Wielrennen is nooit ons ding geweest. Koersbroeken, ’bidons’ en de juiste bandenkeuze, wij waren enkel geïnteresseerd in de occasionele massaspurt en de winnaar met abusievelijke banaan in de broek. Maar sinds de nieuwe dopingheisa is losgebarsten en enkele vaandeldragers van de jonge, succesvolle generatie, onder leiding van u-weet-wel-wie, zich openlijk en krachtig hebben gedistantieerd van elk epo-gebruik, zijn onze oren gespitst.
Renners, tot voor kort nog boerkes uit de Vlaanders met meer longen dan tanden, worden tegenwoordig onderworpen aan een grondige mediatraining. Was Johan Museeuw nog de grootste van een oude generatie, Tom Boonen is hem al lang voorbij in elke populariteitspoll. Wist Museeuw zich nog geen raad met een kritische vraag over dopinggebruik, Boonen stelt ze zelf. De nood aan kritische reflectie is zo groot geworden dat sportlui er een dagtaak bij hebben. In interviews gaat het nog amper over de sportieve prestaties, nee, er wordt gezocht naar de ziektekiemen van de malaise, naar de oorzaak van het kwaad.
Op een heel ander domein, en veel maatschappijgerichter dan in de sport, doet een nieuwe generatie muzikanten iets soortgelijks. Vragen stellen. Of beter: dingen in vraag stellen. De opeenvolging van rauwe observaties uit het dagelijkse Londense leven van Bloc Party’s A Weekend In The City bijvoorbeeld, is een brandend actueel document dat kan fungeren als een eye-opener voor onzeker zoekende tieners.
Ook Field Music komt nu naar buiten met een, naar eigen zeggen, maatschappelijk geëngageerde tweede plaat en afgaand op de titel Tones Of Town lijkt de thematiek bovendien aan te leunen bij wat Kele Okereke te melden had. Enige nuance is evenwel op zijn plaats: de heren van Field Music hebben als ’town’ het provinciestadje Sunderland voor ogen, waar ze gedrieën opgroeiden en zich tijdens de lente van vorig jaar opsloten in hun eigen, kleine studio.
Catchy binnenkomer "Give It, Lose It, Take It" zet meteen enkele puntjes op de i en laat een meerstemmige band horen, die vooral een zomerse sfeer wil oproepen, en pas in tweede instantie maatschappelijke thema’s wil aankaarten. De band is bovendien gegroeid sinds het titelloze debuut van twee jaar terug, en waagt zich nu wél in de voetsporen van idolen als The Beatles en The Beach Boys, maar zonder een overmoedige indruk te maken. Het moge duidelijk zijn dat zulke muziek geen grote thema’s behoeft om in te slaan, of waar dacht u dat The Beach Boys’ "Good Vibrations" over ging?
Geen enkel ander nummer haalt het niveau van "Give It", maar dat kan de pret niet bederven. Meerstemmige zanglijnen, achtergrondkoortjes en klaterende gitaren spoelen af en aan en smeden de plaat tot één coherent geheel, hier en daar extra opgesmukt met een toefje melancholie — het innig mooie "A Gap Has Appeared" spant wat dat betreft de kroon.
"Sit Tight" werkt drie minuten lang toe naar een "gehumanbeatboxte" outro, maar weet desondanks niet te overtuigen. Bij "A House Is Not A Home" werpt de vraag zich op waarom Field Music net deze, wat zwakkere song als single naar voren heeft geschoven. In "Kingston" en "Working To Work" is er dan toch een expliciet spoor van engagement — of noem het solidariteit — en wordt het lot van de werkmens bezongen. "You worked hard/ to get paid/ but what’s the sense?/ it really makes no difference", luidt het in "Kingston", wat stellig de indruk wekt dat die tekst voor één keer niet autobiografisch is.
In Groot-Brittannië zijn de reacties op Tones Of Town veelal laaiend enthousiast, en wordt gewag gemaakt van "a timeless masterpiece". Dát is echter net iets te veel eer voor deze tweede worp van Field Music, en we kunnen ons dan ook volledig vinden in de pretentieloze woorden van de band zelf: "we’re rather pleased with it, but don’t just take our word for it…"