Vijf jaar en een breuk met zijn platenfirma kostte het Pieter-Jan De Smet om er terug te staan. Teruggekomen als groep is hij vastbesloten te blijven. Als het moet als kleine ondernemer met zijn eigen Beuzak-label. "Ik wil veel optreden, elke avond als het kan."
Als vanouds zit Pieter-Jan De Smet snel op zijn praatstoel. Het systeem van de platenfirma’s maakt hem nog steeds kregelig en hij schuwt de grote woorden niet. "Platenfirma’s zijn bloedzuigers," zei hij ooit en daar neemt hij geen woord van terug, dus: "Shut up, Marcel Heymans." Aanleiding voor het gesprek was echter zijn samenwerking met de Gentse raïzanger Djamel op het LynX-festival. We lazen dat het niet gemakkelijk was om tot een gemeenschappelijke invalshoek te komen en dat het uiteindelijk mondharmonicaspeler Steven De Bruyne (ex-El Fish, mvs) was die de vonk in de lucht kreeg.
De Smet heeft het ook gelezen, maar weet absoluut niet waar het vandaan komt. "Het idee om samen met Djamel iets te doen is er pas begin februari gekomen. We kenden elkaar voordien niet. Vandaag is de vierde keer dat we elkaar zagen: de eerste keer was om af te spreken, dan twee repetities en nu het optreden. Hoe dat verhaal er is gekomen, is mij dus een raadsel."
"De organisatoren hadden mij al in september gecontacteerd. Ze vroegen mij of ik een idee had om met iemand samen te werken. Ik had er wel een aantal, maar die zijn niet doorgegaan omdat ik het ondertussen razend druk had met mijn nieuwe plaat en het idee verdween wat uit mijn hoofd. Eind januari belden ze mij terug met de vraag hoe het vlotte. Ik was dat natuurlijk rats vergeten. Toen stelden ze Djamel voor. ‘Laat ons maar proberen,’ dacht ik. Liever in het diepe springen en zwemmen dan thuis te verdrogen."
"Hoe Steven er dan bij betrokken raakte? Het oorspronkelijke idee was om er een percussionist bij te halen. Djamel heeft een erg goede percussionist en die zou als een soort link werken door zowel op de nummers van Djamel als op die van mij te spelen. Het gesprek ging verder en Stevens naam viel. Dat was een goed idee want Steven is iemand die open staat voor eender welk avontuur. Aangezien ik hem goed ken, was een telefoontje rap gebeurd. Vier dagen later zaten we in het repetiehok."
"Natuurlijk kun je op twee repetities geen wonderen verrichten, maar ik vond onze set toch vrij goed werken. We openden met een statement: aangezien we beiden Gentenaren zijn, begonnen we met "Ik zou zo gère willen leven", een liedje van Walter Debuck. Djamel heeft dat voor een stuk in het Arabisch vertaald. Waardoor je meteen die link krijgt, op het moment dat hij het van mijn Gents overneemt. Dat was een van de eerste ideeën; van daar uit zijn we gestart."
"Die intieme sfeer op het podium was ook de bedoeling: allemaal bij elkaar op een stoeltje in een halve cirkel. Het moest vooral onpretentieus overkomen. We hadden niet de bedoeling even te tonen hoe de multiculturele samenwerking er moet uit zien. Laat ons gewoon samen muziek maken, meer niet."
"Wat mijn wilde plannen vooraf dan waren? Op één idee was ik heel erg gebrand omdat ik mij nogal zwaar spiegelde aan wat An Pierlé vorig jaar met John Cale heeft gedaan. Vroeger had ik een nogal goeie band met Mariah McKee. Ik heb haar ooit leren kennen en we zijn blijven corresponderen, ik zocht haar op als ze in België was, deed voorprogramma’s van haar… De laatste keer dat ik haar zag, was op Dranouter vijf jaar geleden. Een heel toffe avond, maar sindsdien heb ik niets meer van haar gehoord. Ik heb haar nog mijn platen opgestuurd, maar geen reactie gekregen. Geen idee wat er ondertussen met haar gebeurd is."
"Ik heb een groep rond mij gevormd omdat ik het beu was met machines en enkel Geoffrey (Burton, ook gitarist bij Arno, mvs) te spelen. Nu, voor mijn part blijf ik voor de rest van mijn leven met Geoffrey spelen, maar een ritmesectie blijft iets fantastisch. Ik ga niet zeggen dat het equivalent is aan goeie seks, maar een geoliede ritmesectie achter je is als een comfortabele leren sofa. Je kunt een dynamiek en een muzikaliteit creëren die je niet met machines kunt bereiken."
"Die groep hoor je nog niet op de plaat — er zijn maar een paar nummers met hen opgenomen —, maar ze bestaat effectief al op het podium. Het klikt erg met z’n vieren. De bedoeling is om vrij snel een nieuwe plaat te maken en die met de groep heel snel op zijn punks op te nemen. We willen het vrij ruw houden."
"De goeie ontvangst van Light Sleeper weerspiegelt zich niet echt in de verkoop. Sinds kort heb ik opnieuw een officiële verdeler: Sony distribueert via een omwegje langs Peat-music van Kristof Turcsin (stichter van het nu aan Sony verkochte Double T-label, mvs). Die heeft Monza onlangs ook uitgebracht en was gecharmeerd door mijn uitspraken over de business. Hij heeft me een heel goed distributievoorstel gedaan: het loopt via Sony, maar ik hoef niet met hen te communiceren."
"Ik sta nog altijd achter die uitspraak dat platenfirma’s bloedzuigers zijn. Niet de mensen die er werken, wel het systeem. Sinds mijn laatste interviews wordt daar nu op gereageerd, dat zij wel degelijk mensen zijn met een hart voor muziek. Ik heb ook nooit het tegendeel beweerd, maar als zij zich herkennen in dat verhaal, dan zegt dat wel iets. Het probleem is dat het systeem van de muziekindustrie fout is. Ik ben het er helemaal niet mee eens. Er moet terug een dynamiek in ontstaan en er moet discussie komen."
"Natuurlijk heb ik overwogen via het internet te werken. Ik weet uit eigen ervaring hoe moeilijk dat is: je gaat er van uit dat die mensen met enkele klikken op je site zitten en hun Visakaart boven halen. Maar zo simpel is het niet, zeker niet als je die cd’s ook nog eens zelf moet gaan opsturen. Nu staat er op mijn site toch een link naar een pagina waar je dat wel kunt doen: enkele mensen bij Sony hebben blijkbaar een stock gekocht en bieden de cd nu online aan."
"Ook over werken met mp3’s heb ik nagedacht en dat zit nog steeds in mijn hoofd. Maar op de een of ander manier moet je er ook nog altijd van kunnen leven. Muziek is in eerste instantie gemaakt om naar te luisteren. Als je er echter ernstig mee bezig wilt zijn, moet je er ook je broodwinning van kunnen maken en alleen met concerten of platen lukt dat niet. Je moet de combinatie van beiden hebben. Dus op de een of andere manier moet ik — stevig tegen mijn natuur in — de kleine ondernemer spelen."
"Voor die mp3-toestanden heb ik heel veel sympathie, maar tergelijkertijd heb ik er ook mijn bezwaren tegen: ik houd nog altijd erg aan de rechten op mijn muziek en teksten. Wat Marcel Heymans van IFPI (de verenigde platenfirma’s, mvs) beweert, vind ik volstrekte bullshit. Typische overtrokken industriezeik is dat, dat ze door de mp3’s verliezen zouden leiden. Het is pure hypocrisie want hun eigen firma’s maken de materialen om te kopiëren. Dus shut the fuck up, Marcel Heymans. Ik heb er echt geen boodschap aan."
"Het enige waar hij wel gelijk in heeft — maar vreemd genoeg praat hij daar niet over want hij spreekt enkel in naam van de industrie —, is dat je als auteur-componist nog steeds het recht hebt betaald te worden. Dat is een verworven recht en ik vind dat je mensen ook moet aansporen daar respect voor te hebben. Ik heb zelf ook genapsterd dat het niet meer mooi was, maar niet de laatste nieuwe platen, wel alle oude rommel die je nergens meer vind, optredens, bootlegs…"
"Ik heb daar hoegenaamd geen probleem mee. Stel je voor dat er een aantal freaks is dat mijn muziek leuk vindt en een opname maakt van een optreden. ‘Geef mij ook maar een kopie,’ zeg ik dan. Da’s tof. Waar ik wel een probleem mee zou hebben is als ze het op grote schaal zouden gaan verspreiden en er grof geld mee zouden verdienen. Dat vind ik niet kloppen. Maar voor eigen gebruik? Be my guest!"
"Het is een moeilijke discussie waar het laatste woord zeker niet over gezegd is. De platenfirma’s hebben tien jaar gelden de bal heel erg mis geslagen. Het is een virus dat je niet meer weg krijgt: sluit Napster af en je krijgt Kazaa, sluit Kazaa af en er komt weer iets nieuws. Daar heeft de industrie zelf schuld aan. In plaats van toen op die trein te springen, verwachtten ze dat het wel over ging waaien."
Hadden ze die trein wel kunnen nemen? "Toch wel. Ze hebben nu hun betalende alternatieven waar geen kat op inschrijft omdat die andere al bestaan. Ze hadden ook te werk kunnen gaan als die grote softwarefirma’s: huur de grootste hackers in, betaal die erg goed en laat ze voor jou werken. Het is een rottige filosofie, maar het is één manier waarop ze het hadden kunnen aanpakken. En laat die prijs van de cd zakken, verdorie! Dat is ontzettend moeilijk, dat zie ik ook wel: ik bied mijn cd aan een tamelijk democratische prijs aan en toch zie ik die in de winkels liggen aan enorm hoge prijzen."
Misschien moet hij net als De Heideroosjes op zijn cd’s een waarschuwing aan de fans zetten dat ze niet meer mogen betalen dan 12,5 euro? "Dat zou ik effectief moeten doen. Ik wist niet dat dat gebeurde, maar het is een verdomd goed idee."
Wat brengt de toekomst? Festivals? "Met veel plezier. Als de organisatoren nu nog wat mee zouden willen… Op dit moment heb ik er nog geen zicht op, maar graag: voor mijn part speel ik elke avond. Al hangt veel ook af van de beschikbaarheid van mijn groep. Die zijn immers ook druk bezig met andere projecten. Twee van mijn muzikanten spelen bij Arno en die heeft het zich net verwaardigd ook opnieuw een plaat te maken."
"Die drukke agenda’s maken het soms wel moeilijk, maar we zijn vier heren onder elkaar dus het loopt wel los. En die andere projecten zijn goed: je moet immers niet alleen kunnen leven van je muziek, je moet jezelf er ook mee voeden. Je moet zoveel mogelijke invloeden opnemen."