V2, 2008
Wonderkind, nieuwe Bob Dylan, beste songwriter van zijn generatie:
het zijn maar een paar van de eretitels die Conor Oberst de laatste
jaren verzameld heeft. En we geven het graag toe: ook wij zijn fan.
Conor, die zachtjes klagend zijn tierangsten bezweert op platen als
‘I’m Wide Awake It’s Morning’ en ‘Lifted’, werd onze steun en
toeverlaat en is sindsdien niet meer weg te denken uit onze
cd-speler.
Met ‘Cassadaga‘ leverde hij vorig jaar nog een ijzersterk
staaltje van zijn kunnen af waarbij hij bewees op alle vlakken
volwassen te zijn geworden.
Nu komt Conor echter weer met een solo-album op de proppen, voor
het eerst in dertien jaar. Nuja, solo: met een groep bevriende
muzikanten (The Mystic Valley Band) trok hij naar Mexico om daar in
recordtijd dit album op te nemen.
Het is een album geworden waarop Oberst alle experiment overboord
gooit en terugkeert naar de basis: van zwierige americana over
stampende bluegrass/country tot de gebruikelijke folkballads. Een
album over “the road” en het altijd onderweg zijn. Oberst is goed
bij stem en klinkt gelukkiger dan ooit. Op betere dagen neuriën we
dan ook graag mee met de aanstekelijke melodie van pakweg ‘Get Well
Cards’, en denken, genoegzaam achteruitleunend, dat ons brave
wonderkind weer maar eens een fijn plaatje heeft afgeleverd. Jammer
genoeg zijn onze slechte dagen talrijker, waarop we bij een sof als
‘I Don’t Want to Die (In A Hospital)’ jammeren om zoveel
onaangewend talent.
Daar knelt het schoentje immers: voor elke goede song op deze
plaat, staat er minstens één slechte. Goed, echte stinkers zijn er
niet te vinden, maar bij een vrolijke stamper als ‘NYC-Gone, Gone’
hebben wij de indruk dat Oberst elke dag wel tien zulke songs zou
kunnen schrijven. En betere. Bovendien schakelt hij hier ook
tekstueel een aantal versnellingen lager: zijn haast literaire
poëtische introspectie en scherpe (politieke) observaties ruimen
plaats voor bijna banale verhaaltjes en rijmelarij. Al geldt ook
hier dat het nooit echt beschamend slecht wordt – we zijn gewoon
beter gewend.
Misschien zijn we wel wat te streng – als de verwachtingen
hooggespannen zijn, word je natuurlijk makkelijker teleurgesteld –
dus laten we ook positief zijn.
Op songs als ‘Danny Callahan’ en ‘Souled Out!!!’ zou zelfs een Jeff
Tweedy trots zijn en met het bezwerende ‘Milk Thistle’, een
kristalheldere ballad over verloren liefde, herinnert Oberst ons
eraan waarom we ooit fan zijn geworden.
We zullen verschillende tracks van dit album dus wel nog een tijdje
meedragen, maar eigenlijk krijgen we van dit album vooral zin om
vlug wat Bright Eyes op te leggen.
Was dit een schoolrapport, dan luidde het onderschrift: “Geen
slechte resultaten, maar je kan beter, Conor!!”.
Wij houden het er liever op dat hij ons nog altijd een absoluut
meesterwerk verschuldigd is.
www.conoroberst.com
www.myspace.com/conoroberst
Conor Oberst & The Mystic Valley Band spelen op 3 september
in de Botanique (Brussel).