Enkele jaren geleden stond BRNS plots in de aandacht dankzij het wereldnummer
“Mexico”. Maar kon de jonge Brusselse band het niveau aanhouden op zijn eerste plaat?
Het antwoord was volmondig ja. De volgende logische stap is bevestigen met een eerste
volwaardig album.
Het sprookje van het viertal ving aan toen Kirsten Lemaire (Studio Brussel) op
Bandcamp drie zelf opgenomen nummers van de band terugvond. “Mexico”, het meest
catchy nummer, bezorgde BRNS plots aandacht van een van de meest bekende
radiozenders in Vlaanderen en de aanvragen voor optredens stroomden binnen. Ze
waren een van de hoogtepunten op Glimps in 2012, waar ze in het kleine zaaltje van het
Trefpunt een knaloptreden gaven. Maar liefst drie jaar (drie jaar!) na de even
onvergetelijke ep Wounded is er eindelijk die langverwachte plaat. Ook niet
abnormaal gezien de groep in die tijd meer dan tweehonderd (!) shows speelde, onder
meer met Yeasayer, Cloud Nothings en SUUNS. Ook op grotere festivals als Dour,
Pukkelpop en Rock en Seine bleef BRNS enthousiast overeind. En heel het najaar van
BRNS is alweer volgeboekt met optredens in Frankrijk en Zwitserland.
We noemden ze ooit de Belgische variant van Foals en dat vond de band zelf
flatterend, aangezien Antidotes een grote invloed is. Er doken verwijzingen naar
AltJ en WU LYF op, hoewel de bands te jong zijn om een directe impact op BRNS te
hebben. En toch zijn ook op Patine die vergelijkingen soms niet helemaal
onterecht.
Hoewel BRNS beweerde nooit de ambitie te hebben om dé opkomende band van de
Belgische alternatieve scene te worden, lag er veel druk op de schouders van zanger-
drummer Timothée Philippe, bassist Antoine Meersseman, gitarist Diego Leyder en
percussionist César Laloux om te imponeren met die eerste fulllength. Op basis
van de albumopeners lijkt BRNS op de goede weg.
Om te beginnen heeft Patine een veel betere productie dan het rauwe
Wounded. “Void” start met een in gitaarfeedback gedrenkte intro, maar zwelt aan
tot één kolkend geheel. In “Slow Heart” worden ijle vocalen, weerbarstige gitaren en een
begeleidende piano gecombineerd. Het resultaat is mooi en tegendraads tegelijk. Typisch
BRNS dus. Ook “My Head Is Into You” grijpt recht naar de keel én het hart. De eerste
single roept een broeierig sfeertje op die meteen hun heimat (Brussel, aha!) verraadt.
Deze drie nummers bevestigen waarom de vier multiinstrumentalisten de next big
thing van België zijn.
Maar wanneer BRNS in een drietal, meer gezapige nummers gas terugneemt,
verslapt de aandacht steeds meer (“Omen”, ““ en “Last Gaze”). Gelukkig wordt het
gospelachtige “Behind The Walls” beter met elke luisterbeurt, al komt de invloed van WU
LYF dan ook meer aan bod. Zanger Philippe (of is het de hele band?) had in “Inner Hell”
zijn intense vocalen niet mogen vervangen door hoge kreten. Ook in “Many Chances” ligt
de nadruk (te veel) op koorzang en missen we de hyperkinetische percussie en wat
hoekig gitaarwerk. “One, Two, Three, Four” doet dan weer denken aan (sorry!) AltJ.
Afsluiter “Any House” maakt ons weer wakker met Foalsachtige hoekigheid en vooral
een weergaloos schreeuwende Philippe — dàt wilden we horen! Toch verdienen vooral
de eerste drie nummers de punten. Tijdens de rest van de plaat blijven we echter op onze
honger zitten. De kleine teleurstelling na het beluisteren van Patine is gelijkaardig
aan die van het resultaat van de Rode Duivels op het het WK. Geef de Brains nog
wat meer tijd om te groeien en binnen een paar jaar kunnen ze imponeren.