Het kostte Sigur Rós tien jaar om van obscure zweefgroep op Coldplayterrein verzeild te raken, sommige groepen doen het op nauwelijks twee jaar. Maar dat mag ons van Kyte eigenlijk niet verrassen. Ook op hun titelloze debuut koppelden ze het geluid van de IJslanders al aan een opmerkelijk toegankelijke benadering. Maar op Dead Waves loopt het goed fout.
We hadden het nochtans graag anders gezien. Met Kyte was de kennismaking met de groep twee jaar geleden alleraardigst, en we bombardeerden het viertal dan ook maar wat graag tot tip voor 2009. Het had uiteindelijk iets meer voeten in de aarde, maar met Dead Waves is er nu een opvolger die de bal pijnlijk laat vallen: meer Owl City dan Postal Service, meer Snow Patrol dan Sigur Rós.
Maar we begrijpen het. Twee jaar geleden hadden we een interview met bassist Ben Cox. “Houd jij dan niét van Coldplay?” vroeg hij verbaasd toen het gesprek daarop kwam. Kyte doet dat immers duidelijk wel, en op Dead Waves kiezen ze resoluut voor het brede gebaar van Chris Martin en zijn vriendjes, net op het moment dat ze er nog niet speelden maar de stadions wel al konden ruiken. Hol pathos ligt om de hoek, overstatement is een moeilijk te missen bananenschil.
Al is het pijnlijkste vooral dat het beste moment van Dead Waves dat ene nummer is waarop de groep die tomeloze ambitie bijna waarmaakt. Single “INHFSA” slaat een brug tussen M83 en Keane met een killer refrein en zang die net dat tikje dromerigheid behoudt. Maar als dit de richting is die Kyte uitwil, dan had het dat niveau een hele plaat lang moeten aanhouden. Elders pakt de groep echter uit met tweederangsmateriaal dat zelfs een eeuwige B-band als Snow Patrol — The Coldplay you can’t even hate — “een beetje mager” zou vinden.
Al moeten we nog een uitzondering maken voor “Fear From Death”, dat rechtstreeks uit de eighties van Talk Talk en andere dramatische haargolven lijkt geïmporteerd, maar dan vermangeld door een tijdmachine die een voorliefde voor lichte shoegaze heeft. Het heeft wel heel veel van hitparadepop maar behoudt een vage kwaliteit die het meer op atmosferisch terrein houdt.
We zitten op bekend terrein bij “Each Life Critical”: zang die klinkt alsof ze achterwaarts is ingezongen, leuke gesamplede ritmetrack, maar dat is het. De band doet er vervolgens zeven minuten niets mee en laat het moment om de grandeur van het debuut te recreëren voorbijgaan. Het is maar één van de gemiste kansen op deze plaat. “Guns And Knives” is de laatste daarvan die we zullen aanhalen: alweer very eighties, maar het nummer loopt verloren in zijn eigen mist, draait wanhopig in cirkels zonder zijn richting te vinden.
Er zat een belofte in dit viertal, maar ergens onderweg is de groep zichzelf kwijtgeraakt. Op Dead Waves horen we een groep die meer ambitie dan ideeën heeft, meer met een geluid dan met songs bezig is. En dan — je zult het altijd zien — loopt het fout. Kyte moet terug naar de tekentafel of het komt niet meer goed.