Als kind droomden we weg bij de tekenfilmreeks Masters Of The Universe, in onze kinderwereld beter gekend als He-Man. De verhaaltjes draaiden uiteraard rond goed en kwaad, waarbij de machtige He-Man het opnam tegen het kwade genie annex tovenaar Skeletor. In de wereld van He-man gingen middeleeuwse wapens en magie hand in hand met ultramoderne technologie.
In onze onschuld stelden we ons weinig vragen bij het absurde gegeven dat knotsen en hellebaarden evenzeer in trek waren als laserwapens of dat middeleeuwse burchten volgestouwd stonden met razendsnelle, monsterachtig grote computers. Voor onze speelse geest was dit even logisch als dat twee plus twee vier is of dat elektronica en folk wel degelijk samen kunnen.
Mystic Chords Of Memory is het project van Christopher Gunst (o.a. The Beachwood Sparks) en zijn partner Jen Cohen (The Aisler’s Set). Na hun debuut The Mystic Chords Of Memory uit 2004 slaan ze nu de handen in elkaar met DJ Nobody. De folk van het eerste album krijgt op deze manier een flinke dosis elektronica geïnjecteerd, waardoor vergelijkingen met indietronics Hood voor de hand komen te liggen.
"The Seed" heeft een rituele inslag dankzij de tribale percussie die de song naar hogere sferen tilt, waarna in "Decisions, Decisons" een gemoedelijke jazzy sfeer opgeroepen wordt middels het fluitspel van Derf Reklaw, die ook in "Feet Upon the Sand" zijn kunsten vertoont. Deze maal is het echter een akoestische gitaar die de richting van de song bepaalt, een vrolijk niemendalletje ontpopt zich tot swingende sixtiesrock, terwijl we lustig de LSD-dampen inademen.
Door aciddromen geplaagd horen we in "Coyote’s Song (When You Hear It Too)" plots een coyote het woord tot ons richten: op aanraden van het dier geven we ons paard de sporen, op zoek naar onze zielsverwant. De zoektocht brengt oude herinneringen aan verloren gewaande geliefden naar boven, we vechten tegen onze tranen, terwijl een mondharmonica "Memory" begeleidt. Maar "Broaden A New Sound" schenkt ons met haar vrolijke klanken gelukkig troost: "Bring up all the things that were bringing me down and let go, so let go."
Met "Walk In After Light" maakt een niet te definiëren gevoel zich van ons meester: opgejaagde drums en drukke gitaren meten zich met elkaar, maar kunnen het gevoel van weemoed dat de song in zich herbergt niet verbannen. Het complexloze "When The End Meets The Beginning" laat het niet aan zijn hart komen en slentert ons dan ook vrolijk voorbij. Onder zweverige synths en vrolijke gitaren klopt een zuiver hart van pop.
Ook "Softer Sail" verbergt zijn optimistische natuur, deze maal achter een licht psychedelische waas, waarbij een glansrol weggelegd is voor Christopher Berens’ vibrafoon. De droomsfeer in "Floating" sluit het zwevende album treffend af. Een overdosis aan keyboardklanken zendt ons zachtjes naar dromenland met een gelukzalige glimlach op het gelaat.
Na het tegenvallende Mystic Chords Of memory lijken Cohen en Gunst dankzij de inbreng van Nobody eindelijk hun stem gevonden te hebben. De folktronica klinkt nergens vernieuwend of anders, maar weet een album lang te charmeren. Een grootse plaat is het niet geworden, maar Tree Colored See… luistert wel lekker weg.