2003 was een succesjaar voor de jonge Canadezen van Hot Hot Heat.
Make Up the Breakdown scheerde
hoge toppen bij de muziekpers, en hun leuke single ‘Bandages’ kreeg
de aandacht die hij verdiende. Ook ik was zeer te spreken over dat
debuut, een album waarvan zo’n enthousiasme afstraalde dat de
mindere kantjes gemakkelijk over het hoofd werden gezien. Het feit
dat de plaat volle retrorevival uitkwam, zorgde natuurlijk voor een
leuke boost.
2 jaar later wil Hot Hot Heat met ‘Elevator’ bewijzen dat ze geen
eendagsvlieg zijn. Aan de formule is alvast niet gesleuteld, we
krijgen nog steeds een mix van punk en new wave uit de jaren 80 op
ons bord. En ook nu volgen de nummers elkaar in een rotvaart op:
‘Elevator’ duurt amper 40 minuten, netjes verspreid over 15 songs
(inclusief twee negeerbare tussendoortjes). Aangezien Make Up the Breakdown het nodige succes
genoot, werd de heren deze keer een degelijk budget toegestopt,
iets wat duidelijk te horen is aan de gladde productie. Een beetje
betreurenswaardig toch, want net die slordigheid maakte een deel
van de charme van die plaat uit. Bovendien werd na het vertrek van
gitarist Dante Decaro de stem van zanger Steve Bays helemaal naar
voren in de mix geduwd. Nu valt het plots op dat Bays de puntige
riffs van Decaro nodig had om de aandacht de hele tijd te kunnen
vasthouden. Het is mede door die dingen dat ‘Elevator’ een stuk
onder het niveau van zijn voorganger zakt.
Niet dat het allemal kommer en kwel is. Er staan een pak nummers op
die de moeite waard zijn. ‘You Owe Me An IOU’ is zonder meer
uitstekend: een pianomelodietje draagt de strofes naar een alweer
uiterst catchy refrein. Ook ‘Island Of The Honest Man’ kan
op goedkeurend geknik rekenen, en bleef lange tijd in mijn hoofd
hangen. Samen met ‘Goodnight Goodnight’ horen we hier de groep op
z’n best. Helaas staan er naast deze sterke nummers ook enkele
zwakkere broertjes op, die het niveau van de plaat onverbiddelijk
naar beneden halen. ‘Jingle Jangle’ gaat – geheel conform zijn
titel – het ene oor in en het andere uit. ‘Ladies and Gentlemen’
neemt nooit de moeite om effectief van start te gaan en draaft maar
door. Op andere tracks hebben we meer te maken met Hot Hot Heat
by numbers en zijn de dansritmes en het enthousiasme van de
vorige plaat ver te zoeken.
Uiteindelijk komt de optelsom van de nummers voor Hot Hot Heat nog
net gunstig uit, maar het gebrek aan evenwicht valt fel op. Veel
maakt het eigenlijk niet uit, dit plaatje zal wel zijn ding doen,
namelijk verkopen. Ik betreur dan ook het feit dat de groep met
‘Elevator’ een deel van zijn eigenheid verliest, en zich zo
gemakkelijk in het hokje van The Killers en The Bravery laat
steken. Nu kan het alle kanten op: ofwel herpakt de groep zich op
de derde plaat, ofwel peddelen ze nog meer naar de karakterloze
mainstream toe. Ik geef ze tot dan in ieder geval het voordeel van
de twijfel.