Leonard Cohen. Live. Alweer. Maar dan zonder de klassiekers.
Bij de release van Live In Dublin vroegen we ons al af wie er nog zat te wachten op alweer een nieuw livealbum van Leonard Cohen. En kijk, amper een handvol maanden later is de Canadees er met nog maar eens een nieuwe opname van de Old Ideas-tour die hem in 2012 en 2013 rond de wereld bracht. Al pakt hij het op Can’t Forget wel enigszins anders aan. Geen registratie van een volledig concert, geen klassiekers, maar wel minder vaak gespeelde songs, covers en zelfs twee nieuwe liedjes, opgenomen tijdens concerten en soundchecks, van Québec City tot Auckland.
Hoewel Leonard Cohen tijdens zijn wereldtournee zelden afweek van een vaste setlist, valt het dankzij deze release op dat hij tijdens de soundcheck wel vaker eens wat andere nummers uitprobeerde, ook al zouden die liedjes nooit een regulier concert halen. Het meest opvallend zijn uiteraard twee nieuwe songs. Zowel “Never Gave Nobody Trouble” als “Got A Little Secret” baden in een lekker bluesy sfeertje, maar maken ook wel duidelijk dat er aan Cohen geen groots bluesartiest verloren is gegaan. Aardig zijn ze wel, maar als je weet dat ze niet op zijn meest recente studioalbum Popular Problems — en dat is al niet meteen een van de meest essentiële platen uit zijn oeuvre — te vinden zijn, dan begrijp je wel dat het geen klassiekers in wording zijn.
Beter vergaat het Cohen met de twee covers. Van de Quebecaanse chansonnier Georges Dor brengt hij het in het sappig — doch behoorlijk onverstaanbaar — Canadees Frans gezongen liefdesliedje “La Manic”, het soort song dat Cohen op het lijf geschreven is. Verrassender is de keuze voor “Choices” van countryster George Jones, dat hij zich volledig eigen maakt. Dan zijn er nog de onbekende songs die hij uit zijn oeuvre heeft opgediept: daar bleken nog wel wat parels in te liggen. Zo is er “Joan Of Arc” van het uit 1971 daterende meesterwerk Songs Of Love And Hate dat hier in duet met de onvolprezen Hattie Web een versie meekrijgt die aan de ribben blijft plakken. Ook een liedje als “Night Comes On” is zo’n vaak over het hoofd geziene song, maar die kan zich moeiteloos met het beste van Cohen meten. Andere songs (“Field Commander Cohen”, “I Can’t Forget”) zijn veel minder essentieel voor Cohen en dan kan je het jammer vinden dat hij niet eerder voor pakweg “The Master Song” kiest. Slotnummer “Choices” is eigenlijk niet meer dan een veredelde bindtekst gecombineerd met een flard “Tower Of Song”. Grappig, en een goed voorbeeld van de zelfrelativering die zo kenmerkend is voor de mens Cohen, maar ook een beetje overbodig op een album.
Can’t Forget is zeker geen essentieel album. Als livealbum schiet het tekort omdat je nergens de flow van een liveoptreden meekrijgt (zoals dat wel meesterlijk gebeurde op Live in London en Live in Dublin). Het is een verzameling van wat willekeurig bij elkaar geraapte songs die ieder afzonderlijk misschien wel werken, maar die na elkaar gespeeld (de ene keer met applaus, de andere keer tijdens de soundcheck zonder applaus) geen eenheid brengen en de luisteraar dan ook met een wat ongemakkelijk gevoel achterlaten. Om echt van een collectie overschotjes te spreken staan er dan weer te veel reeds gekende liedjes op. Het lijkt dan ook eerder onwaarschijnlijk dat, van zodra het stof na de nieuwe release wat is gaan liggen, velen dit album zullen verkiezen boven een van zijn volledige concertregistraties. Kortom: Can’t Forget bewijst dat het geheel ook kleiner kan zijn dan de som van de delen.