De ‘Final Destination’-franchise is nooit het absolute
schoolvoorbeeld geweest van diepzinnige cinema, maar dat maakte
niet zo gek veel uit. ‘Final Destination’ nummers één tot en met
drie waren verre van memorabel, maar zo lang ze duurden, waren ze
best amusant. Het waren altijd van die typische films die je kan
vergelijken met een vettige hamburger: ’t is niet hoogstaand, maar
af en toe heb je daar gewoon goésting in. Met de laatste
aflevering uit de reeks hebben schrijver Eric Bress en regisseur
David R. Ellis (het duo dat ook verantwoordelijk was voor
numéro dos) de bal wel erg lelijk misgeslagen. Komt dat nu
doordat ze de uitdieping van de personages uit het oog verloren
hebben? Doordat ze er niet in geslaagd zijn een veelgelaagde plot
op papier te krijgen? Of doordat de verschillende sterfpartijen
ongeïnspireerder zijn dan ooit? Dat laatste, natuurlijk. Waarom zou
je anders naar onzin als dit gaan kijken?
Nee, zelfs op gebied van ongegeneerde, zinloos bloederige en
stiekem vrij geestige tienerhorror schiet de vierde ‘Final
Destination’ (waarin de makers een graantje trachten mee te pikken
van de 3-D hype) zijn doel ruim voorbij. Net zoals in de vorige
films zit er ook nu genoeg humor in om te kunnen spreken van een
zelfrelativerend tussendoortje, maar het probleem is dat zelfs die
humor – altijd jammer – niet grappig is. Verder zijn de personages
naar aloude gewoonte wandelende bordkartonnen panelen, stinken de
dialogen harder dan ooit en wordt het verhaaltje dat we ondertussen
al drie keer hebben gezien, dit keer zó schaamteloos herkauwd dat
elk laatste greintje suspens en verrassingswaarde (wie gaat de
volgende zijn?) er tot de laatste druppel wordt uitgeknepen. De
film is in ieder geval even origineel als zijn slogan: Rest In
Pieces. Ja, ook bij de mannen van de marketing is er ongetwijfeld
menig speekmedaille uitgedeeld.
Afijn, pro forma zullen wij u dan toch maar het verhaal meegeven
(kwestie dat wij ons blad hier gevuld krijgen, of we krijgen weer
geen eten). Op een dag zitten student Nick, zijn liefje Lori en een
bevriend koppel (ik zou de namen geven, maar die zijn niet
relevant; om in horrorclichés te spreken: ’t is de veel te coole,
op geweld kickende bird brain en de kleurloze
vriendin van het lief van het hoofdpersonage) bij
het racecircuit even een pauze te nemen. Muren vertonen
zorgwekkende scheuren, vijzen lijken zichzelf uit de banken te
wurmen en alles rammelt en kraakt. Dan krijgt Nick plots een
visioen. Een wagen crasht en alle mensen in zijn eigen tribune
sterven een snelle, maar bloederige dood. In paniek kan hij zijn
vrienden en nog een handvol andere mensen – om het maar bij clichés
te houden: de hillbillies, de racist en de neger – overtuigen mee
naar buiten te gaan, wanneer het onvermijdelijke gebeurt. Vanaf dan
komt de Dood iedereen die eigenlijk had moeten omkomen bij de crash
één voor één ophalen.
Kennelijk is de dood een ziekelijk creatief brein dat geen
genoegen neemt met simpele hartstilstanden, pietluttige valpartijen
of – godbetert – vredig inslapen (daarvan zijn de drie vorige films
alvast getuige) maar na zoveel originele slachtingen heeft hij er
blijkbaar ook zijn buik vol van. Op een of twee uitzonderingen na
(dat zwembadputje! die roltrap!) valt er maar bitter weinig te
beleven aan de sterfgevallen in ‘The Final Destination’ (briljant
gevonden, overigens, die titel, geef de jongens van de marketing
gerust nog een extra schouderklopje). En dan is het meteen gedaan
met praten, hé, want geef toe: als de scènes waarin iemand
uitzinnig de pijp uitgaat al tegenvallen, wat blijft er dan nog
over? Drie, vier minuten slecht geacteerde scènes met slechte
dialogen? Hewel, ja. Daarvoor moet u het dus écht niet
doen.
Wij hebben de film in 2-D gezien, dus misschien vergissen we
ons, maar als wij u een raad mogen geven: ga hem vooral niet in 3-D
bekijken. (Als we dan toch raad aan het uitdelen zijn: ge hem
gewoon niét bekijken.) Af en toe, en dan vooral bij ontploffingen,
zie je wel eens iets richting scherm vliegen zoals een autoband of
een lichaamsdeel, maar veel meerwaarde gaat dat wellicht niet
geven. De film is sowieso al één lange, uitgemolken gimmick en om
dan nog eens extra te gaan betalen voor een goedkoop visueel
effectje, het lijkt toch ietwat overbodig. Hopelijk weet ‘Avatar’
van James Cameron eindelijk eens gebruik te maken van deze nieuwe
technologie op een manier die écht een meerwaarde geeft aan de
film, maar we dwalen af en we hebben u onze conclusie nog niet
meegegeven: ‘The Final Destination’ suckt, zeggen wij u!
Suckt!