De naam Jeremy Saulnier zal waarschijnlijk niet al te veel belletjes doen rinkelen. De man verdient zijn brood immers vooral als cameraman voor niet helemaal geslaagde indiefilms en regisseur van reclamespots. Wie echter al eens in de budgetbakken van zijn lokale DVD-boer grasduint, heeft misschien al van de horrorkomedie Murder Party gehoord, de verdienstelijke satire waarmee Saulnier zijn regiedebuut maakte. Zes jaar na Murder Party heeft de man eindelijk genoeg spotjes gedraaid om een nieuwe film te kunnen financieren. Enfin, bijna toch: het ontbrekende geld verzamelde hij door crowdfunding. Net als bij zijn debuut, tekende Saulnier ook voor opvolger Blue Ruin weer voor zowel het scenario, het camerawerk als de regie.
Dwight (Macon Blair, jeugdvriend van Saulnier) is een zwerver die in een aftandse Pontiac Bonneville leeft. Moedeloos dwaalt hij door de straten van Delaware, tot hij op een dag opgepikt wordt door de lokale sheriff. Die weet hem te vertellen dat de moordenaar van zijn ouders vervroegd uit de gevangenis wordt vrijgelaten. Dwight raapt meteen zijn spullen bij elkaar en trekt in zijn rammelkast naar Virginia, waar hij post vat aan de uitgang van de gevangenis. Meer zullen we niet verklappen, maar weet dat Blue Ruin een wraakthriller van het zuiverste water is. Dwight vertrekt met een duidelijk doel voor ogen (schijnbaar ook het eerste doel dat hij zich sinds lang stelt): gerechtigheid. Eenmaal aangekomen in Virginia blijken de zaken toch iets ingewikkelder dan gedacht. Wat volgt is een spiraal van geweld die zich in trage, verstilde beelden ontplooit.
De eerste scènes van Blue Ruin zijn in mysterie gehuld. Dwight is een zwijgzame, raadselachtige figuur die schijnbaar doelloos door het beeld dwaalt. Zijn onverzorgde baard en woeste haardos geven hem een verwilderd aanzien, maar maken van hem daarom nog geen angstaanjagend figuur. Hij lijkt eerder een achtergelaten puppy dan een gevaarlijke straathond. Dat wordt helemaal duidelijk als hij zijn baard afscheert en zich in nette burgerkleren hijst: deze man is geen wraakengel waar je gillend van wegloopt, maar een zielig, bleek kneusje. De wanhoop en vervreemding druipen zo van hem af. Blairs prestatie overtuigt moeiteloos. (Verbazend genoeg, want buiten rollen in het hierboven al vernoemde Murder Party en twijfelachtige producties als Hellbenders 3D had de man niet bepaald veel acteerervaring.) Bijrollen Amy Hargreaves (Carries zus Maggie uit Homeland, ) en Devin Ratray (Nebraska, RIPD) krijgen heel wat minder tijd om zich te bewijzen, maar staan net zo goed te acteren.
<p>Dat Dwight niet bepaald een geboren vigilante is, blijkt al snel. Als het erom begint te spannen, weet hij zich nauwelijks overeind te houden. Zo zien we hem bijvoorbeeld vluchten met een auto waarvan hij de banden net zelf lek heeft gestoken. Ook als hij zijn eigen wonden probeert dicht te naaien, blijkt al snel dat hij geen Rambo is: de man raakt nog net tot aan het loket van de dichtstbijzijnde spoedafdeling voor hij van zijn stokje gaat. Dwights wraakexpeditie doet daardoor vaak nogal absurd aan. Hij is duidelijk rotslecht in wat hij doet, maar de wanhoop die hij uitstraalt is zo overtuigend dat zijn onmacht iets heel scherps krijgt. Dat hij het moet opnemen tegen een familie rednecks die de Amerikaanse gun culture duidelijk wél met de paplepel ingegoten kregen, maakt zijn situatie des te schrijnender.
Saulniers thriller roept een aantal interessante bedenkingen op over de aanwezigheid van vuurwapens in de Amerikaanse samenleving (Dwight hoeft nooit langer dan vijf minuten naar een blaffer te zoeken) en de Far Westmentaliteit die ons in de populaire cultuur aangepraat wordt. Dat maakt van Blue Ruin echter geen politieke film. Saulnier heft het belerende vingertje niet, hij wijst subtiel een handvol topics aan waar u eventueel nog wat langer over zou kunnen nadenken. Ook in de manier waarop hij zijn verhaal vertelt is Saulnier bijzonder voorzichtig. De nodige informatie wordt slechts met mondjesmaat prijsgegeven en een aantal dingen raken nooit helemaal opgehelderd. Zo blijft het bijvoorbeeld gissen naar waar de kogelgaten in Dwights Pontiac vandaan komen. De oplettende kijker zal de eindjes snel genoeg aan elkaar kunnen knopen, maar het is leuk dat een en ander aan de eigen verbeelding overgelaten wordt.
De tragiek van Dwights personage zorgt voor een erg grimmige ondertoon. Saulnier speelt daar goed op in en kiest voor een vormgeving die mooi aansluit bij de realistische stijl van recente neonoirs als Killer Joe en Killing them Softly. Blue Ruin valt dan ook in dezelfde categorie: een intelligente, ingehouden thriller die de conventies van het genre apprecieert en gebruikt, maar niet vanzelfsprekend vindt. Saulnier giet zijn verhaal in de vorm van een typische genrethriller, maar verwacht geen exuberante shootouts of wilde achtervolgingen. Blue Ruin gaat traag, met brede pans en bedachtzame overzichtsshots. Naast het nodige geweld is er ruimte te over voor Dwights gewetensvragen en bedenkingen. Tegelijk, en dat is bijzonder knap, blijft de film bij momenten bijzonder spannend en is de sfeer erg dreigend.
Dat maakt van Blue Ruin een onconventionele, maar stijlvolle en geslaagde thriller. Saulnier combineert een klassieke thrillerstructuur met de geijkte personages en twists met een verrassend diepgaande karakterstudie en de nodige mijmeringen over wraak en rechtvaardigheid. Een intrigerend verhaal, mooi in beeld gebracht en met een aantal intelligente bedenkingen, meer moet dat niet zijn.