Cesare Deve Morire

Ook al is hij dan hét uithangbord van Elizabethaans Engeland, William Shakespeare is niet de eeuwigheid ingegaan omdat zijn toneelstukken een blauwdruk zijn voor de cultuur of maatschappij van die tijd. Het zijn de polyvalentie, de variatie en de universaliteit die werken als Hamlet, Othello of Romeo and Juliet zo tijdloos maken. Want laat ons eerlijk zijn; wie geeft er méér om de klassieke filmbewerkingen die Franco Zefirelli en (in iets mindere mate) Kenneth Branagh van zijn oeuvre maakten, dan om het postmoderne barokke spektakel dat Baz Luhrmann uit Romeo + Juliet destilleerde? Het is echter al lang geleden dat er op het witte doek nog eens echt iets krachtig werd gedaan met ’s mans oeuvre – over Shakespeare In Love en Anonymous gaan we niet beginnen – tot de Italiaanse broers Taviani, beiden bijna oud genoeg om The Bard nog persoonlijk gekend te hebben, vanuit het niets de Gouden Beer wegkaapten op het afgelopen Filmfestival van Berlijn, met een eigenzinnige interpretatie van Shakespeare’s Julius Caesar. Als u nog aan de tijdloosheid van Williams personages en hun fatal flaws durfde te twijfelen, vegen de makers van Kaos en Le Notti di San Lorenzo die in één beweging van tafel.

Stevig onder de indruk van een door de gevangenen zelf opgevoerde toneelvoorstelling die de krasse tachtigers bijwoonden in de zwaarbewaakte Rebbibia-gevangenis in Rome, besloten ze om een semi-documentaire film te maken over de voorstelling die de bajesklanten het seizoen daarna opvoerden, en alles wat daarbij komt kijken: audities, repetities, en de uiteindelijke publiekspremière. Dat niet alles over rozen loopt, behoeft weinig uitleg; criminelen die tot levenslang zijn veroordeeld voor moord, drughandel of maffiapraktijken zijn niet meteen de meest gemakkelijke karakters om mee samen te werken, en onderlinge ruzies en vetes laaien nu en dan op. Toch maakt regisseur Fabio iets los bij zijn acteurs, die in de gebeurtenissen en figuren die Shakespeare rond de dood van Julias Caesar neerschreef, parallellen met hun eigen leven zien.

Ook al valt het op dat vooral die scènes uit de koker van de Taviani’s zelf zijn voortgekomen, het blijkt daarom nog niet een minder geloofwaardige ingreep, die bijzonder efficiënt uitpakt: het behoorlijk bekende verhaalverloop – dat heerlijke gevoel van herkenning wanneer de acteur die Marcus Antonius vertolkt in het Italiaans ‘Friends, Romans, countrymen, lend me your ears!’ declameert – krijgt zo een impuls die het hele gebeuren relevant en zelfs een tikkeltje ontroerend maakt. De manier waarop de acteurs met hart en ziel aan hun voorstelling werken en er letterlijk vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week mee bezig zijn, verlenen je als kijker een empathie voor deze verloren personages die van het strakke Cesare Deve Morire een intense en toch bijzonder vlotte kijkervaring maakt.

De non-acteurs die de Taviani’s samen met theaterregisseur Fabio uit de verzameling internen hebben gekozen, leveren dan ook weinig geforceerde en behoorlijk gevoelige prestaties af. Het meest indrukwekkend is de acteur die Brutus speelt, en wiens schuldgevoel voor zijn eigen misdaden een haast meelijkwekkende reflectie vindt in het schuldgevoel dat Brutus achtervolgt nadat hij zijn adoptievader de doodssteek heeft gegeven. Het zou echter ontoereikend zijn om enkel hem lof toe te zwaaien: ook de andere acteurs, die personages als Cassius, Marcus Antonius en Caesar vertolken (die acteur heeft trouwens verdacht veel weg van Ciarán Hinds, die de Romeinse dictator op indrukwekkende wijze incarneerde in Rome) leggen een authenticiteit in hun spel waarvoor je enkel waardering kan opbrengen. Die passie maakt van deze zware jongens behoorlijk sympathieke en ontzettend menselijke figuren, die net zoals de personages van The Bard himself gebukt gaan onder hun eigen fatal flaw.

Het gebruik van dit soort uit het leven gegrepen situaties en non-acteurs doet meer dan eens aan het beste van het Italiaanse Neorealisme denken – herinner u regisseurs als Roberto Rossellini (Roma, Cittá Aperta) en de vroege Luchino Visconti (Ossessione en vooral La Terra Trema). Toch onderscheidt Cesare Deve Morire zich met verbazingwekkend gemak van deze indrukwekkende erfenis, door zich er in de eerste plaats vooral niet al te veel van aan te trekken; ook al is het idee achter de film niet of nauwelijks geconstrueerd, het regisseursduo grijpt op de gepaste momenten in om de impact van hun verhaal nog net dat tikkeltje te vergroten. Bovendien geeft het zwart-wit waarin het grootste deel van deze Shakespearebewerking is gedraaid, de film een gestileerde schoonheid mee die voor de neorealisten nauwelijks denkbaar was geweest.

Let maar eens op de harde belichting en de diepe contrasten die de setting typeren wanneer eerst Brutus en vervolgens Marcus Antonius hun toespraken houden; het is zo mooi uitgewerkt dat ook de rest van de gevangenen zich laat meeslepen door de onsterfelijke verzen uit Stratford-upon-Avon. Het hele creatieproces beperkt zich immers niet tot het handvol gedetineerden dat meespeelt, maar breidt zich al snel uit tot de rest van de gevangenis, doordat de theaterzaal gerestaureerd wordt en de repetities op verschillende plaatsen moeten doorgaan – de bibliotheek, de gang, de cellen, zelfs de binnenplaats. Komt daar nog bij dat, ondanks het semi-documentaire karakter waarop de film zich beroept, de twee gelauwerde cineasten zich niet te beroerd voelen om de schijnbaar willekeurige repetities zo te monteren dat de spanningsboog van de originele tekst nagenoeg perfect naar het scherm wordt vertaald.

Waarschijnlijk zullen sommigen het betreuren dat de krasse knarren zoveel ingrijpen in de structuur en stijl van de oorspronkelijke registraties die zij maakten en zo het documentaire karakter van de film wat naar beneden halen. De impact van de prent wordt er onder de hand van Paolo en Vittorio Taviani echter niet kleiner op; wij hadden het alleszins verdomd moeilijk om niet mee op te staan en te applaudisseren wanneer het theaterpubliek de makers van deze unieke voorstelling op een staande ovatie trakteert.

Met:
Salvatore Striano, Cosimo Rega, Giovanni Arcure, Antionio Frasca, Juan Dario Bonetti, Vincenzo Gallo, Genarro Solito, Fabio Cavalli
Regie:
Paolo Taviani, Vittorio Taviani
Duur:
76
2012
Italië
Scenario:
Paolo Taviani, Vittorio Taviani

verwant

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in