Songs And Other Things (SAOT) is wat je kan noemen een zeer intuïtief album, zonder nodeloze technische hoogstandjes. Studio in, studio uit: dit is ervaren integere rock die soms zo vertrouwd kan wiegen dat je naast de weerhaakjes gaat klauteren en de kleine interessante eigenzinnigheden dreigt over te slaan. Deze SAOT vormt een frisse wind op een weinig opvallende, doordeweekse lente-avond.
Welkom in het ongedwongen en pretentieloze universum van Thomas Miller alias Tom Verlaine (naar de gelijknamige Franse dichter). Je hebt het allemaal al eens gehoord, denk je. Dat kan kloppen, maar het totaal nieuwe bestaat niet, vooral niet in de rockmuziek. Op SAOT hoor je hoe uitstekende en rasechte kroegmuzikanten door kleine variaties op zeer herkenbare patronen aan te brengen toch heel inventief uit de hoek kunnen komen. Hier heb je een resem aan akkoorden waarvan je de rijkdom beter proeft en waardeert na elke nieuwe beluistering. Verlaine is de gezellige bijstaander waarmee je buiten op het terras een sigaretje rookt terwijl je op adem wilt komen en het feestgedreun even wilt ontlopen. Hij zal je niks opdringen. Hij ziet er ook niet opwindend chique uit, laat staan dat hij hip is. En toch zal het een van dé momenten zijn van je avond, die nu samen met het luide vertier en dat gescharrel links en rechts een unieke glans heeft gekregen.
Verlaine heeft er al een hele carrière opzitten, solo, maar ook bij het legendarische Television. Hij is het type muzikant die doorheen de decennia een sterke reputatie (vooral als gitarist bij Patti Smith) heeft opgebouwd bij zijn collega rockmuzikanten, maar bij het grote publiek is hij minder bekend. Zijn laatste album met gezongen nummers dateert alweer van 1990 (The Wonder). Hij maakte daarna nog twee instrumentale albums. Ook SAOT begint en eindigt met een louter instrumentaal nummer.
Denk de meerstemmigheid en de ’juiste’ refreinpassages van The Jayhawks weg. De gitaarriffs zijn ruw maar nooit vettig ´ la Keith Richards ("From Her Fingers"). De excentrieke vibrato en de eindklanken inslikkende stem van Verlaine doen denken aan de geaffecteerd zingende Lloyd Cole ("A stroll", "Lovebird Asylum Seeker"), maar het kan in een zelfde song al snel overhellen naar een vleugje Tom Petty of, beter, Iggy Pop ("The Earth Is In The Sky"). Hard roffelende drumslagen worden besprenkeld met stevige, maar nooit opzichtige gitaarlijnen. Dat The Strokes graag verwijzen naar de invloed van Verlaine kan je beginnen te begrijpen als je "The Day On You" hoort. Het is nooit zo dichtbepakt als bij die eerst vernoemde, maar het heeft wel die aanstekelijke (punk)groove.
De fijnmazige, licht deinende en ogenschijnlijk geïmproviseerde gitaarintermezzo’s maken de kracht uit van SAOT. Verlaine’s stem past zich aan aan die muzikantensessies, niet omgekeerd. De woorden zijn ook niet zo heel belangrijk. Freud heeft het gebruik van nonsense omschreven als een noodzakelijke ontlading, iets waarin de mens een bijzonder plezier kan scheppen. Dat soort plezier kan je onder andere terug vinden in het vrij nonsensicale "All Weirded-Out". In het rond een kinderrijmpje gebouwde "Shingaling" klinkt het zelfs als ’don’t care what to bring, don’t care what you ring, don’t care how you sing, just wanna move across shingaling, to praise our sing’. De woorden zijn sfeerscheppers naast de drum, de bas en de gitaren. Deze ontwapen(en)de soldaatjes stevenen niet af op een welomschreven vijand, laat staan dat er een vaste bestemming is: voor een man die jaren zijn gitaar ten dienste stelde van Patti Smiths verbale revolte is dit opmerkelijk, maar het maakt van SAOT zeker geen geamputeerd werkstuk, wel integendeel.
SAOT is dus niet ’tragically hip’, maar is nog het beste te omschrijven als het eerste excuus dat voorbijkwam om eens dicht tegen elkaar te gaan zitten in de zetel en het ongedwongen kind uit te hangen.