Er zullen toch een aantal wenkbrauwen gefronst geweest zijn, toen in 2009 voor het eerst het nieuws de ronde deed dat Eric Revis, Jason Moran, Nasheet Waits en Ken Vandermark elkaar gevonden hadden in een splinternieuw kwartet. Dit album, dat begin 2012 opgenomen werd, laat echter horen dat de vier er goed in geslaagd zijn om hun respectieve achtergronden tot een veelkleurig geheel te smeden.
Vooral de combinatie van bassist Revis, al jarenlang de rechterhand van Branford Marsalis (en die valt moeilijk buiten de mainstream te situeren), en Vandermark, een typevoorbeeld van een in de marge opererende muzikant, leek aanvankelijk wat vreemd. Tot je beseft dat Vandermark ook nooit vies geweest is van de jazztraditie of de werelden van rock en soul, terwijl Revis heel wat meer is dan een gezellig aan de bas plukkende jazzvirtuoos, want hij speelde eerder ook met Steve Coleman, Michael Marcus en recent zelfs een paar opgemerkte concerten met Peter Brötzmann. Het is kortom de man die de mainstream en het experiment weet te verenigen.
Met de aanwezigheid van pianist Jason Moran (de tweede MacArthur Fellowship-winnaar in dezelfde band!) en drummer Nasheet Waits, die al ruim een decennium samenspelen in Morans Bandwagon, haalde Revis bovendien een tandem in huis die op een onwezenlijk hoog niveau kan spelen en eigenlijk al net zo moeilijk vast te pinnen valt. Moran duikt maar al te graag in de muziekgeschiedenis, maar overloop z’n discografie eens rustig en er vallen vergelijkingen te rapen met de beboppianisten, maar ook met voorgangers als Andrew Hill, Muhal Richard Abrams en zelfs Cecil Taylor. En referenties aan de klassieke traditie. Het kan kortom alle kanten uit. En dat doet het eigenlijk ook.
Dat dit wel degelijk Revis’ moment de gloire is, wordt niet enkel bewezen door een handvol composities van zijn hand, maar ook door een paar solostukken. Zo wordt Parallax op gang gebracht door de korte tour de force “Prelusion”, waarin hij zijn controle over de extended techniques uitvoerig mag bewijzen, en afgesloten met het titelnummer, waarin hij met zichzelf in dialoog gaat door geplukte en gestreken baspartijen tegen elkaar uit te spelen. Het album wordt bovendien ook nog eens in twee gespleten door “Percival”, dat naar verluidt verwijst naar pianist Cecil Taylors middle name en ook baadt in de ongedurigheid die een kenmerk is van diens muziek.
Daarnaast valt er haast voor elk wat wils te rapen, met vrije improvisatie, een paar strak gecomponeerde stukken en wat verrassende covers. Van de collectief geïmproviseerde brokken is “Hyperthral” de opvallendste, startend met een redelijk open aanpak en gaandeweg intensifiërend en haast aansluitend bij het woelige terrein van het David S. Ware Quartet. Even vrij, maar wat meer toegespitst op de kleine geluidjes, is “Enkj” (de voornamen achter elkaar geplakt), terwijl “IV” aanvoelt als een gecomponeerd stuk, vooral door Vandermarks duidelijk gearticuleerde melodische lijnen.
Revis’ “MXR” is een mars die zich voortbeweegt met een statigheid waarbij de vier mooi aan hetzelfde laken trekken, terwijl Vandermarks gecomponeerde bijdrage “Split” het meest swingende stuk van de plaat is. De grootste verrassingen zijn echter de covers van Fats Wallers “I’m Going To Sit Right Down And Write Myself A Letter”, waarin het gezapige tenorspel aanvankelijk wordt omgeven door een wereld van geschraap en geroffel, en vervolgens een rechtlijniger, maar niet minder avontuurlijk parcours uitgetekend wordt; en ook een versie van Jelly Roll Mortons “Winin’ Boy Blues”, waarin de bruisende muzikale interactie zich voortdurend (net) buiten de lijntjes afspeelt.
Het is duidelijk dat deze vier mekaar vonden in de studio. Er wordt gemusiceerd op hoog niveau en met een vanzelfsprekendheid die voor mindere muzikanten zeker geen evidentie geweest zou zijn. De enige bedenking die we dan nog hebben is dat Parallax soms te veel aanvoelt als een staalkaart, als een menu van wat de band in de aanbieding heeft. Alsof de band zocht naar een antwoord op de vraag wat ze zoal kunnen. Als er nu ook een vervolg komt dat een antwoord biedt op de vraag wat ze het liefst willen, dat gaat dat ongetwijfeld een nog sterker visitekaartje opleveren.