Wat doe je als je drie jaar lang als een waanzinnig straffe Joy Division-coverband het land hebt afgetoerd en de backstages van alle grote zalen geen geheimen meer voor je hebben? Dat alles opgeven en met een plaat vol eigen materiaal afkomen, dat doe je dan. Dead Souls bewijst zijn gelijk met het knappe maar zwak geproduceerde Cognac & Coffee.
Zonder zeveren: die covers, dat was maar een vingeroefening; een manier van vier vrienden om mekaar als muzikant te leren kennen. En Joy Division was gewoon een gedeelde liefde. Zo simpel was het, en nu is dat gedaan. Schluss damit, tijd voor iets van eigen hand. Al kunnen de heren de schaduw van Ian Curtis en de zijnen nog niet helemaal afschudden, toch ontwikkelt de groep op zijn debuut een eigen gezicht.
Het minimalisme is gebleven, maar minder uitgepuurd. Er wordt al eens met een synth, een piano of een theremin uitgepakt, maar de basis blijft toch de oerkracht die een viermans-rockgroepje is. Daaronder gaat echter ook regelmatig een drone schuil, zoals die welke in “(There’s A) Trying In Crying” aan Spacemen 3 doet denken. Geen wonder: een handvol songs kwamen dan ook voort uit Zen For Birds, het meer experimentele combo van zanger Flip Van Canegem en gitarist Yves Lambeens.
In de eerste plaats gaat het hier echter om oerdegelijke popsongs, en hier en daar knalt de groep er één uit die méér verdient dan dat predikaat. “Stars”, bijvoorbeeld, dat begint met een monsterbaslijn en in een grandioos refrein en een discobeat uiteenspat. “Zen For Birds” (de song) is ook al zo’n basgedreven nummer, maar krijgt gaandeweg meer melodie en een knappe coda waarin Lambeens een sterke tweede stem neerzet. Zonder twijfel het mooiste moment van deze plaat.
”Smash Your Guitar” heeft een riff zijn titel waardig, en een refrein dat een wel heel herkenbaar “Dance! Dance! Dance!” laat weerklinken. Die schaduw… we zeiden het al, maar het doet geen afbreuk aan deze krachtige rocker. Afsluiter “Jesus” laat een vleugje epiek toe in de vorm van een zwierig uithalende viool die een mooie finale aan Cognac & Coffee breit. Het bewijst dat de groep haar palet nog kan uitbreiden.
Tot zover het goeie nieuws. Cognac & Coffee torst namelijk ook één reuzengrote handicap: de productie is van een soort “Belgisch” niveau waarvan we dachten dat het sinds halverwege de jaren negentig niet meer voorkwam. Hoe goed de songs ook zijn, hoe hard we de volumeknop ook open draaien, alles klinkt onveranderlijk dof, als opgenomen in een repetitiehok met kartonnen wanden. Een razend “Peter Chriss” verliest zo de impact die het nochtans zou kunnen hebben. Misschien was de productie in eigen handen houden toch niet zo’n goed idee.
Voor de straffe songs van dit debuut hoeven Dead Souls zich desondanks niet te schamen, en hopelijk kan dat argument op zichzelf genoeg deuren openen om de band speelkansen te doen geven. Want dit blijft in de eerste plaats een absolute liveband. Koop Cognac & Coffee, zodat u tenminste enthousiast kunt meedoen als ze in uw buurt passeren.