De hele maand december blikt enola terug op het afgelopen jaar met de interviewreeks DIT WAS 2021. Daarin laten we artiesten aan het woord die het jaar maakten of wier plaat onterecht onopgemerkt de vergetelheid indook.
Wat er allemaal in het Zennewater zit willen we niet weten, maar we beginnen te vermoeden dat het heel wat muzikaal talent oplevert. De voorbije jaren bleek onze hoofdstad een broeihaard van originele muzikale projecten, met een eigenzinnige en uiteenlopende mix van stijlen, genres en culturele achtergronden. Geschoolde muzikanten slaan de handen in elkaar met zelfopgeleide producers en straatrappers, metalgitaristen improviseren, popduo’s gaan op tournee met klassieke piano’s: in Brussel kun je het zo gek niet bedenken of het kan.
In dat bonte allegaartje valt ons al enige tijd het futoro-jazzkwartet ECHT! op. Martin Méreau (drums), Federico Pecoraro (bass), Florent Jeunieaux (gitaar) en Dorian Dumont (toetsen) zijn alumni van het Brusselse conservatorium, maar vonden elkaar in de Brusselse jamscene, dankzij een voorliefde voor dance, funk, hiphop en breakbeat. In 2019 kwam het viertal met de fantastische EP DOUF op de proppen: een twintig minuten durende dollemansrit waarin alles en, welja, jazz in een grote blender werden gemikt. Nu is er de eerste volwaardige LP Inwane, waar ECHT! al dat moois in negen afgeronde nummers giet. Op de dag dat die uitkwam spraken we af met de band op het terras van het Brusselse instituut Bonnefooi.
enola: Eindelijk, een plaat!
Dorian Dumont: “Merci! Het was een intens proces. Het mixen nam veel tijd in beslag, en dan is het lang wachten tot het label de plaat effectief kan uitbrengen. Maar we zijn heel blij dat het eindelijk zo ver is.”
Florent Jeunieaux: “We zijn blij dat we de tijd hebben genomen tot we helemaal tevreden waren over het eindresultaat.”
enola: Het valt inderdaad op dat Inwane, net als de EP destijds, heel goed klinkt.
Dumont: “Rowan Van Hoef, onze geluidsman is intussen ons vijfde bandlid geworden. Hij doet ons geluid zowel live als in de studio, en geeft ook tips en suggesties op vlak van geluid en productie.”
Jeunieaux: “Hij is ook zelf een techno- en hiphopproducer, dus hij kan ons helpen om bijvoorbeeld coole elektronische geluiden uit onze instrumenten te halen.”
Dumont: “In de studio was het voor ons belangrijk om het evenwicht te houden tussen de elektronische sound en het ‘menselijkere’ aspect van onszelf als muzikanten. Die balans tussen de live-energie en de meer geproducete geluiden was vrij cruciaal.”
enola: Dat is een heel belangrijk aspect van jullie geluid: jullie zijn alle vier jazzmuzikanten, maar de nadruk bij ECHT! ligt duidelijk bij het elektronische.
Dumont: “Het jazzgedeelte bestaat bij ons hoofdzakelijk uit de manier waarop we componeren. We halen al onze ideeën uit jamsessies. Niemand van ons komt op repetitie met een uitgewerkt idee voor een nummer. We nemen al onze jamsessies op, en halen daar dan de interessantste ideeën uit om op verder te werken. Die nadruk op de elektronica is al van bij het begin zeer bewust aanwezig. Wij luisteren veel naar verschillende dj’s en producers, en het leek ons interessant om zo dicht mogelijk bij dat geluid te komen zonder het gebruik van samplers of computers.”
Jeunieaux: “Er staan een aantal samples op de plaat, maar dat zijn shitty gsm-opnames van gitaren of bassen, die dan door een looppedaal gehaald worden.”
enola: Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Dumont: “We hebben allemaal aan het conservatorium hier in Brussel gestudeerd, maar we zijn elkaar vooral tegenkomen tijdens jamsessies in de Bonnefooi of in Bravo. Die laatste bestaat helaas niet meer. We kenden elkaar al van naam, maar hier zijn we echt samen beginnen te spelen. Het duurde even vooraleer we met ons vieren besloten om een project te beginnen, maar zodra die beslissing genomen was, wisten we al snel wat we gingen doen.”
Jeunieaux: “We wilden graag dingen spelen die we niet gewoon waren om te spelen. We wilden onze instrumenten dingen laten doen die je op platen van J Dilla of Flying Lotus hoort, al was het even zoeken vooraleer we dat onder de knie hadden.”
enola: Als luisteraar is het ook wennen: het duurde even vooraleer ik jullie gitaar- en pianogeluiden uit elkaar kon houden.
Jeunieaux: “Ik experimenteerde al een tijd met die geluiden, maar toen we met ECHT! helemaal de richting van de synth-gedreven muziek insloegen, ben ik pas echt gaan spelen met pedalen en effecten. Ik gebruik die aanpak ook bij Commander Spoon (de jazzrockband waar Florent onderdeel van uitmaakt, red.). Het is niet dat ik niet wil dat mijn gitaar als een gitaar klinkt, ik hou gewoon van dat experimenteren met geluid.”
Dumont: “De bas en drums vormen het fundament van onze muziek. Wij tweeën zijn er om het geheel wat in te kleuren. En dan is het soms interessant om de rollen om te wisselen, met verwachtingen te spelen of mensen op het verkeerde been te zetten.”
enola: Als ik naar jullie bandnaam, songtitels en video’s kijk, zou ik verwachten dat jullie echte Brusselaars zijn, al klopt dat niet.
Dumont: “Florian en Martin zijn van de streek rond Bergen, ik kom uit Zuid-Frankrijk en Federico is Italiaans, maar wij wonen allemaal al een tiental jaar in Brussel. Dat was een gemeenschappelijke factor. Ook wilden we een soort eerbetoon maken aan deze stad en haar scene, die ons heeft geholpen om de muzikanten te worden die we nu zijn. Ik denk dat er weinig andere plekken zijn waar het evident is om dit soort muziek te spelen, laat staan om er erkenning en respect voor te krijgen.”
“Het is niet dat ik niet wil dat mijn gitaar als een gitaar klinkt, ik hou gewoon van dat experimenteren met geluid”
enola: Kan je echt spreken van een Brusselse scene?
Dumont: “Jazeker. Er zijn bekende namen zoals Zwangere Guy, Le Motel, en JUICY, of Ashley Morgan, die het voorprogramma van onze releaseshow doet.”
Jeunieaux: “Er zijn hier heel wat kleine plekjes waar mensen samen muziek kunnen maken. Zo zijn wij hier in de Bonnefooi begonnen. Onze drummer had hierboven een kleine repetitieruimte, dus konden we overdag repeteren en ’s avonds beneden dingen uitproberen. Nu repeteren we bij VOLTA in Anderlecht.”
Dumont: “Daar gaan heel wat Vlaamse én Waalse artiesten naartoe. Dat is superinteressant, want er is toch nog een afstand: Vlamingen en Franstaligen komen elkaar niet zo vaak tegen. Volgend jaar moet VOLTA wel uit het pand vertrekken. Het gebouw wordt afgebroken, en er komen appartementen in de plaats. Ze zijn op zoek naar een nieuwe plek, er is nog geen oplossing.”
enola: Jullie hebben in VOLTA een drietal zogenaamde BREWmixes opgenomen en op YouTube gezet. Hoe kwamen die tot stand?
Jeunieaux: “Dat is begonnen als een opdracht voor een livesessie. We kregen het idee om niet gewoon onze nummers te spelen, maar om nieuwe dingen uit te proberen of andere nummers te bewerken. Toen die opdracht werd gecanceld door covid-19, wilden we het toch voor onszelf doen. Dat was een goede opportuniteit om een andere kant van onszelf te tonen. De covers die we speelden geven bijvoorbeeld goed weer wat onze invloeden zijn en waar wij voor willen staan. We vatten die sessies op als een soort dj-set, omdat die manier van muziek maken ons zo interesseert: we wilden er echt een lange trip van maken.”
Dumont: “Dat er geen druk was om iets concreets op te leveren, was voor ons een zegen. We zijn daarom echt in dat dj-formaat gedoken: andermans nummers spelen, met de nadruk op de overgangen. Wij zijn dat ook gaan doen. Welk nummers sluiten goed aan op elkaar, en hoe laten we het ene in het andere overgaan? Dat werd op de duur echt de hoofdfocus van die sessies voor ons. Je kreeg dan korte composities van één of twee minuten die we zo goed mogelijk aan elkaar plakten. Dat was een heel plezante manier van werken. Veel minder intensief dan aan nummers van vier, vijf minuten sleutelen.”
Jeunieaux: “Wij zijn echte perfectionisten. In dit formaat konden we dat wat loslaten en nummers eerder bekijken als een ‘beat’. Dat is veel instinctiever.”
Dumont: “Ook live is dat erg interessant. Continu spelen met zo weinig mogelijk rustpauzes geeft een heel andere vibe dan een gewoon concert waar je het ene nummer na het andere afwerkt. Al kan dat kan voor een toeschouwer soms wel wat overweldigend zijn. Je moet het publiek ook ademruimte gunnen. Het is altijd zoeken naar een evenwicht, maar we worden daar stilaan beter in.”
enola: Nochtans is het Belgische publiek intussen al wat gewoon als het op futuristische jazz aan komt.
Jeunieaux: “STUFF. heeft heel wat deuren geopend. Nu hoor je dat soort muziek meer en meer, ook live.”
Dumont: “In andere landen gebeuren zulke dingen ook wel, maar in België zit dat minder in de underground. Niet dat het hier zo waanzinnig populair is, maar mensen zijn hier alvast niet bang van het soort muziek dat we maken.”
Dumont: “Lefto heeft ons héél vroeg opgepikt. Een van de eerste dingen die we uitbrachten was een video zo’n vierenhalf jaar geleden, en hij contacteerde ons kort daarna om te zeggen dat hij het heel goed vond. Als een van de eerste reacties op je werk is dat best indrukwekkend.”
Jeunieaux: “We hebben hier ook een solide basis en we worden goed ondersteund. Het is geweldig dat ik, als muzikant die met geluiden experimenteer in mijn kelder, ineens op een podium als dat van Jazz Middelheim kan staan.”
Dumont: “We hebben allemaal al in verschillende bands gezeten, en we dachten allemaal weleens dat een project ging slagen, om dan te moeten beseffen dat het nergens naartoe ging. We weten nu dat we met ECHT! veel geluk hebben, en dat houdt ons ook gemotiveerd. Het is een continu proces: er is geen einddoel, wel een continue zoektocht naar wat er net achter de horizon ligt.”
enola: Wat ligt daar dan voor jullie?
Jeunieaux: “Momenteel houden we het bij zoveel mogelijk spelen, en zoveel mogelijk mensen in contact brengen met onze muziek. Dat zou al mooi zijn.”
Dumont: “Ik zou graag de dynamiek tussen ons vieren houden. In de meeste van onze andere projecten is er een bandleider die de muziek schrijft, maar hier is die hiërarchie er helemaal niet. De muziek wordt door ons alle vier gemaakt. Dat is een hele uitdaging, en het is enorm lonend als alle stukjes eindelijk op hun plaats vallen. Dat is niet altijd gemakkelijk; we komen niet altijd overeen. Soms denk je dat je een goed idee hebt, maar als de andere drie daar niet mee akkoord gaan, ben je gefuckt. (lacht) We hebben intussen een manier van werken gevonden waarbij we die positieve energie kunnen blijven houden, en tegelijk ook sneller werken. We hebben heel lang aan deze plaat gesleuteld, gelukkig kennen we elkaar intussen goed genoeg om te weten wat werkt en wat niet. Maar het blijft een intensief democratisch proces, met veel discussiëren en proberen.”
Jeunieaux: “Ik kan mij niet voorstellen dat we iets zouden doen waarbij iemand van ons zich helemaal niet goed voelt. En als we het eindresultaat beluisteren, voelen we dat het de juiste manier van aanpakken is.”
Dumont: “Ik denk dat het schrijven van de volgende plaat… (twijfelt) wel, misschien niet sneller, maar zeker minder lastig zal zijn. (lacht) Maar om op je vraag terug te komen: als we dit creatief proces en de energie die met ons vieren nu hebben voor tien jaar of meer kunnen blijven houden, zou dat echt een enorm succes zijn.”
Terwijl we het gesprek op het terras van de Bonnefooi stilaan afronden, merken we op dat het stadscentrum echt zoemt van bedrijvigheid op deze vrijdagavond. Alsof elke jongere uit Brussel en omstreken de weg naar het centrum heeft gevonden om het weekend in te zetten. Onderweg naar het station zie je bijna alleen maar jonge mensen op weg naar de vele cafés en openluchtfeestjes die her en der worden georganiseerd. Op het Spanjeplein is er zelfs een heuse rave aan de gang. En dan vallen de puzzelstukjes op hun plaats: in een culturele smeltkroes vol jong, divers geweld als Brussel kan het bijna niet anders dan dat een band als ECHT! ontstaat. Die Brusselse scene is er eentje om meer dan ooit in de gaten te houden. En als je dan toch bezig bent: hou ECHT! ook maar in de smiezen.