Het grofkorrelige combo Giant Sand bouwt al sinds de helft van de jaren tachtig aan een groot, maar niet altijd even groots repertoire. Opperzandmannetje Howe Gelb veroverde zo langzaamaan wel al een comfortabel zithoekje in de muzikale indiewoestijn en gooide af en toe ook enkele wisselvallige soloplaten naar ons hoofd. Nu legt hij met Is All Over… The Map nog een halfgeslaagde Giant Sand-plaat bovenop de stapel.
Eigenlijk is van de groep Giant Sand anno 2004 nog bitter weinig sprake. De ritmesectie (zandlangers John Convertino en Joe Burns) startte in 2000, na het laatste Giant Sand-album Chore Of Enchantement, met het nevenproject Galexico dat dan nog eens succesvoller bleek dan de oergroep. Het veranderde eigenlijk weinig: Howe Gelb nodigde wat gasten uit, rommelde met wisselend succes wat aan, pleurde het spul op band en maakte achteraf een selectie. Op deze manier werden al talloze live-, cover- en studio-albums opgenomen daar in Tucson, Arizona.
Gelb was er lange tijd niet weg te krijgen. Maar ach, Jo-Jo left his home in Tucson, Arizona ook pas om op zoek te gaan naar wat lekker Californisch spul. Gelb spendeerde ondertussen wel wat tijd met zijn Deense echtgenote in het ongetwijfeld pittoreske Aarhus en in de zomer van 2002 speelde hij even mee met het lokale Under Byen in een al even lokaal café.
Iets bleef alleszins hangen van het bezoekje aan café Mozart in Aarhus: Gelb laat Under Byen-zangeres Henriette Sennenvaldt haar beste BjörkIt’s so classico.
"NYC Of Time" (een flauw woordspelletje, maar een prima song) wringt zich daarna uit een smurrie van rammelende feedback naar de oppervlakte om uit te groeien tot iets van Sparklehorse, mocht u ons om een gokje gevraagd hebben. Het klinkt allemaal echter wat te grillig en vrijblijvend en na een grondige dissectie blijven slechts een zestal songs overeind. U heeft er al drie gekregen, waarom zouden we er niet nog eens drie in de groep gooien? "Hood" schommelt een eind weg: vredig en vol reflectie, "Remote" drijft het tempo wat de hoogte in (Gelb klinkt alsof hij een zilverpapiertje over zijn kam heeft gevouwen) en in het erg mooie "Crackling Water" na-na-naat Gelb halfweg een uitstekende Nonkel Van Grauwel. Maar dan is het op en neemt, u zal het weer altijd zien, Herr Rommel het weer over.
De rommelige indie-feel hangt trouwens als een doorzichtige voile over deze Is All Over… The Map. Het maakt van de nieuwe Giant Sand niet onmiddellijk een coherent werkstuk, waardoor het soms lijkt alsof de songs losjes bijeengeharkt werden. John Parish (zie ook PJ Harvey en Eels mocht u niets beters te doen hebben) liet Gelb dan ook de ruimte voor improvisatie. Zo duiken er teveel nietszeggende jazzy instrumentals op met povere titels als "Rag", "Drab" of "Ploy". Vulsel zonder vulling. Met "Anarchistic Bolhevistic Cowboy Bundle" wordt verder het onverwoestbaar geachte "Anarchy In The UK" van de Sex Pistols aandoenlijk anarchistisch gezongen door een zesjarige dochter van Gelb. Leuk, voor één draaibeurt dan toch.
Fans van Sparklehorse, Grandaddy of zelfs Grant Lee Buffalo, met een ruim budget en een mindere kritische dag, halen met Is All Over… The Map toch een kleine korf prima woestijnsongs in huis. Wij knabbelen liever wat op een kruimelend zandkoekje en mijmeren over hevig bloedende vertegenwoordigers op zoek naar water, maar u doet maar.