Op het hoogtepunt van hun carrière besloot Perry Farrell een punt achter Jane’s Addiction te zetten. Met het nieuwe Strays maakt de groep daar drie puntjes van: het verhaal is nog niet gedaan, maar echt spectaculair is het ook allemaal niet meer.
Het moet zowat de minst verwachtte reünie van de afgelopen jaren zijn: als een anomalie uit een andere wereld werd Jane’s Addiction vorige zomer plots op het hoofdpodium van Pukkelpop gekatapulteerd. Vier jaar eerder was er wel de odds ’n sods-verzamelaar Kettle Whistle geweest, meer dan een lamlendige opstoot van nostalgia praecox leek dat niet. Maar blijkbaar was het vuur weer aan de lont, want op die kille zomeravond in Kiewit speelden Perry Farrell en Dave Navarro zowat iedereen naar huis.
Het bewijst nog maar eens — na in 2001 het ook al sterke concert van de indertijd nochtans middelmatige Stone Temple Pilots — wat voor wereldgroepen er tussen pakweg 1989 en 1993 uit de US of A kwamen. Maar de tijden zijn veranderd. Heck, de revival van de garagerival van toen — The Vines, anyone? — is ondertussen al bijna over, wat kwam Jane’s Addiction daar toen nog doen? En waarom is in godsnaam een nieuwe cd nodig? Het antwoord ligt voor de hand: voor niets. Ze is er dus, just because. Wat Farrell meteen het idee gaf voor de eerste donderende single.
En die single is een heerlijk stuk lawaai. Gillende gitaren, die schelle stem van Farrell erover heen waaierend: stevige stuff die alle kanten uit knalt. Terecht dat de groep met "Just Because" nog eens De Afrekening haalde, en zo de broekies van vandaag toont hoe ècht knallen moet.
Dat doen ze ook op het werkelijk alle richtingen uitspattende, furieus in en uit elkaar klappende "Price I Pay" en de met een spetterend "Here we go…" aangekondigde opener "True Nature". "Hypersonic" roffelt en knettert nog indrukwekkend aan het andere einde van de plaat, maar daar blijft het bij. "Suffer Some" en "Wrong Girl" klinken verveeld: virtuoos gitaarspel wel, maar weinig geïnspireerd en eindeloos voortjakkerend onder wat plots gewauwel lijkt van Farrell. Grotesk dieptepunt is aansteker-ballad "Everybody’s Friend", een draak van een song die tekstueel nieuwe diepten verkent.
De terugkeer van Jane’s Addiction is dus allesbehalve een toeters-en-bellen-operatie. Het kon véél erger zijn (iemand de laatste platen van Stone Temple Pilots gehoord?), en met "Just Because" en "Price I Pay" heeft ze twee prijsbeesten aan haar collectie toegevoegd. Tegelijk overheerst toch een gevoel van overbodigheid. Jane’s gaat de rock niet meer redden, en had alles al lang geleden gezegd. Het is sowieso altijd al ons standpunt geweest dat er meer groepen op de top van hun kunnen zouden moeten splitten. Onnodige reünies horen daar niet bij.
Toch één les die Take That had begrepen.