Australië zendt zijn zonen uit. Movement debuteert met een EP die van begin tot einde imponeert.
Het lijkt nog maar gisteren dat James Blake en gelijkgezinde kornuiten de neus aan het venster kwamen steken, maar postdubstep voelt nu al aan als een anachronisme, een door tijd en ruimte ingehaalde noemer die zijn maximale reikwijdte stilaan bereikt heeft. De reden: postdubstep is moeiteloos geëvolueerd naar de pop van de jaren 2010. Soul, broeierige minimal, R&B en subsonische beats – daar valt puur goud uit te halen. Dat begrepen de drie jonge kerels van Movement als geen ander.
Movement doet weinig moeite om zijn invloeden te verbergen. De minimal soul druipt van de muren, The XX en The Weeknd zijn nooit ver weg. Twintig seconden ver in opener “Like Lust” en je ziet dezelfde Cuaron-sterrenstelsels voorbijtrekken als bij Darkside. De stem van Lewis Wade zit dan weer van onder tot boven onder de zwarte pek – gitzwarte, mannelijke R&B. Wade is meer Marvin Gaye of Stevie Wonder dan Justin Timberlake, maar geeft even snel zijn gospelroots prijs. En niet te vergeten: zijn stembanden staan stokstijf van de testosteron. Zijn hete adem brandt in het nekvel, en hij fluistert ons dingen toe die het ons tot in onze kleinste teen warm doet krijgen. Meer dan eens betrap je hem op een zacht huilende kreet waarin passie en verlangen tot een concentraat geperst zijn.
Het helpt dat Lewis Wade niet alleen een fantastische zanger is, maar dat Sean Walker ook perfect weet hoe hij die tussenschuivende texturen moet inlassen. Walker neemt het gros van de productie in handen en heeft de stiel geleerd van mannen als James Blake, SBTRKT, Nicolas Jaar, How To Dress Well, The Weeknd en Frank Ocean. Resultaat: verslavende grooves in het middenveld tussen postdubstep, psychedelische krautrock en donkere nachtravenpop. “5:57” balanceert op pulserende drumbeats die een bruisende trance opwekken, en de gitaarsolo die “Ivory” uitgeleide doet, had zomaar van de hand van Dave Harrington kunnen zijn: geil, weids galmend, maar altijd beheerst.
In het fantastische “Us” laat Wade alweer niks aan de verbeelding over – “When we’re alone in the dark/ And I could take you right now/ You’re the way that I want you/ Moving for me” – terwijl minimal, tikkende percussie, claps en R&B-beats als een metronoom het tempo bepalen. De piano is functioneel, niet ornamenteel. Movement gaat nooit voor de overrompeling. De band is slinkser, neemt omwegen waar een ander geen moeite in steekt, en treft altijd doel.
Zelden klinken debuut-EP’s zo coherent en matuur. Het is een kwestie van tijd voor deze band de wereld verovert.