In de beginperiode van de populaire muziek werd het artwork bij albums niet als bijzonder belangrijk gezien. Een album was niet meer dan een verzameling nummers, vaak enkele singles met een hoop filler erbij, en als er al überhaupt iets op de cover moest staan, dan volstond een foto van de artiest of band ruimschoots.
Dat is doorheen de jaren gelukkig veranderd, en vandaag is het meer regel dan uitzondering dat een plaat wordt uitgebracht met prachtig artwork. De cover van Helioscope, de tweede plaat van de Britse postrockband Vessels, behoort in dat opzicht ongetwijfeld tot de mooiste die we de afgelopen jaar te recenseren kregen met haar prachtig gedetailleerde surrealistische handtekening. En hoewel never Judge a book by it’s cover een grote wijsheid is, heeft Vessels ook muzikaal iets te bieden achter de mooie façade die ze met hun artwork uitspelen. Op debuut White Fields And Open Devices bewees de band uit Leeds een kleine drie jaar geleden al dat ze kwaliteit te bieden hebben binnen het oververzadigde postrockwereldje door onder meer te flirten met concepten uit het verwante genre math rock en door soms ronduit de catchy toer op te gaan. Helaas viel dat debuut uiteindelijk eerder mager uit doordat Vessles slechts op ongeveer de helft van de nummers wist te boeien en op de rest toch wat teveel clichématige postrockpaadjes bewandelde.
Met Helioscope gaat Vessels minder voor die typische aanpak, al is ook hier dat euvel nog niet volledig verholpen en worden sommige tracks gekenmerkt door een eerder ongeïnspireerd geluid. De plaat opent nochtans erg sterk met het duo “Monoform” en “The Trap”. Vooral “Monoform” is het soort nummer dat je telkens weer opnieuw voor de eerste keer zou willen horen omwille van de verrassende en inventieve manieren waarop de band hier omgaat met muzikale ideeën. Hoogtepunt van de plaat is ongetwijfeld “Meatman, Piano Tuner, Prostitute” dat ondanks haar bizarre titel en de weinig verrassende opbouw barst van de wondermooie pracht, niet in het minst door de uitstekende gastvocals van Stuart Warwick (helaas meteen ook de enige echt goede vocals op Helioscope) die het nummer enkele tientallen niveaus hoger optillen.
In alle drie deze tracks zitten grootse climaxen en ettelijke onder effecten bedolven gitaren, maar omwille van de relatief originele context (of in het geval van “Meatman” door de simpelweg perfecte uitvoering) stoort dat niet en weet de band de aandacht goed vast te houden. Dat is helaas minder het geval op “All Our Ends”, waarin de crescendofinale eerder nutteloos ellenlang gerekt wordt, al vormt het contrast van de vernietigende geluidsgolf van die finale met de naar ambient neigende rust van afsluiter “Spun Infinite” wel voor een mooi contrast. In “Later Than You Think” wordt ook volop de postrockkaart gespeeld, maar hier weet Vessels meer te overtuigen door gewoon een oerdegelijk nummer af te leveren.
Meestal blijft de muziek op Helioscope wel genietbaar maar op twee nummers verliest Vessels helemaal het noorden en klinken ze bij momenten zelfs haast irritant. “Art/Choke” wordt bijvoorbeeld opgebouwd rond een bijzonder saaie riff die overkomt als een ongeïnspireerde 65daysofstatic-ripoff. Op “Recur” zijn het dan weer de vocals die wat te dicht bij de toonloosheid aan schurken. In afsluiter “Spun Infinite” worden de vocals dan weer wat interessanter aangewend, vooral in de context van zwellende synthakkoorden die voorzichtig met dissonantie worden doorspekt.
Ondanks enkele missers is Helioscope over het geheel genomen toch een behoorlijk goede plaat, zij het een die veel meer potentieel in zich herbergt dan wat er uiteindelijk te horen valt. Met drie uitstekende nummers, een handvol degelijke nummers en twee relatieve tegenvallers valt de buit misschien wat mager uit, maar gelukkig wegen de positieve aspecten van de plaat meer door dan de negatieve. Het zal echter wachten zijn op een derde plaat om te zien of Vessels haar potentieel echt kan verzilveren.
Vessels speelt op 7 mei in de Charlatan te Gent (organisatie Democrazy) in het kader van de reeks The Big Next.