Echt gebeurd: “Rex” van Customs weerklinkt op café en er ontspint zich een discussie of het de nieuwe single van Interpol, Julian Plenti of Customs is. Bij gebrek aan consensus, wordt uiteindelijk besloten dat het ’toch niet meer van het niveau van de eerste Interpol’ is en wordt een voldane slok Cristal gedronken op zoveel muzikale wijsheid.
Kwaad dat wij worden van Customs. Niet zozeer omdat hun muziek ons niet aanstaat (allemaal verspilde energie, daar kwaad van worden), maar omdat je er onmogelijk kritiek op kan hebben, zonder je bloot te stellen aan het “Je bent gewoon een blasé ouwe lul”-argument. Dat hebben Kristof Uittebroek en de zijnen verdomd mooi voor elkaar, al verdenken we hen er ook van blasé ouwe zakken te zijn. Maar blasé ouwe zakken met een groepje, enig muzikaal talent en minder moeite met integriteit opzij schuiven.
Zo’n “Rex” of “Justine” zijn onwrikbare radiohits, dankzij de bekende combinatie van scherpe, repetitieve gitaartjes, enkele fantastische hooks en een uitgebreid instrumentaal brugje tijdens hetwelk het publiek even mag meeklappen. Maar dus eveneens geholpen door gekende Peter Hookbaslijntjes en Curtisiaanse onthecht geneuzelde zang over vage dingen die precies toch wel een beetje erg klinken. Goed en slim gedaan, kan je dan zeggen.
Customs, lieve lezer is echter een kopie van een kopie. Een jaar of tien geleden zou men erover schrijven dat ze op frisse wijze het Joy Divisiongeluid actualiseren en dat zanger Uittebroek op hoogst verdienstelijke wijze de voordracht van Ian Curtis weet te benaderen. Dat het tekstueel allemaal wat rammelt (of mysterieus is), maar de emotionele impact van het origineel mist.
Ware het dus niet dat Interpol in 2002 Turn On The Bright Lights op de mensheid losliet en de mensheid daar zeer over te spreken was. Niet dat Enter The Characters als een kopie van die moderne klassieker (die overigens daadwerkelijk het bekende Joy Divisiongeluid zeer raak actualiseert) klinkt. Neen, de blauwdruk van Customs’ debuut is veeleer op de — beduidend minder boeiende — tweede en derde albums van Interpol te vinden.
Dat Interpol er intussen zelf achter is dat zijn recente output meer vorm dan inhoud bevatte, smeert alleen maar meer stront aan de knikker. Niet dat Customs een slechte groep is, gewoon hoogst onorigineel en een onwelriekend gefabriceerd geurtje achterlatend. “There’s Always Room For One More Pole Dance” is zo’n foute stijloefening, dat het ook een zeer vernuftige parodie zou kunnen zijn.
De ene keer dat een song van Enter the Characters niet op iets van Interpol lijkt (“Talk More Nonsense”), worden schaamteloos ideeën uit dEUS’ “The Architect” gepikt. En zo lijkt elke song wel geschreven voor De Afrekening. Dat mag allemaal, maar wie muziek maakt als een gehaaide productontwikkelaar, mag niet vergeten dat echt duurzame en succesvolle producten ook origineel zijn. Customs zal wel het nodige talent in huis hebben, maar zou dringend eens een Unique Selling Proposition moeten bedenken. Of iets vooruitziender ‘geïnspireerd zijn door’.
“Rex” zou overigens — mede dankzij de vernuftige productie van Alex Callier — niet misstaan op Interpols Our Love To Admire maar zelfs als niet-blasé ouwe zak, moet een mens zich afvragen of dat wel een compliment is.