Wie in zijn groepsnaam naar één van de muzikaal meest eclectische gebieden van de wereld refereert, kan maar beter tegemoet komen aan de hoge verwachtingen die daarbij horen. Eventuele twijfels hierover heeft Balkan Beat Box met zijn twee vorige platen gelukkig al de kop ingedrukt, waardoor het er met Blue Eyed Black Boy gewoon op neerkomt te bevestigen.
Het is moeilijk om nog kritisch te zijn over Balkan Beat Box, en dat heeft de groep louter aan zichzelf te danken. Wie een compleet eigen geluid en niche uitvindt, komt qua interessantheid namelijk automatisch terecht bovenaan de lijstjes van serieuze muziekcritici. Enkel een groep met nog meer originaliteit kan hierover een schaduw werpen. Bovendien maakt Balkan Beat Box niet eens echt moeilijke muziek, maar is de band eigenlijk gewoon een moderne update van dansbare hiphopgroepen met een randje als Stereo MC’s en Urban Dance Squad, met als enige grote verschil de dominante balkaninvloeden.
Eén van de leuke neveneffecten hiervan is dat de groep hiermee de deuren tussen de popmuziek en de wereldmuziek wagenwijd openzet. Want laat ons eerlijk zijn: hoewel het hoogstaande trompetgeschal van balkan brassbands als BoBan I Marko Markovíc Okestrar, Fanfare Ciocarla en The Klezmatics het vuur hoog kan laten oplaaien, is het nog altijd geen muziek om bij een gewone barbecue met vrienden grijs te draaien. Met een groep als Balkan Beat Box lijkt de kans om zulke barrières met logge sloophamers neer te halen, echter steeds dichterbij te komen.
Het popgevoelige "Move It" maakt meteen duidelijk hoe Balkan Beat Box hierin slaagt: terwijl het halfvuile taaltje van de muzikanten uit een buitenwijk van New York lijkt te komen, laat het combo in het refrein oosterse klanken weergalmen alsof het alledaagse kost is. Hierbij laat de groep het bovendien evenmin na om bezielde protestteksten op het publiek af te vuren, met als gevolg dat zelfs Michael Franti en Bob Marley nooit ver weg lijken. Dat is een geniale aanpak, want het zorgt ervoor dat het publiek langzaam maar zeker, en zonder het echt te beseffen, van het typische balkangeluid gaat houden.
Dat zulke krachtige protestnummers op Blue Eyed Black Boy overvloedig aanwezig zijn, is een sterke indicatie dat het publiek het plaatje zal lusten. In titeltrack "Blue Eyed Black Boy" bezingt Balkan Beat Box namelijk de mooie kanten van een multiculturele wereld, terwijl "War Again" Balkan Beat Box’ variant van Doe Maars "De Bom" is. Daarmee is Balkan Beat Box echter vooral explosief op zomerse festivalweides, waarbij expressieve balkanblazers nog meer olie op het vuur komen gooien.
Toch maakt Balkan Beat Box het zijn publiek niet altijd even gemakkelijk. Tussen de grote kleppers durft de groep hier en daar namelijk nog wel eens iets puristischer te werk te gaan. Dat is bijvoorbeeld het geval in "Marcha La Vida", waarin niet eens echt gezongen wordt, maar waarin gezellig Spaans geroezemoes mediterrane feestmuziek mag counteren. Of in "Balcumbia", een instrumentaal nummer dat er vooral op gericht lijkt mooie vrouwen aan het buikdansen te krijgen. Het zijn beide nummers die men net zo goed op een plaat van een échte brassband had kunnen aantreffen, maar hier evenmin uit de boot vallen omdat de balkan- en klezmersfeer toch al prominent aanwezig is. Wat ons weer bij Balkan Beat Box’ toegevoegde waarde brengt: de feestelijke wereldmuziek van de Balkan bij een groot publiek aan de man brengen.
Dat de groep met Blue Eyed Black Boy meer dan ooit op zo’n verdienste aanspraak maakt, mag bijgevolg duidelijk zijn. Voor wie "Smatron" weet te smaken, is de aanschaf van een puristische plaat met Albanese bruidsmuziek immers nog maar een kleine stap en bij "Ljepa Mare" krijgt een mens spontaan goesting om een vakantie naar Roemenië te boeken. En zeg nu zelf: van hoeveel bands kan dat worden gezegd?