Devendra Banhart zorgde met zijn meesterwerkjes Niño Rojo en Rejoicing in The Hands op zijn dooie eentje voor een revival van de slordige Jezus-look. Zijn nieuwe Smokey Rolls Down Thunder Canyon staat vooralsnog twee trapjes lager in zijn oeuvre, maar dat is geeneens een slechte score.
"Als je zelf in je creatie leeft, is je leven een kunstwerk", zei William Basinski, een oude vriend van Antony Hegarty, ooit over CocoRosie, de twee wulpse feeën uit New York. Zijn woorden vatten de New Folk-beweging, sinds jaar en dag aangevoerd door Devendra Banhart, mooi samen. Noem het escapisme, maar de new born hippies leven in hun eigen volstrekt eigenzinnige universum en zijn gelukkig. Why not? Bekijk de documentaire The Eternal Children (in zes delen te vinden op YouTube) van David Kleijwegt en bekeer jezelf tot het eeuwige kinderschap.
Op zijn zachtst gezegd lijkt de bebaarde slangenmens Banhart, die zich sinds zijn vorige puike plaat Cripple Crow van zijn folkroots begon af te scheiden, op Smokey Rolls Down Thunder Canyon helemaal verveld te zijn. Het is al te verleidelijk dit plaatje een genre-experiment te noemen, en toch is er geen beter sleutelwoord denkbaar. Opener "Cristobal", een schitterend duetje met acteur Gael Garcia Bernal, verraadt al dat Devendra Banhart niet langer een solo-project is, maar een heuse band is geworden (vandaag zou zijn backingband Spiritual Bonerz heten, maar dat is morgen alweer anders). Na het old skool gitaargetokkel van weleer verguldt een rijker instrumentarium tegenwoordig dat ijle Banhart-stemmetje.
Het geestige "Seahorse" verkent acht minuten lang de intersectie tussen Dave "Take Five" Brubeck en Jimi Hendrix. "Samba Vexillographica" is een luizige zwoele samba en "Shabop Shalom" zet aan met een parlando om met Nick Valensi van The Strokes een schitterende Roy Orbison neer te zetten. Heerlijk nummer met typische Banhart-humor ook: "Won’t you shabop shalom with me?" Ontroeren doet Devendra aan het eind van zijn plaat. De trieste pianosong "Remember" en "My Dearest Friend" zijn zoals de tearjerkers waar alle goeie platen mee eindigen.
Maar daarvóór is de sandalenheld al uitgeschoven over zijn te rijk gevulde genrecataloog. "Saved" is een vervelende gospel die geen samenhang toont met de bossonova-fling "Carmencita" en de overbodige reggae van "The Other Woman". Banhart flirt al sinds zijn debuut Oh Me Oh My… met exotische deuntjes, maar hij lijkt zich op Smokey Rolls Down Thunder Canyon toch te vergalopperen in al te ver gaande uitweidingen. Devendra Banhart is te kwistig met zijn songschrijverstalent. Slechte nummers maakt hij niet, maar overdaad schaadt.
Smokey Rolls Down Thunder Canyon zal door die jammerlijke vingeroefeningen waarschijnlijk in de schaduw blijven van de andere Banhart-platen. Toch zijn enkele individuele pareltjes (zoals het etherische "Freely") door de nieuw ingeslagen weg van uitgebreide orkestratie wél een hoogtepunt in het aanzienlijke oeuvre. Devendra Banhart is zijn genie zeker niet kwijt, slechts af en toe uit het oog verloren.