Dat een overwinning in de Rockrally lang niet garant staat voor een glorieuze toekomst, daar zijn voorbeelden genoeg van. Denk maar aan de Peter Pan Band en Charlie 45 die eerloos in de plooien van de geschiedenis verdwenen. Maar ook voor wie doorvecht is het in deze tijden niet gemakkelijk. Ondanks hun gouden plak had Mintzkov Luna geen andere optie dan alles uiteindelijk in eigen beheer te doen. M For Means And L For Love werd eind 2003 het vitale bewijs dat het zo ook kan. Na een welgevulde festivalzomer snijdt het Lierse kwintet nu een theatertournee aan.
“Juist: promo! Promo! Promo!”, glimlacht zanger-gitarist Philip Bosschaerts als ik in extremis de theatertournee aansnijd. Bijna de aanleiding voor je interview vergeten aan te raken: het gaat er soms chaotisch aan toe op zo’n interview in de marge van Marktrock. In een overvol café proberen we een mislukt (die cassettebandjes vol ruis toch!) interview uit december over te doen. Bij nader inzien blijkt onze recorder het net als ons ook meer te hebben voor het geluid van een bruisend etablissement dan voor de echo van een lege kleedkamer. Ter zake: alweer een theatertournee dus.
Bosschaerts: “Dat is ons aangeboden en we vinden dat interessant om te doen: wat covers spelen, wat nieuwe nummers en ook een paar herwerkte versies van onze songs. En om het statische van zo’n zittend concert te counteren hebben we via onze website een wedstrijd georganiseerd: jonge kunstenaars mochten ons video en visuals opsturen die we konden projecteren op de achtergrond. Het is altijd fijn om jonge mensen hun ding te laten doen terwijl wij spelen.”
“Wat zo’n theatertournee interessant maakt is dat je dan vaak voor een abonnementenpubliek speelt. Mensen die niet zo gemakkelijk op een festivalterrein raken en je nog niet kennen. Op die manier boren we misschien een nieuw publiek aan, waarna die onze cd zullen kopen om vast te stellen dat we toch geen fijn kamerorkestje zijn, juist.”
“Het is een ander gegeven dan een festivalpodium of een club, zo’n zaal met fauteuils: absoluut geen rock ’n roll, wat het moeilijk maakt voor ons. Hoe moeten we daar spelen? Dat is iets nieuws. Het is zelfs een beetje bourgeois, ja. We zullen hapjes serveren. (lacht). We spelen ook in de Bourla-schouwburg in Antwerpen. Dat zal de eerste keer zijn dat mijn tachtigjarige grootmoeder zal komen kijken: super, ik kijk er naar uit.“
enola: Het heeft nog best lang geduurd vooraleer jullie plaat uit is gekomen. Maar dat was de bedoeling, geloof ik?
Bosschaerts: “Deels. Nadat we in 2000 de Rockrally wonnen, vroegen mensen onmiddellijk naar een plaat, maar dat was ons veel te snel. We waren helemaal niet tevreden over de nummers die we toen hadden en besloten onze tijd te nemen om er aan te werken en goed te leren spelen. We wilden vooral de juiste plaat maken.”
“In tussentijd stortte de muziekindustrie echter in elkaar zodat niets nieuws en jongs nog werd getekend. En zeker niets als ons dat wat buiten de lijntjes kleurt. Ik begrijp dat zelfs best en dus hebben we het maar zelf gedaan, in eigen beheer.”
“Dat is niet gemakkelijk, en we hebben er voor moeten lenen bij allerhande mensen, maar uiteindelijk valt het wel mee als je je aan je plan en je budget houdt. Bij een groot label kost een plaat opnemen stukken van mensen, wij hebben het heel beperkt gehouden. De basis van de plaat – bas, drum gitaar – hebben we op zes dagen tijd live ingespeeld in een goeie studio, waarna we bij producer Frank Duchene thuis alle keyboard, samples en stemmen hebben opgenomen.”
“Voor promotie is het budget vanzelfsprekend ook beperkt dan, en dus doen we ook dat zelf. Maar met ons management-team (Rockoco, dat onder andere ook Das ¨Pop en Laïs onder zijn hoede heeft, mvs) zijn we goed omringd en doen we alles samen. Dankzij hun goede contacten, loopt dat best los. Je hebt natuurlijk geen megabudgetten, wat je dwingt creatief te zijn en dat houdt het interessant.”
enola: Worden dromen van het buitenland in zo’n omstandigheden dan maar opgeborgen?
Bosschaerts: (beslist) “Neen, daar blijven we van dromen. En we proberen zeker verder in Nederland – waar we eigenlijk heel goed bezig zijn – maar er zijn ook plannen om de plaat in andere landen uit te brengen. Maar die zijn nog niet erg concreet. In Nederland hebben we echter een manager die onze zaakjes regelt en dat loopt heel goed. Zelfs singles die in België door de radio’s niet werden opgepikt, worden er gedraaid. Overdag klinken die Nederlandse radio’s immers wel als Radio Donna, ‘s avonds worden KinkFM en 3FM nogal Studio Brusselachtig. En dan spelen ze onze muziek wel.”
“We krijgen er ook heel postieve reacties bij optredens en op de plaat. Veel spelen in clubs en de daar uit voortvloeiende mond-aan-mondreclame werkt als methode echt wel. Net als goeie recensies in een blad als OOR. Overigens mochten we op Lowlands zelfs een tent afsluiten, terwijl Faithless ergens anders headlinede. Het publiek had dus de keuze tussen goeie en slechte smaak.” (grinnikt)
enola: In eigen land was er voor Mintzkov Luna dit jaar een Werchter noch een Pukkelpop weggelegd. Kwatongen fluisteren dan wel eens dat dit ligt aan het feit dat jullie niet door Rock Werchter/Clear Channel gemanaged worden.
Bosschaerts: “Laten we over dat verhaal maar niet beginnen: Admiraal Freebee had vorig jaar vòòr Werchter 20.000 cds verkocht. Die had er moeten staan. Net als Sioen. Maar omdat zij onafhankelijk zijn hebben ze een jaar moeten wachten. Wij denken nu gewoon ‘dit jaar niet, dan komt het volgend jaar wel’. Het heeft er nog even naar uitgezien dat we op Pukkelpop konden spelen, maar dat ging uiteindelijk niet door.”
enola: Bij de release van de plaat vertrok ook gitarist Bert Van Roy. De eerste strubbelingen in de groep?
Bosschaerts: “Het lukte niet meer om met Bert te werken. Van beiden kanten niet. En dus hebben we beslist dat hij beter kon vertrekken: als je met vier mensen er tweehonderd procent voor wil gaan en één iemand begint te twijfelen, dan moet je knopen doorhakken.”
“Dat is het rare aan in een groepje spelen: je begint met vijf joeng die in een kot kruipen, nummers maken en optreden. Vervolgens krijg je naam en faam op pakweg de Rockrally en sta je een stapje verder. En toen wilden de meesten van ons nog meer: er volledig voor gaan. En plots zegt één iemand ‘ik weet het niet, ’t is allemaal mijn ding niet meer’. Dan hou je er beter mee op. Maar we zijn nog goeie vrienden. We praten nog met elkaar op café.”
“Het is niet altijd gemakkelijk, maar gelukkig zijn we allemaal heel goeie vrienden. Ik zou het niet zien zitten om met mensen die geen vrienden zijn er zo voor te gaan want onze muziek komt er met veel bloed, zweet en tranen: we maken heel veel ambras en soms vliegen er zelfs micro’s in mijn gezicht. Maar uiteindelijk komt het altijd goed en staan we op het podium te lachen of te roepen naar elkaar. Dàt is erg fijn, maar nummers maken is echt de hel voor ons. En toch doen we het daarvoor. Wij repeteren ongeveer zes dagen per week en elke keer als we nieuwe nummers maken is het ruzie, maar toch komen we elke dag terug. Omdat we het niet kunnen missen. Noem het iets masochistisch.”
enola: Mintzkov Luna is dus echt een groep: het is niet Philip die met kant-en-klare nummers afkomt?
Bosschaerts: “Neen, en dat is mijn grote frustratie. Ik kom met een begin af en met ideeën voor de beats, de keyboards, …. Dat wordt dan uitgeprobeerd en meestal afgebroken. We zijn heel democratisch en dat is heel frustrerend. Het is hel… Je kent dat wel, dat citaat van Churchill over democratie: “"Democracy is the worst form of government, except for all those other forms that have been tried from time to time." Zo is het dus maar net.”
enola: Je hebt wel eens gezegd dat producer Frank Duchêne de pop in Mintzkov Luna heeft gebracht.
Bosschaerts: “Wij maken sowieso popnummers: of het nu aggresief of tegendraads is, er zit altijd melodie in. En Frank heeft dat er sterk doen uitkomen. Zijn verdienste is vooral dat hij de plaat die we wilden maken uit ons heeft gehaald, of tenmiste de plaat die uitdrukt wat we waren op dat moment. Als we M For Means And L For Love nu zouden opnemen zou die anders zijn. In het geheel ben ik er héél tevreden over, maar je evolueert: onze volgende cd zal anders zijn. Ik wil meer gitaren. Er kunnen altijd meer gitaren bij.”
enola: Jullie toetsenist mag zich aan zijn C4 verwachten?
Bosschaerts: “Neen, want je kunt zijn synths wel als een gitaar doen overkomen. (Lacht). Echt waar: die kan met een distortion erop zijn keyboard als een grasmachine laten klinken als hij wil. Maar we spelen live nu al twee nieuwe nummers en die zijn toch iets meer rockgericht.”
enola: De baslijnen van Lies doen vaak nogal disco-achtig aan, daarentegen.
Bosschaerts: “Dat is Lies haar aandeel ja. Ik ben niet zo disco-achtig. Lies speelt gewoon erg sexy bas, supergroovy lijnen. Ze is daar heel goed in. Eigenlijk leven onze nummers pas als Lies en ik het eens zijn. Iedereen geeft wel altijd commentaar maar als Lies het met me eens is, dan is the sky the limit.”.
enola: Everybody in Mintzkov Luna is equal, but Lies and Philip are more equal?
Bosschaerts: “Naah. Iedereen heeft zijn inbreng.”
enola: Als tekstschrijver blink je uit in intrigerende zinssneden als “Saints have no heart” of “the more is discussed, the more certain I am”.
Bosschaerts: “Teksten, dat is zoeken. Het interesseert me niet om te verklaren waarover die gaan. Zelfs al handelen ze over iets, dat boeit me niet en ik weet dat ook niet graag van andere artiesten wat ze bedoelen: het maakt iets kapot. Ik kan je dus enkel vertellen hoe ik te werk ga: boeken lezen, films kijken, … Ik ben zelf niet Engelstalig, dus ik moet er iets op vinden: ik schrijf gewoon woorden en zinnetjes op die ik tegenkom en probeer daar dan linken tussen te vinden, te spelen met metaforen.”
“Het zinnetje “The more is discussed the more certain I am” heb ik uit de biografie van Captain Beefheart: een absolute tiran als het op muziekmaken aankomt, die met kruisbogen op zijn groepsleden schoot. Op een gegeven moment vroeg men hem hoe hij wist of een nummer goed was. Dat zinnetje was zijn antwoord.”
enola: Philip Bosschaerts heeft dus geen persoonlijk verhaal dat hij per sé aan de wereld kwijt moet?
Bosschaerts: “Save the world! Neen; alles vertrekt bij de muziek, de melodieën, en dan zoek ik naar teksten die er bij passen. Niet dat ik teksten niet belangrijk vind, ik werk daar heel hard aan. Ik zoek niet gewoon wat toffe coole zinnetjes bij elkaar. Maar ik heb gewoon geen zin om er veel aan uit te leggen. Het is nogal raar om te zeggen dat ze over mij handelen, zelfs al is dat wel zo. Joni Mitchell zei het ooit mooi toen ze zei dat alles wat ze zingt over haarzelf gaat, maar dat ze wel probeert om het zo universeel mogelijk te verwoorden. Dat is ook wat ik wil.”
enola: Op de Rockrally speelden jullie “Obsession” van Army Of Lovers. Spelen jullie tegenwoordig nog zo’n van de pot gerukte covers?
Bosschaerts: “Tijdens soundchecks speel ik vaak “Careless Whispers” van George Michael. Gewoon omdat ik dat een bloedmooi nummer vind met een erg sterke tekst. En “Turn the tide” van Sylver spelen we ook af en toe: als je dat enkel op gitaar speelt, dan is dat een héél mooi nummer.”
“Dat was vooral toen we twee jaar geleden een tourtje als voorprogramma van Sophia deden. Toen kwam Robin Propper-Sheppard zeggen dat hij dat een erg mooi nummer vond. Wacht maar tot je het origineel hoort, zei ik hem. Maar dan nog: hoe fout het ook is, het heeft iets. Op Jim tv hebben ze er dj Wout van Sylver al over aangesproken – hij is ook van Lier – wat ons toch een ‘respect’ van hem opleverde.”
enola: Meestal voor een interview vraag ik vooraf in mijn omgeving eens rond wat ik de betreffende artiest moet vragen. Dat levert meestal niets op, maar deze keer bezorgde een klassiek geschoolde vriend me echter volgend pareltje: vinden jullie het eigenlijk maatschappelijk verantwoord om niet-commerciële pop – eigenlijk een contradictio in terminis – te maken?
Bosschaerts: “Absoluut. Er bestaat zoveel slechte muziek tegenwoordig. Don’t get me started on it. We verkopen geen honderdduizend cds, wij spelen uit idealisme: we kunnen enkel de muziek maken die we zelf goed vinden. En ik vind ons eigenlijk niet zo oncommercieel. Ja: soms is er al eens een gitaar overstuurd en flipt een keyboard. Maar we doen het niet om te verkopen. Al hopen we natuurlijk wel een milioen cds te verkopen. We zullen er aan werken.”
“Er zijn veel groepen als wij die het zelf moeten doen omdat het onmogelijk wordt een platencontract vast te krijgen. En daar komen erg goeie dingen uit. Er zijn nog nooit zoveel kleine Belgische releases zijn geweest als vorig jaar. En het voordeel is dat er niemand over je schouder meekijkt om te zeggen wat kan en niet kan of hoe het zou moeten. Je staat zelf voor alle beslissingen: wat is de single, hoe ver ga je in die tegendraadsheid – zelfs al vind ik ons niet tegendraads – ga zo maar door. En dat is erg leerrijk.”