Blue Note, 2010
Het contrast kan moeilijk groter zijn: Jason Moran wordt net zoals
Vijay Iyer
beschouwd als een van de bevrijders van de eigentijdse jazzmuziek,
en toch is de discrepantie tussen de twee muzikanten opmerkelijk.
Hoewel de twee Amerikaanse burgers uit eenzelfde leeftijdscategorie
stammen, zijn hun invloeden en inspiraties duidelijk verschillend.
Moran flirt met zuiderse stijlen, hip hop en avantjazz,
terwijl Iyer vaker kiest voor rechtlijnigheid en een vleugje
oriëntalisme in zijn composities.
Recent is ‘Solo‘, het
individuele werk van Vijay Iyer, hier al besproken maar nu is het
ook de beurt aan de laatste worp van Moran. De pianist opteert
wederom voor zijn vaste muzikanten, Tarus Mateen (bas) en Nasheet
Waits (drums), een gezelschap dat al sinds 2000 standhoudt. Dat
Moran weinig hoeft onder te doen voor andere tijdgenoten, bewijst
zijn contract bij het prestigieuze Blue Note. ‘Ten’, dat verwijst
naar het tienjarige jubileum van het trio, is een veelzijdig en
vindingrijk album dat een aantal keer verrassend uit de hoek
komt.
Jason Moran doet in enkele opzichten denken aan de befaamde
jazzpianist Thelonious Monk: het is een plezier om hem te horen
spelen, maar de verwondering neemt pas toe wanneer je hem ook
live aan het werk ziet. Luisterend naar ‘Ten’ krijg je het
gevoel een zeer flitsende en intense muzikant aan het werk te
horen. ‘Blue Blocks’ is zeer ritmisch georiënteerd, maar neemt
vanaf het middenstuk een hoge vlucht naar opwinding.
Het is een herculeswerk om alle invloeden op ‘Ten’ te duiden. Op
‘Feedback Pt.2’ hoor je op de achtergrond elektronische escapes die
men makkelijk zou kunnen toeschrijven aan de future jazz
of nu-jazz. Het blijft gelukkig niet beperkt tot wat
creatieve duimzuigerij, want er lijkt tevens een achterliggende
boodschap boven te drijven: communicatie wordt gedomineerd door
technologie en maakt de fysieke afstand tussen mensen steeds
groter. Die sombere context wordt gecombineerd met een zoete en
bevlogen speelstijl, wat een interessant contrast geeft.
Het trio put niet enkel rijkelijk uit eigentijdse stijlen, maar
durft ook terugblikken op het verleden. ‘Crepuscule With Nellie’ is
schatplichtig aan de jazztraditie, maar bevat een aantal
contemporaine elementen. Het brede kleurenpalet dat Moran gebruikt
is een verrijking voor het genre en maakt van ‘Ten’ een aangenaam
album dat je op ieder moment van de dag kan opzetten.
Er zijn twee nummers met de titel ‘Study No. 6’, maar de uitwerking
valt moeilijk te vergelijken. De eerste compositie is een
wereldlijke expressie van dansmuziek en jazz, terwijl het tweede
stuk voorzichtiger is in opbouw maar gekenmerkt wordt door een
extra dimensie onder het wateroppervlak. Tussen die twee studies
krijgt de luisteraar nog een klassiek aandoend werk voorgeschoteld,
dat binnen het oeuvre van Max Richter zou passen.
Een van de meest memorabele kenmerken van Jason Moran is het
gegeven dat hij durft maatschappijkritisch uit de hoek te komen.
Net zoals trompettist Christian Scott eerder dit jaar met ‘Yesterday, You Said
Tomorrow‘, is hij fel begaan met het lot van zijn tijdgenoten.
‘RFK In The Land Of Apartheid’ is een krachtig politiek statement,
maar bovenal een korte en bezwerende compositie. De ongewone
baslijn past uitstekend bij de zachte pianomelodie en het nummer
mondt ingetogen naar een climax uit. Daarnaast is er ook nog het
langgerekte ‘Gangsterism Over 10 Years’ dat aanvoelt als een
realistische muziekschets van de onderwereld. Een fast
lane naar rijkdom en decadentie, die op een zeker moment
abrupt beëindigd wordt. Het venijn zit echter in de staart, wanneer
duidelijk wordt dat criminaliteit nooit volledig weg te bannen is:
wanneer het ene imperium in elkaar stuikt, wordt het vacuüm snel
door een ander gevuld.
Met dertien nummers en een speelduur van boven het uur krijgt Jason
Moran voldoende ruimte om zijn vindingrijke stijl te demonstreren.
Het tweede deel van het album is wat zachter door het wiegende ‘Big
Stuff’, dat uiteindelijk wel wervelend eindigt, en ‘The Subtle
One’, een onscherpe ervaring die creativiteit combineert met
karakter en souplesse.
Het trio rond Jason Moran waagt zich op ‘Ten’ nooit aan het
experimentele, maar durft het verleden wel eigenzinnig te benaderen
en een aantal eigentijdse ingrediënten toe te voegen. Jason Moran
is een bevlogen muzikant die steeds de juiste intonatie in zijn
composities legt. Misschien is ‘Ten’ niet zo opzienbarend als
‘Solo’ van Vijay Iyer, maar het is een niet minder dan verdomd
aardig album.