"Dan Auerbach gaat solo". Wij moesten eventjes lachen toen wij het nieuwsbericht hoorden, want hoe idioot klinkt het als de zanger van een slechts tweekoppig combo bovendien nog eens besluit solo te gaan? Het antwoord is gelukkig iets minder idioot, want met Keep It Hid heeft Auerbach vooral zijn kans gezien om eens even buiten de lijntjes van The Black Keys te kleuren.
Wie het over The Black Keys heeft, heeft het spontaan over de soulvolle stem van Dan Auerbach en de loodzware drum van Patrick Carney. Dat is altijd het handelsmerk van het duo geweest, en hoewel er van plaat tot plaat wel eens wat kleurverschillen (bijvoorbeeld met het iets meer bevreemdende Attack & Release en het iets warmere Magic Potion) opdoken, bleef het duo zijn succesformule steeds relatief trouw. Dat is het grote verschil met Keep It Hid, waarmee Auerbach eerder doet waar hij zelf zin in heeft.
In het geval van de meeste groepen leiden zulke soloprojecten vaak tot implosievere projecten, maar dat is in het geval van Auerbach uiteraard iets minder evident, omdat hij met The Black Keys altijd al een stripped down formule heeft gehad. Bij hem komt zijn solotrip vooral tot uiting in het feit dat hij nu wat experimenteler te werk gaat. Dat betekent in het geval van een nummer als "Trouble Weights A Ton" helemaal geen drum, maar betekent in het geval van het Jimi Hendrix-achtige "Street Walkin’" net een iets wilder, swingender nummer. Alsof Auerbach ergens een paar maanden met zijn persoonlijke platencollectie in isolement is gegaan om zijn fantasie even volledig de vrije loop te laten, zonder daarbij teveel aan The Black Keys te moeten denken.
Dat nummers als "I Want Some More" en "Heartbroken, In Disrepair" nog steeds perfect Black Keys-nummers kunnen zijn, hoeft dat uitgesproken verlangen naar nieuwe prikkelingen niet tegen te spreken: uiteindelijk blijft Auerbach immers Auerbach en zijn fantasie zal daarbij uiteraard nog niet naar de wereld van plakkerige stadiumrock of koude rock-’n-roll afdwalen. Een paar goed geplaatste, spookachtige backing vocals zorgen er trouwens voor dat Auerbach hier eveneens een verfrissende indruk kan blijven maken.
Toch mag men het helende effect van een plaat als Keep It Hid niet onderschatten. Wie rustige pareltjes als "Whispered Words" of "When The Night Comes" beluistert, begrijpt waarom: het is net door helemaal met de routine te breken, dat zulke liedjes opvallen en kansen krijgen om zich in de harten van het publiek te nestelen. Met The Black Keys kreeg het publiek keer op keer een muur van geluid voorgeschoteld, wat op zich helemaal in orde was, maar wat het eveneens moeilijker maakte om favorietjes tussen de parels te ontdekken. Dankzij een grotere variatie met meer uitgesproken accenten wordt dat probleem nu omzeild.
Dat een dergelijke aanpak hier en daar wel eens tot een paar verloren tracks leidt, is de keerzijde van de medaille. Dat is bijvoorbeeld het geval voor titeltrack "Keep It Hid", waarin het ver zoeken is naar de grandeur van The Black Keys, en voor het rockende, maar niettemin fel tegen het overige afstekende "My Last Mistake". Keep It Hid is bijgevolg een beetje kiezen of delen, maar na vijf Black Keys-platen zijn wij — net zoals Auerbach zelf trouwens — wel tot zo’n opofferingen bereid.