Nadat de laatste scheepsbouwers de zeilen hadden gestreken, ging
het met het Noord-Engelse Sunderland gestaag bergaf. Wat ooit een
bloeiende industriestad was, gaat nu gebukt onder een hoge
werkloosheidsgraad en dito armoedecijfers. Daar kan zelfs de
efficiëntste autofabriek van Europa niet veel aan veranderen. Maar,
hoe duf ook, toch is er ook in dit aan de Noordzee gelegen plaatsje
zoiets als een rockscene. Kwantitatief reikt die natuurlijk niet
tot aan de enkels van Manchester, Liverpool, Londen, Leeds of
Sheffield, maar als er dan eens een band door de schutkring weet te
breken, dan loont het meestal wel de moeite. Een paar jaar geleden
stonden The Golden Virgins al even aan de rand van een doorbraak
(ze kropen bijtijds weer in hun schulp), maar de groep die
Sunderland echt op de kaart zette en de wereld in één ruk liet
kennismaken met north east postpunk waren The
Futureheads.
Stichtend lid van The Futureheads was Peter Brewis. Hij verliet de
groep echter nog vóór de beslissende stap richting succes was gezet
en richtte samen met zijn broer David en buurjongen Andrew Moore
Field Music op. Terwijl de vrienden van The Futureheads en van
Maxïmo Park
(uit het naburige Newcastle-upon-Tyne) een paar jaar geleden met
hun debuutplaten schone sier maakten, begon het drietal in hun
homestudio aan sneltreinvaart een eigen oeuvre bij elkaar te
pennen. De eerste stijloefeningen en probeersels verdwenen nog even
in de kast, pas in 2005 meende de groep voldoende fatsoenlijk
materiaal verzameld te hebben voor een eerste langspeelplaat. Dat
titelloze debuut leverde hen tonnen krediet op bij de critici, want
Field Music was er op die plaat in geslaagd water en vuur met
elkaar te verzoenen: grillige drumpatronen,
stopstart-songstructuren, zonnige melodieën en harmonieuze zang
werden naar hartelust gecombineerd, vermengd en gekneed tot
aanstekelijke songs, die in de smaak vielen bij liefhebbers van
slimme ‘artpop en -rock’ én bij fans van zonnige
Westcoast-pop.
Een jaar geleden dook Field Music de studio in voor een vervolg.
Als zoethoudertje voor de fans werd tussendoor ‘Write Your Own
History’ op de markt gegooid, een verzameling van ‘oud werk’ dat de
eerste plaat niet had gehaald. De nieuwe plaat, ‘Tones of Town’,
ligt nu enkele weken in de rekken en werd net als de eerste
geproduced door de Brewis broers. De muzikale ingrediënten zijn
dezelfde, het recept is alleen wat verfijnd. Wie eerst naar
restjes-en-klutsjesplaat ‘Write Your Own History’ luistert,
vervolgens naar het officiële debuut en tot slot naar deze ‘Tones
of Town’, merkt meteen welke vooruitgang de groep in relatief korte
tijd boekte.
‘Tones of Town’ ís dan ook een grote sprong voorwaarts. Een meer
dan gedegen wiskundeopleiding is nog steeds vereist om de
spitsvondige ritmes van Peter en David Brewis (die elkaar
afwisselen aan de drums) te volgen, maar het beleg is rijkelijker
en smeuïger dan voorheen en blijft dan ook langer ‘plakken’ en
nasmaken.
De vorige platen sorteerden vooral effect op ‘het hoofd en de
benen’, deze keer weet Field Music ons ook echt te raken doordat de
band in de eerste plaats vooruitgang boekte in het compartiment
‘melodie en harmonie’. Een paar jaar geleden werd Field Music nog
omschreven als een kruising van Wire en de Beach Boys, maar wij
horen in deze ‘Tones of Town’ ook heel wat XTC en Beatles, zoals ze
hadden kúnnen klinken indien ze in de jaren ’70 waren blijven
bestaan. Niet dat we Field Music plots gaan bombarderen tot dé
troonopvolgers van de Fab Four, maar er zijn de afgelopen
decennia ongetwijfeld véél ergere dingen gebeurd met hun
nalatenschap.
Ook al hebben we na herhaaldelijk beluisteren geen enkel zwak
moment kunnen spotten, toch zijn er op deze plaat enkele songs die
er voor ons echt uitspringen: ‘A House Is Not a Home’, ‘Kingston’
en ‘Working to Work’ eindigen als één, twee en drie op het schavot,
terwijl de dichtste ereplaatsen zijn weggelegd voor ‘Closer At
Hand’ en ‘A Gap Has Appeared’. 2007 is nog jong en vóór het
eindelijk lente wordt, zullen we nog heel wat winterkou en
regenellende moeten doorstaan. Eén ding staat echter vast: eens het
zover is, hebben wij het ideale plaatje al klaarliggen om het
nieuwe seizoen te verwelkomen!