Jawel, zelfs rocksterren zijn maar mensen. Laat het nieuwe album van Beck daar een verschrikkelijk mooi bewijs van zijn. Met Sea Change laat de man een kant van zich zien die je normaal alleen van je beste vrienden verwacht.
Net zoals ongeveer iedereen wel geweten zal hebben dat Sea Change in de rekken ligt, weet iedereen ook wel dat het geen album is dat je beluistert voor je opgewekt een wafelenbak gaat houden. Nee, Beck Hansens liefje, Leigh Limon, heeft hun relatie na negen jaar afgemaakt en dat ligt er in zijn nieuwe album dubbel en dik bovenop.
Eerlijkheid troef dus op Sea Change en prachtig vinden wij het zo. Al maakt net dat het album af en toe vrij moeilijk verteerbaar. Sommige fans vonden de nieuwe plaat daarom niet meer of minder dan een regelrechte aanslag op hun goed humeur. Beware: Dit is liefdesverdriet en teleurstelling pur sang!
Zonder puberale uitspattingen uiteraard: Beck heeft op één of andere manier alles netjes onder controle met de kenmerkende discipline van de betere songsmid. We moeten die teleurgestelde fans uiteindelijk dan ook ongelijk geven, want terwijl van Becks feestplaten Odelay en Midnight Vultures je nekhaar rechtop kwam te staan van de adrenaline, krijg je nu koude rillingen van de intimiteit die je met de man kan ervaren.
Sea Change begint alvast gepast ijzig met "The Golden Age" en "Paper Tiger". Beide songs blinken uit in de zinloosheid die ze uitstralen. Daar kan zelfs het krachtige arrangement van het tweede nummer niks aan veranderen. "It’s a treacherous road / With a desolated view. / There’s distant lights / But here they’re far and few. / And the sun don’t shine / Even when its day. / You gotta drive all night / Just to feel like you’re ok." luidt het veelbelovend in de opener.
Die nachtelijke autorit eindigt met de eerste noten van "Guess I’m doing fine", veruit de meest positief aandoende song op het album. Bovendien een nummer dat een tikje naar de jazzy sound van Air op de soundtrack van The Virgin Suicides lonkt. Het is meteen het begin van een reeks van drie hopeloze supernummers, gevolgd door "Lonesome tears" en eerste single "Lost cause".
Gaandeweg wordt het steeds duidelijker dat Becks zogezegde akoestische album niet echt akoestisch is. Beck gebruikt zelfs meer en vaker additionele instrumenten dan op zijn vorige "akoestische" plaat, Mutations, maar op een bijna onopvallend subtiele manier. Becks vader, David Campbell, kwam een handje toesteken bij de sobere maar evenwel melodramatische strijkersarrangementen.
"End of the day" droeg oorspronkelijk de titel "Nothing I haven’t seen", sterker verwijzend naar het verbluffende refrein van de song. Een refrein dat het verloren lopende geheel nog net in toom kan houden. Net als bij "It’s all in your mind" en "Round the bend" wordt het nummer aangedreven door Becks steeds korzeliger klinkende zanggeluid.
"Already dead", wel volledig akoestisch, "Sunday sun", af en toe REM-aandoend, en "Little one" vormen een volgend trio van werkelijk diepaangrijpende songs. Vooral het laatste nummer verdient duizend en één repeats. Ook al zijn de lyrics nog niet bepaald hoopvol, toch krijg je het gevoel dat er een zonnestraaltje door de donkere wolkenmassa breekt. "Side of the road" sluit Sea Change Neil Young-eske af.
Laat deze laatste referentie een waardemeter zijn voor Beck en zijn nieuwe plaat, want ook al is dit oud nieuws: we hebben hier duidelijk te maken met één van de grootste muzikanten van het laatste decennium en de komende jaren. Of hij nu opgewekte freakalbums maakt, of intrieste traantjes zoals Sea Change, de kwaliteit druipt er gewoonweg vanaf.