Neen, deze Helios is niet de basketbalclub uit Zottegem maar een
eenmansproject van Keith Kenniff. De Amerikaan is ook bekend als
Goldmund, dat vorig jaar uitpakte met ‘Corduroy Road’ en zit op het
Type Records label, waar ook het licht fantastische Zweedse
Sickoakes huist. Na ‘Unomia’
(2004) is ‘Eingya’ de tweede langspeler voor Helios, dat de ambient
sound waar Brian Eno als een
vader boven hing, heeft gemanoeuvreerd in de richting van
postrock.
Kenniff heeft goed naar Takk
geluisterd, want de laatste van Sigur Rós is in deze plaat verweven
als riet in een rieten mandje. Alles zit prima in elkaar: de
subtiliteit van pianotoetsen of licht aangeraakte snaren, de
etherische sfeerschepping en de onvermijdelijke natuur- en
droombeelden die de welwillende luisteraar voor zijn of haar ogen
ziet opdoemen. Dit album ademt een milde tevredenheid uit.
Ataraxia, als u wil.
‘Halving the Compass’ begint met stilte en integreert het geluid
van vogels als instrument. Dit is geen boswandeling, want daarvoor
gaat het te snel. Het is veeleer een ballonvlucht boven velden en
bossen, waarbij de inzittenden met bewondering het landschap zien
voorbijglijden. In een volstrekte cirkelbeweging sluit het nummer
af met dezelfde vogels en dezelfde stilte.
Ook ‘Vargtimme’, Zweeds voor ‘wolventijd’ en het enige nummer dat
pure ambient kan genoemd worden, voelt aan als het zweven boven een
landschap. Dit keer is het echter een vale vlakte die een zekere
ingetogenheid, zelfs angst opwekt. ‘Vargtimme’ is zowel technisch
als thematisch een zonderling moment op dit schijfje.
Hoogtepunten zijn ‘Bless This Morning Year’ en ‘Coast Off’. Vooral
bij het laatste verwacht je dat de stem van Jon Thor Birgisson
(Sigur Rós) elk moment kan opduiken, maar de afwezigheid ervan doet
geen afbreuk aan dit nummer. In de plaats horen we onverstaanbaar
gebrabbel – scoort nogal eens in dit genre – en een exotisch
vrouwenkoor.
‘Bless This Morning Year’ haalt vooral effect uit bezwerend
gitaargetokkel en is een rustig, kabbelend postrockpareltje.
Subtiliteit is het codewoord.
Als we dan toch iets negatiefs aan ‘Eingya’ moeten opmerken, dan is
het wel het gebrek aan variatie. Kenniff heeft het spelletje erg
goed onder de knie. Misschien iets te goed, want een aantal
trackslijken wel van elkaar gekloond. Maar laat dit de pret niet
bederven: ‘Eingya’ is een wondermooi wegdroomplaatje geworden. Om
’s avonds op uw terras op te zetten en vredig in te dommelen.