De eeuwig grijze Noord-Engelse industriestreek die rond 2005 postpunkers als Maxïmo Park en The Futureheads voortbracht, baarde in diezelfde periode Field Music. En — niets tegen die streekgenoten, daar niet van — Field Music heeft de tand des tijds beter doorstaan, getuige een plaat waar anno 2016 menig muziekminnaar benieuwd naar mag uitkijken. Met Commontime maakt Field Music begin februari zijn muzikale comeback
Als we Music For Drifters, de vorig jaar uitgebrachte soundtrack van de documentaire Drifters, even buiten beschouwing laten, is het bijna vier jaar geleden sinds Plumb, de vorige release van de Britse band. Broederteam Peter en David Brewis hadden ons in 2007 nog gewaarschuwd: “We basically want to do things that aren’t classed as ‘Field Music indie band’. We’re not going to be a band for a bit. But Field Music aren’t going to be over because we’ve already got a bank account under the name, so we’ll just continue as a company. It’s time to go and do some real work.” Dat echte werk vonden ze in allerlei rand en soloprojecten: Peter bij The Week That Was, David als School Of Language, samen op de achtergrond in Slug en in extra productiewerk. Op Music For Drifters werden ze herenigd met hun originele toetsenist Andrew Moore, en blijkbaar was die plaat de katalysator om terug als Field Music aan de slag te gaan.
Maar leven is ook echt werk. Opener “The Noisy Days Are Over” laat nogal sarcastisch weten dat het tijd is om op te groeien. “Why don’t you get to bed like everyone else?”, klinkt het, en meteen valt ook op hoezeer dialoog speelt in Commontime. De beste tekstflarden zijn vaak scherpe comebacks. Probeer de volgende keer dat u een vage bekende tegen het lijf loopt eens “How Should I Know If You’ve Changed?” uit, en vertel ons daarna hoe dat liep! “They Want You To Remember”, waar de onvermijdelijke geest van The Beatles in rondwaart, is dan eerder een song in gesprek met zichzelf. Mooi ook, die strijkers.
Team Brewis weet na al die jaren voldoende hoe en waar de puntjes op de i te zetten: alles vloeit met sprekend gemak. De samenzang geeft overal de juiste dimensie aan de songs, en de nodige strijk en koperblazersarrangementen zijn steevast perfect getimed. De instrumentale tweede helft van “Trouble At The Lights” is sublieme gitaarrock, machtige solo inbegrepen. Een naar Field Music normen kwade en duistere riff zwelt gestaag op met een drumlijn die de orde handhaaft als met een matrak, tot daar plots een zalig jammerende sologitaar doorbreekt. Het vormt wellicht de beste tweeënhalve minuten op de plaat.
Sinds Plumb zijn beide heren Brewis ook vader geworden, en naar verluidt doet dat al eens iets met een mens. Dat relatief kersverse vaderschap vertaalt zich hier in enkele straffe songs. “The Morning Is Waiting For You” maakt op een bed van klassieke instrumentatie ruimte voor een teder moment halfweg het album. “I’m Glad” is dan weer een jolige, wat ongemakkelijke uiting van de verwondering die het vaderschap teweegbrengt (“Thank god he’s looking like you!”). Afsluiter “Stay Awake” handelt, jawel, over wat dat wakker blijven door en voor de baby doet met de gemoedstoestand: “Sorry if I’m ever short with you”.
Ondanks duidelijke muzikale gelijkenissen met eerder genoemde streekgenoten Maxïmo Park en The Futureheads zal Field Music wellicht nooit een echte herkenbare hit scoren zoals hun streekgenoten dat wel min of meer klaarspeelden. Het zal de broers worst wezen, want ze maken samen gewoon goeie muziek. Zo geven ze toe: “We just missed spending time in the studio, the two of us, trying things out together.” Moesten ze misschien maar eens vaker doen, want Commontime mag er zijn.