WERCHTER: Black Box Revelation :: ‘Als we het zwijn uithangen, wil dat zeggen dat we het nog graag doen’

Met Poetic Rivals zetten Jan Paternoster en Dries Van Dijck een dikke vette kers op de taart die twintig jaar Black Box Revelation viert. Hun zesde plaat werd een gebalde rockplaat die zonder omwegen naar het hart gaat. ‘Ik heb het gevoel dat er veel blijvers op staan.’

enola: Waren jullie van plan om vroeger terug te komen indien er geen pandemie in de weg had gestaan?

Jan Paternoster: “Zeker. De afgelopen jaren waren er van hopen, van goesting om opnieuw op het podium te kunnen staan, en dat gevoel van verlangen is ook heel aanwezig geworden op Poetic Rivals. Het is een album dat op de toekomst is gefocust, dat droomt van wat komen moet. Veel nummers gaan over ingebeelde situaties, want op het moment dat ik ze schreef, kon er niet veel.”

“Door die lockdowns waren we verplicht om langer aan de plaat te werken, maar dat was mooi meegenomen. Daardoor kregen we meer tijd om te experimenteren en onszelf meermaals tegen te komen. Ik denk dat het resultaat daardoor eerlijker is geworden.”

enola: Hoe moet ik me dat jezelf tegenkomen voorstellen?

Dries Van Dijck: “Doordat er zoveel tijd was, probeerden we onszelf naar een hoger niveau te pushen. En dat ging met hoogtes en laagtes. Soms waren we megatevreden met een keigoed refrein, terwijl we ons de dag erna konden afvragen of we dat nummer ooit afgewerkte kregen. We hebben nummers in zoveel verschillende jasjes gestoken dat we soms op onszelf botsten. ”

Paternoster: “Dat was dan op het vlak van vakmanschap. Plots voelden we hoe hard we opgingen in onze stiel, die wilden verfijnen. Als een beeldhouwer die zich nieuwe technieken aanleert om toch net iets verder te gaan dan voorheen. Maar dat was vooral tijdens de aanloop naar het album. Eenmaal we in de studio zaten, grepen we volledig terug naar onze basisliefdes de gitaar en de drum om opnieuw vol voor Black Box Revelation als rockband te gaan.”

enola: Vanwaar dan die drang vooraf om met synths en loops te experimenteren? Waren jullie het klassieke rockidioom toch wat beu?

Van Dijck: “Beu niet, het was gewoon een kwestie van nieuwsgierigheid; openstaan om de dingen eens anders te proberen. Dat hebben we met Tattooed Smiles, ons vorige album, ook gedaan, en toen zijn al die lagen ook effectief op plaat beland. Nu hebben we dat in het proces voor we de studio in trokken allemaal botgevierd, omdat we er toch de tijd voor hadden. Het was: onze voelsprieten uitsteken en ons amuseren.”

enola: Wat heb je daarvan geleerd?

Van Dijck: “Veel, want onbewust sijpelt het allemaal wel door. Als je met drumcomputers stoeit, verlegt dat de grenzen van hoe je zelf een drumpartij gaat aanpakken. Je komt op dingen die je als mens zelf nooit of moeilijker zou bedenken. Dat werkte inspirerend, om zo’n patronen dan op echte drumvellen te spelen.”

enola: Maar uiteindelijk leidde al dat experimenteren dus toch gewoon tot – even een songtitel citeren – The Sound Of The Rhythm And The Blues.

Paternoster: “Klopt. Ik denk dat dat misschien wel de voornaamste les was: dat we niet kunnen zonder die ruige livedrums en gitaren die je speakers doen scheuren. Daar halen we het meest voldoening uit, zeker op het podium. In de studio hebben we des te meer beseft dat we een live band pur sang zijn, en dus zijn we ook dat livegevoel gaan opzoeken bij de opnames. Daarom ligt de energie van de plaat zo hoog; omdat je die drang naar het optreden voelt. Daar zijn deze nummers voor gemaakt. Het voelde een beetje alsof alles was platgebombardeerd, en we met de heropbouw begonnen en voelden: ok, dit is de essentiële Black Box Revelation.”

enola: Voelt dat dan niet als tegen een muur lopen? Dat je beseft dat er een hokje is waar je niet uitraakt?

Paternoster: “Nee. We zijn met plezier in dat hokje gesprongen. Maar we hebben wel tijd nodig gehad voor de spielerei er rond, om dan te voelen dat wat we waren echt wel de max is.”

Wie of wat zijn die ‘poetic rivals’ eigenlijk?

Paternoster: “Dat zijn alle culturele invloeden waar je tegen opbokst of door laat inspireren. Zoals jaloezie in een relatie, maar dan zo extreem getrokken dat je niet jaloers kunt zijn, maar er enkel door beïnvloed wordt. Ik vond het als titel goed werken met dat contrast tussen het zachte van de poëzie en het harde van de energie en rivaliteit.”

enola: Ik las dat jullie de nieuwe songs aan de westkust van Amerika zijn gaan uittesten. Wat kan je leren van West-Amerikanen dat je niet van Vlamingen kan leren?

Paternoster: “Het ging ons minder om het publiek dan om hoe we die tour georganiseerd hebben. We waren gevraagd op een festival in Las Vegas en koppelden daar een klein toertje aan, samen met drie andere bands. We deelden een backline, speelden allemaal op dezelfde instrumenten. Dat was heel low profile, maar zo leer je wel welke nummers overeind blijven als je ze speelt op andermans gerief.”

Van Dijck: “Het publiek daar kende ons niet, wist dus niet wat oude of nieuwe nummers waren, en dan was het wel aangenaam om te zien dat de recente songs het meest reactie uitlokten. Dat gaf veel voldoening; het was geruststellend.”

Paternoster: “Dat is ook het gevoel dat we ik bij Poetic Rivals heb: dat er veel blijvers op staan.”

enola: Jan, je hebt ook ooit gezegd dat jullie sound eerder aanleunt bij een Amerikaans dan een Brits oor.

Paternoster: “Terwijl we nu met een Brit (Andy Savours – red.) zijn gaan opnemen. Ik weet dus niet in hoeverre die theorie klopt. Op zich proberen we niet om Brits, Amerikaans of weet ik veel wat te klinken; we willen als onszelf klinken. Al voelden we met Andy in Londen wel dat we de eerste studiodag net iets meer moesten sleuren om het vuiler te maken, dat hij toch gewoon was om het iets cleaner te houden. En zo dreef hij ons tot het uiterste om de essentie van onze band uit te puren, en wij hebben hem tot het uiterste gedreven om alles zo vuil mogelijk te mixen.”

enola: Is die vuilheid belangrijk voor jullie klank? Zou er geen clean Black Box kunnen bestaan?

Paternoster: “Jawel, dat kan zeker, zo hebben we ook gemerkt bij het schrijven. Een nummer kan evengoed enkel op een piano bestaan, maar toch is er altijd wel dat ruwe randje. Want zoals je live het podium voelt daveren, of af en toe een speaker kraakt, dat geeft toch dat extra cachet, dat je zoekt door het qua mix iets ruwer aan te pakken.”

enola: En ondertussen gaan de songs van deze twee huisvaders toch nog altijd over alcohol en feesten.

Van Dijck: (droog) “Dat is compenseren.”

Paternoster: “Klopt, het was meer verlangen dan uitvoeren. Al  gaat het hek natuurlijk van de dam nu we opnieuw buiten mogen.”

Is dat loos gaan belangrijk? De perstekst bij Poetic Rivals eindigt ook met het geruststellende bericht dat jullie nog altijd het zwijn zullen uithangen.

Van Dijck: (grijnst) “Misschien moeten we de festivals al waarschuwen voor hun backstage. Maar ernstig: mijn broer zei dat dat die goesting om loos te gaan een goede barometer is om te zien of je het nog graag doet. Als je speelt, kom je opgepompt van je het podium, vol adrenaline. Het zou gek zijn als je nadien een koffietje drinkt en een krant gaat lezen.”

enola: Is het een reputatie waar je op kickt?

Van Dijck: “Nee, het is eerder iets dat we gewoon nog graag doen. Dat voelden we bij die eerste shows met Poetic Rivals, dat we blijer zijn dan tevoren om opnieuw te spelen met die nieuwe nummers. Het is puur de extase van de adrenaline waar we in zitten.”

Paternoster: “Voor alle duidelijkheid: voor we ergens vertrekken, ruimen we altijd wel op. Proper, met alle respect voor elke medewerker.”

enola: Hoe is het om nu te toeren als jonge vaders? Wordt dat korter gehouden?

Paternoster: “Ja, we houden het touren compacter, dus het vraagt net iets meer organisatie. We zijn bijvoorbeeld minder gebrand bent op een dagje verlof; het is gewoon gáán. Zo ging ook die Amerikaanse tour: negen concerten in elf dagen en dan snel terug naar huis.”

enola: Tempert dat de ambities?

Dries Van Dijck: “Ik ging net zeggen dat de ambitie moet zijn dat vrouwen en kinderen mee op tour kunnen. Dat zou mooi zijn. Dus neen, we temperen niets, maar pakken het eerder in complete blokken aan waar we vroeger altijd beschikbaar waren.”

enola: Tot slot: Jan, hoe kijk je nu terug op je passage bij The Voice? Is dat voor herhaling vatbaar?

Paternoster: “Meer nog: die herhaling komt er, want wat mij betreft was het zeer geslaagd. Men had mij beloofd dat het muzikaal breed mocht gaan, en dat ze mij wilden om wie ik ben. Dat bleek ook zo te zijn, en het heeft me voor Poetic Rivals zelfs beïnvloed als het gaat om mijn zanglijnen. Dat krijg je natuurlijk als je je in die show puur op zang focust, en alles draait rond de vraag hoeveel je kunt laten horen van je stem in anderhalve minuut. Dat hebben we doorgetrokken in onze songs: ik heb me vaak de vraag gesteld of ik genoeg toonde wat ik kon. We hebben op dat vlak de lat zeker hoger gelegd.”

Black Box Revelation speelt op vrijdag 30 juni op Rock Werchter.

Universal
Beeld:
Tina Herbots

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in