“Wat. Een. Stem.” Verder raakten we niet toen we een tengere Zola Jesus enkele jaren geleden live hoorden en omver werden geblazen door het volume en de hoeveelheid lucht die ze uit haar longen perste. Mensen met gehoorproblemen willen haar wel eens verwarren met Florence Welch, maar terwijl de laatste soms overkomt als een kruising tussen een praalzuchtige Bianca Castafiore en een mystieke heks, snijdt de dreigende stem van Zola meteen door merg en been en staat het haar in je nek twee dagen later nog overeind. Ze is het eigenzinnige, spookachtige zusje dat eerder associaties opwekt met Soap&Skin dan met een apocalyptische versie van Adele.
Op Versions draait de Amerikaans-Russische, nog steeds maar 24, een tiental nummers uit vorige albums binnenstebuiten en knauwt daarbij al het overtollige vet en vlees weg tot enkel het geraamte overblijft. Ze spande J.G. Thirlwell voor haar kar om haar arrangementen om te vormen en gebruiksklaar te maken voor een klassiek strijkkwartet. De lagen reverb, abstracte elektronica en loodzware beats die voorheen de songs dichtmetselden, worden vakkundig weggevaagd en maken plaats voor vibrerende strijkers, een occasioneel denderend drumritme, Zola Jesus’ kenmerkende stem en vooral — even ademhalen — meer openheid en zuurstof.
Versions trapt af met het bedwelmend mooie “Avalanche”, een onheilspellend trage, maar onvervalste powerballad die je meesleurt in een neerwaartse melancholische spiraal. De tekst is nog altijd even eenvoudig als doeltreffend: “It all falls down” weerklinkt het glashelder, terwijl de cello’s en violen toepasselijk in mineur rond haar stem tuimelen. De tweede, en enige nieuwe song, is het verrukkelijke “Fall Back” waar het romantisch verlangen van afdruipt. “I would do anything to be the one with you” galmt het telkens opnieuw, geschraagd door opgejaagde vioolritmes die langzaam aanzwellend naar een hitsige piek toewerken.
Het leeuwendeel van de geselecteerde nummers werd geplukt uit Conatus en het gitzwarte Stridulum. Zonder industriële beats, synths en vakkundige soundscapes blijven de nummers vrijwel moeiteloos overeind, wat enige bewondering opwekt voor het sterk staaltje songwriting dat hier in de voorbije jaren aan vooraf ging. Zo slaagt ze erin om “Night” na anderhalve minuut bescheiden te laten losbreken met relatief beperkte middelen als een militaristische drumsectie en krijsende violen (Psycho anyone?). De elegante herwerking van “Collapse” klinkt in al zijn fragiliteit zelfs intiemer en daardoor geslaagder dan het origineel. Zola Jesus, née Nika Roza Danilova, lijkt ontdekt te hebben dat ze niet met luide operastem moet lopen galmen om expressief te zijn. Ze is lichter, alsof ze niet meer zo nodig een duiveluitdrijving hoeft te ondergaan tijdens het zingen en door die ingetogenheid wint ze ironisch genoeg aan kracht.
Hoewel de nieuwe versies nergens overhellen naar het fletse, knaagt hier en daar nog wel het verlangen naar de originele, aangeklede versies, hoe geslaagd de kopie ook mag zijn. “Sea Talk”, oorspronkelijk verschenen in 2009 op de EP Tsar Bomba, kreeg reeds een lawaailoze make-over op Valusia en Stridulum II, maar mist hier de nodige punch en theatraliteit. Hetzelfde geldt voor “Seekir” dat beter tot zijn recht kwam met de oorspronkelijke elektronische effecten dan met een drumcomputer.
Ondanks die bedenkingen is dit echter niet zomaar een vormexperiment om geld uit de zakken van trouwe fans te kloppen, al zullen dezen er waarschijnlijk het meeste plezier aan beleven. Wel betwijfelen we of ze hiermee nieuw volk zal lokken dat het voorheen misschien in zijn broek deed bij het aanhoren van de soms wat afstandelijke technopop. Door de uitgepuurde aanpak klinkt het geheel immers vaak huiveringwekkend mooi, maar ook eenvormiger. Versions is een meer dan geslaagde graai in de eigen catalogus, maar we kijken toch vooral uit naar nieuw werk.