98 min. /
USA / 2007
Een vraag voor wanneer u zich niets anders af te vragen zou
hebben: stel dat een film tot aan de nok vol met clichés zit, maar
de makers hebben die clichés er willens en weten ingestoken. Kun je
dat dan nog een slechte film noemen? Of zit je op dat moment per
definitie met een soort van metageval, een postmodern
knipoogfestijn waar je onder alle omstandigheden de lol van moet
inzien? ‘P2’, een low budget horrorthriller van Franck
Khalfoun, zet aan tot dat soort van vragen. Tijdens de bijna 100
minuten die de film duurt, zie je eigenlijk niets dat je niet op
voorhand had kunnen verwachten, en bepaalde wendingen zijn zo voor
de hand liggend dat ze bijna tot het Werelderfgoed der Horrorfilms
zouden kunnen behoren. Een psychopaat die de neiging heeft om
geruisloos achter de rug van zijn slachtoffer op te duiken?
Check. Een heldin met een flinke bos hout voor de deur?
Double check. Een gsm die het op cruciale momenten
vertikt? Check. Geklooi met sleutels, net op tijd
dichtvallende deuren, flikken die niets doorhebben, een hond met
scherpe tandjes… Check, check, check en nog eens
check.
‘P2’ is een oerklassieke genrefilm die absoluut niets nieuws toe
te voegen heeft aan wat zijn voorgangers al hebben gedaan. Maar dan
komt de clou: Khalfoun en zijn medewerkers weten dat zelf ook wel,
en ze maken er met veel plezier gebruik van. Ze zeggen als het ware
tegen hun kijkers: “Jà, dit gaat een by the numbers
horrorthriller worden, en om je dat toch maar héél duidelijk te
maken, gaan we de clichés nog eens extra dik uitsmeren ook.
Let’s have fun.” En fun is het. ‘P2’ biedt precies wat je
ervan kunt verwachten, niet meer en niet minder. Eens het afgelopen
is, moet je niet geloven dat je er een dag later nog veel van zult
weten, maar zo lang het duurt, weet ‘P2’ best wel te amuseren.
Rachel Nichols speelt Angela Bridges, een yuppie die een
onbestemde job uitvoert ergens in een torengebouw in New York (het
heeft van alles te maken met cijfertjes en miljoenen en rapporten
opstellen, en daar moeten we het dan maar mee doen). Nadat ze op
kerstavond heeft moeten overwerken, kijkt ze er naar uit om zo snel
mogelijk naar haar familie te kunnen gaan, maar dat is nog niet zo
eenvoudig: haar auto wil niet starten en nadat ze een taxi heeft
opgebeld, blijkt dat de deuren van het gebouw al op nachtslot
zitten. De ogenschijnlijk vriendelijke, maar ook lichtjes
creepy nachtwaker Tom (Wes Bentley) lijkt haar
aanvankelijk te willen helpen, tot hij zijn ware gelaat toont: hij
verdooft Angela en wanneer ze weer wakker wordt, zit ze
vastgetekend aan een tafel in zijn kantoor in de ondergrondse
parkeergarage, enkel nog gekleed in een wit onderjurkje waar haar
(niet onaanzienlijke) natuurlijke gaven haast uitfloepen. Hij wil
kerstmis met haar vieren, zegt hij op een twijfelachtig Norman
Bates-toontje. En mocht Angela daar toevallig geen zin in hebben,
dan heeft hij nog altijd zijn pistool, taser en desnoods
het handvat van zijn zaklamp om haar op andere gedachten te
brengen.
Dat uitgangspunt alleen al is een klassieker: je steekt een
psychopaat en zijn slachtoffer vast in een beperkte ruimte en
vervolgens probeer je zoveel mogelijk inventieve situaties te
bedenken waarin die personages verzeild kunnen raken. De exemplaren
waar Khalfoun en zijn scenaristen (waaronder Alexandre Aja, hij van
‘Haute Tension’ en ‘The Hills Have Eyes’)
mee op de proppen komen, zijn meestal niet bijster inventief, maar
ze worden wel goed uitgevoerd en getuigen van een gevoel voor
zelfrelativerende humor. Een voorbeeld: op een bepaald moment weet
Angela tot in een lift te raken. Ze probeert er mee tot aan de
lobby te gaan, maar Tom heeft de lift schijnbaar geblokkeerd, zodat
ze niet hoger raakt dan de eerste verdieping van de garage. Ten
einde raad laat ze de lift dan maar hangen tussen twee
verdiepingen. Toms oplossing? Hij wrikt de deur van de liftschacht
open en laat water naar binnen stromen. Niet alleen is Angela nu
gekleed in een wit onderjurkje dat je op zijn best “schaars” kunt
noemen, maar nu is ze ook nog eens kletsnat. Hoort u mij klagen?
Welnee. Op dat soort momenten kun je klagen omdat die situatie
schaamteloos exploiterend is, of je kunt er heel hard mee lachen,
omdat de makers zelf overduidelijk weten waar ze mee bezig
zijn.
Bovendien zijn een aantal scènes echt wel spannend. Ondergrondse
garages zijn van nature enge plekken, en Khalfoun weet zijn locatie
goed te benutten. Angela die op haar eentje door de pikdonkere
parking loopt en een luid echoënd “Hellooo?” roept –
creepy. Om nog maar te zwijgen van een paar effectieve
boe!-momenten, die (of ze nu goedkoop zijn of niet) er toch in
slagen om de popcorn te doen opvliegen tussen de rijen. En voor het
geval dat dàt allemaal niet zou pakken, last Khalfoun ook nog eens
een paar gore-scènes in om u tegen te zeggen. Het is
fascinerend wat er allemaal kan gebeuren met een menselijk lichaam
als het enkele keren tussen een wagen en een muur wordt geplet.
‘P2’ is in essentie een two-hander voor Wes Bentley en
Rachel Nichols. Er komen een paar andere acteurs aan te pas, maar
voor pakweg 75 procent van de film gaat het tussen hen twee. Wes
Bentley weet aanvankelijk te overtuigen als Tom-de-psycho, maar
naarmate het verhaal zijn climax nadert, gaat hij steeds verder
over de top. Wat overigens niet helemaal zijn fout is: als het
scenario van hem verlangt om een Elvis-imitatie te geven in zijn
kantoortje, dan kan ik me voorstellen dat het moeilijk is om er
niet óver te gaan. Rachel Nichols mag dan weer de standaard
dame-in-gevaar spelen, die achter haar duizelingwekkende décolleté
aanloopt (ik zou een hele recensie kunnen vollullen over die
décolleté, zó indrukwekkend is hij) en voor de rest niet specifiek
ongeloofwaardig is. In dit genre film heb je niet meer nodig.
Khalfoun weerstaat aan de verleiding (nochtans zeer vaak
voorkomend in het horrorgenre) om alles van een MTV-montage te
voorzien, maar houdt zijn ensceneringen doorgaans eenvoudig. Een
somber, grijs kleurenpalet en een weinig opmerkelijke muziekscore
ronden de boel af. De beperkte locaties en het kleine aantal
personages verraden het lage budget méér dan de technische
vaardigheid waarmee alles in elkaar in gestoken.
En dat is dan ‘P2’: ja, het is een derivatief afkooksel van
honderden gelijkaardige films. Maar het is wél goed in elkaar
gebokst, met een vette knipoog erbij voor de goede verstaander.
Persoonlijk zou ik eerder wachten tot de dvd uit is om er een
verloren avond mee te vullen, maar je kunt het veel erger treffen
dan ‘P2’.