Of u het nu wil of niet: we hebben u een nieuwe postpunksensatie aan te raden. Binnenkort ongetwijfeld een tent aan flarden spelend op Pukkelpop en onze oren op de proef stellend in de huiskamer. Fijn plaatje, dit Give Me A Wall.
Het hoesje van Give Me A Wall schreeuwt ’concept’ en ’kunststudenten’ en ook wel ’postpunk!’. Russische iconografie (omdat dat leuk staat, zo blijkt, niet om politieke redenen) en Spaanse uitroeptekens, die ook terugkomen op de T-shirts die de groepsleden op het podium dragen. Bovendien zijn de elf songs op dit album genummerd van zeven tot en met negentien. Niet in volgorde. "Fifteen" krijgt zelfs twee delen mee.
Dat de songs geen titels hebben, is geen gewiekste marketingtruc om op te vallen, maar Forward, Russia nummert zijn songs zoals ze geschreven zijn, als waren het klassieke opi. Een leuk statement, maar verdomd verwarrend. Zo staan "Eight", "Ten" en "Fourteen" niet op het album en is de rest dooreen gehusseld omdat de muze uiteraard geen rekening houdt met album sequencing.
De muziek wordt er ook een stuk hermetischer door. Dat zanger Rob Woodhead een flinke keel kan openzetten, maakt het er allemaal niet begrijpelijker op, net zo min als de songteksten die voor de leut als doorlopende tekst zijn meegeleverd. Forward, Russia is arty, maar Wire was dat ook en de heersende postpunkrevival mikt al jaren zowel op de benen als op de innerlijke conceptuele kunstenaar. Dus ja, als het fantastische muziek oplevert, durven wij niet al te hard te klagen.
Give Me A Wall is een loeier van een plaat, zo energiek als The Rapture, maar even eclectisch als Bloc Party. We horen punk, elektronica, hardcore, discobliepjes, gekrijs en gezang: schizofrenie alom. Zo is de eerste helft van "Sixteen" een powerballad, om dan over te gaan in hysterische punk.
In "Nineteen" horen we dan weer zowel echo’s van The Edge zijn gitaren, de sfeervolle ritmes van Four Tet als cheesy eighties-gitaartjes: een vreemd doch geweldig geheel. In andere songs horen we Clash-punk, staccato marsritmes, popmelodieën en Mars Volta-waanzin. Give Me A Wall is allesbehalve saai, maar gelukkig ook nooit irritant of te vermoeiend.
Waar het allemaal precies over gaat, is ons eerlijk gezegd een raadsel. In het refrein van "Nine" horen we met enige moeite ’’The failure of the Nile to distinguish black from white, was enough to break your bows and arrows’’. Het zou volgens de zanger iets te maken hebben met iets beu zijn en op zoek gaan naar een goede reden of excuus om ermee op te houden. ’’Que?’’, maar wat een geweldige song: ook hier weer hooks en inventiviteit te over.
Give Me A Wall klinkt 45 minuten lang ontzettend zenuwachtig met de vele tempowisselingen, het gekrijs en de vocale acrobatie, maar klinkt vooral ook geweldig urgent. De tijdsgeest wordt andermaal mooi gevat in 11 lappen postpunk. De groep dramt zo stevig door dat het verbaast dat ze nergens over hun eigen voeten struikelen.
Forward Russia klinkt zo ’nu’ dat we ons afvragen of ze binnen een jaar niet gedateerd zullen klinken. Anderzijds is zijn debuut afwisselend genoeg om uit te kijken naar de evolutie van deze groep. Als zijn volgende album wat gepolijster en iets minder vermoeiend klinkt, zetten we ons geld op Forward, Russia als grote belofte van de Britse punk.