Een eerste goede cd is beginnersgeluk. Een tweede kan een toevalstreffer zijn. Pas vanaf het derde album wordt het echt menens. Bij het derde album worden de Wiener Sängerknaben van de mannen gescheiden; wordt bepaald of een band de annalen van de muziekgeschiedenis betreedt of in het eeuwige, roemloze Libertines-dom verzeild raakt. There Is Nothing. is het derde album van Absynthe Minded. En de band laat er geen twijfel over bestaan een blijver te zijn.
Laten we maar meteen de voorgaande alinea nuanceren. Dobbelspelletjes met Dame Fortuna hadden weinig met het succes van de vorige albums van Absynthe Minded te maken. De reputatie van de Gentenaars steunt op originaliteit, gedegen songstructuren en een voor Vlaanderen haast ongeziene technische virtuositeit. Op There Is Nothing. is de originaliteit wat weggeëbd, maar voor het overige doet de band zijn zorgvuldig opgebouwde reputatie weer alle eer aan.
Op New Day viel al op te merken dat Absynthe Minded sinds het debuutalbum meer de weg van de rock was ingeslagen. Op There Is Nothing. wordt de zigeunerkermis nog meer overstemd door elektrische gitaren. Niet dat de sound van de band eensklaps van het woonwagenpark de chique villawijken induikt — al schijnen zigeuners dat volgens sommigen bij wijze van inkomstengaring wel eens vaker te doen — maar het geluid neemt toch wat meer de air van gestileerde bohémiens aan dan die van armtierige berendansers.
Openingsnummer “Plane Song” beklemtoont meteen de keuze voor rock. De geest van Dave Grohl doemt af en toe op, maar wordt meteen weer verdrongen door de typerende stem van Bert Ostyn. Ook op nummers als “I Wanna Forget”, “There Is Nothing” en “Let’s Be Radical” mag het distortionpedaal al eens ingedrukt worden en wordt zelfs niet op een gitaarsolo meer of minder gekeken. Al blijft Absynthe Minded wel steeds aan de poppy kant van de rockmuziek. Op “Ask Me Anything” wordt dan weer uitdrukkelijk gekozen voor funkrock, met ritmes waar John Frusciante himself trots zou op zijn.
Absynthe Minded bewijst echter eens te meer multifunctioneel en bijzonder gebruiksvriendelijk te zijn. Naast de overbevolkte podia van ’s lands festivals kunt u ze ook perfect meenemen naar de jazzclub bij u om de hoek. Een song als “A Great Height” laat daar geen twijfel over bestaan. Meer ingetogen nummers als “It’s All Around You” en “Your Backdoor” bewijzen dat de Gentenaars in wezen ook gevoelige jongens zijn. Al durven we ons niet te veel vragen stellen over de ambiguïteit van dat laatste nummer: “ I’m not talking morals/but likes and dislikes/this is exactly what happens/when you let me in/through your backdoor”. Wannabe groupies zijn alvast gewaarschuwd: u houdt de één-liter-pot vaseline maar beter bij de hand.
Ook op zijn derde album laat Absynthe Minded zich dus van zijn beste kant zien, ook al blijkt dat dan de achterkant te zijn. De band schuift verder op in de richting van de rock en moet daardoor wat aan frisheid inboeten, maar maakt dat ruimschoots goed door de kwaliteit van de songs op There Is Nothing.. Ghents finest komen nog maar eens weg met een grote onderscheiding. Al ligt deze keer wel voor het eerst een waarschuwing om de hoek te loeren: de evolutie die met New Day werd ingezet, lijkt nu volledig voltrokken. Om boeiend te blijven, moet Absynthe Minded de volgende keer wellicht opnieuw met iets nieuws komen.