Frits Standaert en Chris Vandevorst vormen samen Oorpool. Standaert kun je kennen van Red Zebra. Vandevorst wil je niet kennen. Standaert heb je wellicht al gezien op een podium, ergens te lande, toen we nog vrijwillig lauw bier dronken, in tenten sliepen en festivalzomers een verworven recht leken. Vandervorst wil je niet zien. Die wil je horen.
Als het surrealisme waaraan we ons stilaan opnieuw overgeven in onze salons op wielen een soundtrack behoeft, laat het dan deze zijn. Gejaagd, opgefokt, je murw achterlatend, “E313” kon als onomatopee gelden voor de avondspits. Mooi verwoord ook, wanneer Vandervorst, met die licht Limburgse tongval, het ‘schouwspel van de razernij’ vat. Het zijn die subtiele beelden die het nummer gravitas geven.
Dat ik aan Marcel Vanthilt heb gedacht, kan ik niet ontkennen. Doorgaans doe ik dat niet te graag meer, maar wel als het Arbeid Adelt betreft. Diezelfde kierewiete kijk op wat niet dagelijks zou mogen zijn, een gelijkaardig verhakselen van een geluid dat Front 242 perfectioneerde, balanceren op hetzelfde touw dat ‘kitsch’ gedoopt werd en aan de goeie kant belanden.
Een boud voorstel. Vergeet 2020. Vergeet Hooverphonic. Wend de steven stevig vooruit, maar wortel ze in traditie. Omarm het Belgisch surrealisme, daar waar mondmaskers verplicht, maar niet voorradig zijn en de economie met het fileprobleem haar eigen levensader lamlegt. Komt-ie. Oorpool for Eurovision! Ze gaan dat winnen.