmmuziek en het minimalisme van Michael Nyman. Hier en daar durven al eens vreemdere toonaarden opduiken, zoals in het wat bizar maar wel intrigerend bonkende “Transverse Plane Vertical”. Maar over het algemeen domineren hier de mineurtoonaarden en de minimalistisch dreunende strijkers, die ook elders in neoklassieke muziek te horen zijn. Het fijne daarbij is dat Grimes door enkele muzikale accenten ook voldoening kan geven aan die muziekliefhebbers voor wie het wat meer mag zijn dan die neoklassieke basisklank.
Op die manier knoopt The Clearing dus best mooi aan bij het oeuvre van Rachel’s. Met een gevarieerde klankvorming, balancerend tussen ambienttapijten aangeleverd door Loscil tot opzwepende kamermuziek, weet Grimes haar compositorisch bereik te vergroten en simpelweg meer te boeien dan met haar solodebuutplaat.