Op zijn laatste paar platen was al duidelijk dat Flying Lotus zich steeds verder verwijderde van zijn kenmerkende hoofdknikbeats. Space is the place was de gedachte toen al, met zwierige verkenningen van het muzikale universum tussen hiphop, experiment en jazz in. You’re Dead! trekt die lijn radicaal door en is het minst beatgerichte album dat Steven Ellison al maakte onder de Flying Lotus naam.
De jazz fusion die op Until The Quiet Comes al vrij dominant was, vormt hier zelfs het basiskenmerk waarrond het hele geluid van de plaat is opgebouwd. Opener “Theme” zet dit al meteen in de verf met een hyperactieve rhodes, drums en bas freakout. Die drievuldigheid van instrumenten vormt ook elders de uitvalsbasis van waaruit eindeloze, kosmische regionen verkend worden in een aangehouden, maar wel opvallend meer hectische en minder rechtlijnige (en ook kortere) trip dan we van FlyLo gewoon zijn.
You’re Dead! laat zich inspireren door de dood, alomtegenwoordig in de familie en vriendenkring van Steven Elison, maar kiest daarvoor niet de weg van de contemplatie en de verstilling, maar die van de chaos en de bevreemding. Geen requiem dus, laat staan een in memoriam, al lijkt het prachtig ijle “Coronus, The Terminator” daar wel even naar te neigen. Nee, dit is een chaotisch feestje als opgestoken middelvinger naar de dood, een “psychedelische doodstrip” zoals Ellison het op zijn website noemt. Kendrick Lamar verwoordt het thema gevat in het indrukwekkende “Never Catch Me” (dat overigens fameus doet uitkijken naar Lamar’s aankomende plaat, waarvoor hij naar verluidt een heel arsenaal aan FlyLo beats zou geplunderd hebben): “Life and death is no mystery and I wanna taste it”.
Om die bevreemdende trip te bewerkstelligen, teert Ellison steeds minder op songs die als op zichzelf staande gehelen werken. “Never Catch Me” kan dat wel nog, en ook “Dead Man’s Tetris”, waarin Ellison als zijn alter ego Captian Murphy de degens kruist met Snoop Dogg, houdt nog enigszins steek zonder omkadering. Maar verder is You’re Dead!, meer nog dan eerdere platen, een breed uitwaaierend klankwerkstuk dat vooral rond korte, hyperkinetische jazzjams is opgebouwd. Daarbij staan de bijdrages van buddy Thundercat op sneltreinbas opnieuw centraal, maar kreeg ook jazzlegende Herbie Hancock de kans om wat zwierig keyboardwerk toe te voegen. Andere gekende collaborators Thom Yorke en Laura Darlington zijn deze keer wel opvallend afwezig.
FlyLo levert dus opnieuw een plaat af die een indrukwekkende trip vormt en duidelijk een eigen muzikale taal verder ontwikkelt, maar is het ook echt goed gerief? Dat is het zeker, maar wat ons betreft haalt Ellison hier toch niet het torenhoge niveau van meesterwerken Cosmogramma en Los Angeles en blijft hij verder borduren op de respectabele hoogte van Until The Quiet Comes. Dat ligt aan het feit dat het ondanks die kosmische reiskwaliteiten toch de minst coherente plaat in zijn oeuvre is, zeker doordat naar het einde toe de focus wat afzwakt en we een aaneenschakeling van wat meer vrijblijvende klankschetsen te horen krijgen. Gelukkig is er dan nog het uitstekende, maar veel te korte “The Protest” (een beat! een beat!) om de plaat op gepaste wijze af te sluiten
Ondanks de opmerkelijke afwezigheid van knallende drums is You’re Dead! tegelijkertijd toch geen grote verrassing voor wie Ellisons carrière al een tijd volgt. Flying Lotus omarmt de jazz bijna volledig in de studio, wat een opmerkelijke dualiteit oplevert met zijn alsmaar meer naar stevig beukende festijnen neigende live shows. Als u het ons vraagt, is hij nog steeds het interessantst wanneer hij zich op het raakvlak van beide uitersten begeeft, maar zelfs op een naar zijn normen wat minder overtuigende plaat als You’re Dead! blijft Flying Lotus een bijzonder boeiend fenomeen.