In alle rust en bescheidenheid heeft Ben Sluijs een oeuvre bij elkaar gespeeld waarin hij voorzichtig zoekt en beweegt zonder toevlucht te nemen tot het grote gebaar. Wie aandachtig luistert, herkent in die signatuur echter een artiest die ook opvallend vrij blijft van de waan van de dag en er ook nu weer in slaagt om de tijdloze kwaliteit te bieden die we stilaan gewoon geworden zijn.
Voor alle duidelijkheid gaat het hier niet om het kwartet met Jeroen Van Herzeele, Manolo Cabras en Marek Patrman, dat een hele tijd zowat zijn vaste band was. Dit is de bezetting die debuteerde tijdens Jazz Middelheim 2016, toen Sluijs een van de artiesten was die een dag de Club Stage mocht inpalmen, met naast hem ook nog collega-veteraan Dré Pallemaerts en twee jongelingen: bassist Lennart Heyndels en pianist Bram De Looze. Ze stelden deze zomer het nieuwe materiaal voor op het hoofdpodium van Jazz Middelheim en al het goeds dat we toen hoorden wordt nu nog eens bevestigd met Particles.
Laat het titelnummer meteen gelden als beginselverklaring: geen hoge nood om snelsnel een statement te maken, geen stilistische bokkensprongen, maar een ongedwongen en ongehaaste muzikaliteit, met Pallemaerts die losjes het voorbereidende werk doet, tot Sluijs erbij komt om een thema met een charmant eindsprongetje erbij te voegen. Pas na een tijd komt De Looze erbij, al net zo zachtjes als de leider, schoorvoetend bijna, met subtiel ondersteunende akkoorden, en pas wanneer Sluijs even blijft rondhangen in het hoogste register van die altsax, is ook voor Heyndels het moment gekomen om zich bij het gezelschap te voegen. En meteen krijgt hij het woord, met een vrijheid die past bij een interactie van wederzijds vertrouwen. Sluijs houdt altijd de rode draad van zijn composities in handen, maar met deze compagnons wordt het een ontspannen wandeling waarbij zijstappen aangemoedigd worden.
En ondanks die instant herkenbare stijl, krijg je toch ook wel wat variatie voorgeschoteld. Zo zijn “Miles Behind”, dat start met een minimalistische broeierigheid, maar uiteindelijk wel lichtjes aan het swingen geraakt, en “Cell Mates”, dat aanvoelt als een verre verwant van bop-klassieker “Ornithology”, composities die stevig verankerd zitten in de jazztraditie. Tegelijkertijd laten ze horen hoe speels Sluijs daarmee aan de slag gaat, terwijl hij ook bakken ruimte gunt aan zijn band, iets dat hier meteen aangegrepen wordt door De Looze terwijl de ritmesectie het boeltje lekker zwierig aan de gang houdt.
Een paar keer wordt ook iets meer op het rempedaal gedrukt. Zo heeft “Air Castles” iets van de dromerijen van Satie, maar dan in jazzcontext, waarbij de zacht-zoete altsax kan ronddobberen op het ruisende spel van de ritmesectie. Dit is die befaamde lyriek à la Sluijs; elegant en bedwelmend. Afsluiter “Ice Chrystal” start met een fragiele, zachtjes binnendruppelende introductie van De Looze die de titel rechtvaardigt. Zodra de andere drie erbij komen begint het ontdooien, met zacht geschuifel dat mooi contrasteert met het vloeiende blaaswerk van de leider.
En dan zijn er nog een paar stukken waarmee de vier in exotischer vaarwater belanden, die de temperatuur wat doen stijgen. “Song For Yusef” en “Mali” teren op lome basgrooves, waarin het fluitspel van Sluijs de werelden van Alice Coltrane en Yusef Lateef oproept, terwijl de dansende melodie in het eerste ook wat herinnert aan Herbie Mann. Het tweede heeft zelfs een statigheid gemeen met John Coltrane, ook al wordt het hier allemaal wat aardser en compacter gehouden. Net zo voor “Jemima”, een dartel, groothartig stuk dat van start gaat met een innemende onbevangenheid en vervolgens trippelt en springt en danst met een zomerse flair. Ook dat is Sluijs.
Particles is dus geen bruuske verschuiving binnen het oeuvre van Sluijs. Het is wel een zoveelste fraaie plaat in een bijzondere discografie die geen geforceerd gedoe of opvallende koerswijzigingen nodig heeft. Sluijs is bovenal een artiest die zijn sterktes kent en binnen zijn persoonlijk kader blijft zoeken naar verdieping en nog niet verkende klanktinten. In zijn nieuwe Quartet heeft hij collega’s gevonden die perfect lijken aan te voelen wat hij wil en zijn sierlijke composities uitvoeren met de souplesse en ontspannen klasse die ze verdienen.