Wie de jaren negentig bewust meemaakte, komt in zijn eigen annalen waarschijnlijk de naam Superchunk tegen. Frontman Mac McCaughan spendeert tegenwoordig echter meer tijd met het jongere zusje ervan, Portastatic. Dat mag dan wel ergens jammer zijn, het is verre van verloren tijd, bewijst Be Still Please.
Het laatste wapenfeit van Superchunk is een singlecompilatie uit 2003, en als we het laatste echte album opsporen (Here’s To Shutting Up, ironisch genoeg) zitten we al in 2001. Toch zit McCaughan allesbehalve op zijn gat. Hij is nog steeds beheerder van het medeopgerichte Merge Records — waaruit onder anderen Lambchop, Arcade Fire en M. Ward groeiden — en nam in 2002 samen met Robert Pollard (Guided By Voices) een plaat op onder de naam Go Back Snowball.
De grootste aandacht ging echter naar Portastatic. Dit soloproject was aanvankelijk zijn speeltuin naast Superchunk, waarin Mac zich zorgeloos kon uitleven en lekker lofi zitten prullen. Dat manifesteerde zich de voorbije veertien jaar in talloze uitgaven, waarin niet alleen een kwalitatieve vooruitgang merkbaar is, maar ook die van een groep. Portastatic groeide uit tot een volwaardige band, met broer Matthew McCaughan als drummer en Jim Wilbur (eveneens Superchunk) op bas.
In die formatie zorgde Bright Ideas twee jaar geleden voor een bescheiden doorbraak. Het album toonde hier en daar nog een flard Superchunk-indie, maar was vooral een verzameling van goed gestructureerde en energieke poprocksongs. Zonder zichzelf opnieuw uit te vinden weerlegde McCaughan zijn songwritercapaciteiten en een jaar later deed hij dat met Be Still Please opnieuw.
Het album kwam al in oktober uit aan de andere kant van de oceaan, maar weet hier nu pas de winkelrekken te vinden. Als compensatie krijgt Europa drie bonustracks: een leuke cover van "And I Was A Boy From School" die het origineel van Hot Chip echter niet overstijgt, en twee demoversies van "Sour Shores" en "I’m In Love (With Arthur Dove)". Mooi meegenomen, maar niet echt doorslaggevend om bijna een half jaar vertraging te rechtvaardigen.
Het begin van Be Still Please is al meteen een knap staaltje van kunde. "Sour Shores" is een heerlijke catchy popsong, waar bovendien een vaatje strijkers over uitgeschud is. Een extra dimensie die we wel vaker tegenkomen op deze plaat ("Like A Pearl" of "Song For A Clock" bijvoorbeeld) en die McCaughan waarschijnlijk overhoudt aan de volledige soundtrack die hij schreef voor de (gelijknamige) Canadese film "Who Loves The Sun" uit 2006.
"I watched the dust pile up around you / and your hands became so small / it was clear that year that you were waiting / for way more than a call" zingt McCaughan met askleurige stem in het wondermooie en breekbare "Black Buttons". Een stem die mooi samenvloeit met die van Laura Cantrell, een oude schoolvriendin en gastzangeres tijdens dit nummer. Tijdens "You Blanks" en het bossa nova getinte "Sweetness And Light" is het Annie Hayden die vocaal op bezoek komt.
In "I’m In Love (With Arthur Dove)" brengt McCaughan, er zelf niet vies van om een penseel tegen het doek te drukken, hulde aan de Amerikaanse schilder. Kinetische energie troef tijdens deze aanstekelijke song, maar het is uiteindelijk de ingetogen sfeer van strijkers en toetsen die op deze plaat overheerst. Zo walst "Getting Saved" als gras onder een zacht briesje, net als "Cheers And Applause". Cheers and applause indeed, voor deze Be Still Please. Het is zonder twijfel de bovenste plank van een kast vol talent en ervaring.