Als muziekliefhebber is het cruciaal open-minded te zijn, en je moet bereid zijn om uit je eigen comfortzone te stappen. Zo bevond ik me op 30 mei van vorig jaar in De Werf, de Brugse jazztempel. Enkel en alleen omdat Bruce James meedeed met een New Orleans project, genaamd “The Big Easy Revisited”. Anderhalf uur later was ik verkocht: die Yves Peeters was er in geslaagd een bende getalenteerde muzikanten rondom zich te verzamelen. En het smaakte naar meer, veel meer. Fast forward naar april 2015, ergens tussen Brugge en Gent. Yves Peeters bekent dat ook bij hem de jazz niet met de paplepel werd ingegeven.
Peeters: “Ik kom eigenlijk uit een rockmilieu, en dat ging er vrij hevig aan toe, van grunge tot hardcore. Maar op een bepaald moment hoorde ik Wizards of Ooze en Us 3, en zo ben ik bij jazz terechtgekomen. Later kreeg ik ook de compilatie-cd van De Morgen en Blue Note met allemaal jazzklassiekers, onder andere van Count Basie, Duke Ellington, Chet Baker, Billie Holliday, Miles Davis. Alle groten dus. Het was niet direct liefde op het eerste gezicht, maar het sprak me wel aan.”
“Na het middelbaar wou ik naar het conservatorium gaan, maar klassiek slagwerk zag ik niet zitten. Jazz was de andere optie, en daar werd ik gelukkig toegelaten, ondanks het feit dat ik nog niet veel ervaring had.”
enola: “Hoe is het “The Big Easy Revisited”-project ontstaan?”
Peeters: “Uit mijn liefde voor New Orleans en de muziek. Toen ik aan het Lemmens-instituut studeerde, begon ik gaandeweg de roots van de jazz te ontdekken. Ik leerde ook het hele second line gebeuren kennen, en dat fascineerde me. In 2000 ging ik naar New Orleans, en daar viel ik helemaal voor de muziek: elke avond ging ik naar concerten, en overdag volgde ik privéles bij drummer Johnny Vidacovich. Ik heb jarenlang weinig met die muziek gedaan, maar toen ik de serie “Treme” zag, was ik weer helemaal verkocht.”
enola: “Ben je na Katrina nog teruggekeerd?”
Peeters: “Nee, maar ik had natuurlijk wel de gekende beelden gezien. Het was echter pas nadat ik “Zeitoun” van Dave Eggers gelezen had, en “When The Levees broke” van Spike Lee gezien had, dat ik besefte hoe erg het ginder moet geweest zijn. Hoe meer ik erover las en zag, hoe meer inspiratie ik kreeg. Zo gaat bijvoorbeeld “Force of Nature” heel concreet over de verwoesting van New Orleans door Katrina. “No Hero” heb ik dan weer geschreven nadat ik “Beasts of the Southern Wild” gezien had. Die film gaat niet rechtstreeks over New Orleans, maar wel over de moerasgebieden in de buurt. En dan is er natuurlijk de tekst van “Lighthouse” (geïnspireerd op “Not Just Levees” van Phyllis Montana-Leblanc), die werkte perfect met muziek die Nicolas Kummert geschreven had.”
enola: “Jullie zijn er aan begonnen in 2014 dacht ik?”
Peeters: “We hadden het geluk dat we konden rekenen op de steun van Jazzlab Series. Ik had mijn idee ingediend als project, en zij zijn direct op de kar gesprongen, en organiseerden een tournee. Zo hadden we dus een doel waar we naartoe konden werken, en was het gemakkelijker om de muzikanten te motiveren, want er waren sowieso 10 concerten gepland. Alles samen heeft de hele voorbereiding toch wel een goed jaar geduurd: teksten en muziek schrijven, repeteren, en heel veel muziek beluisteren.”
“Mijn eerste idee was om een soort coverproject te doen met mijn eigen band, maar dat idee heb ik snel laten varen. Ik wou niet als een flauw afkooksel klinken, dus besloot ik om zelf nummers in die sfeer te maken.”
enola: “Waar heb je je muzikanten gevonden?”
Peeters: “Met Nicolas Kummert (sax) en Nicolas Thys (bas) speelde ik al jarenlang samen, onder andere in mijn eigen band. François Vaiana had ik gevraagd als zanger omdat ik zijn stemtimbre geweldig vind en omdat ik wist dat hij goede teksten kon schrijven. Dree Peremans wou ik er ook bij, hij is een echt muzikale trombonist. En dan is er natuurlijk ook piano, want die klank is essentieel voor muziek uit New Orleans. Oorspronkelijk zou Thomas De Prins meespelen maar die moest door persoonlijke problemen afhaken. Dankzij Nicolas Thys zijn we dan bij Bruce James terechtgekomen, en hij bleek de perfecte man te zijn voor de job, ik ben nog altijd heel blij dat hij mee op de kar is gesprongen.”
enola: “Jullie hebben nu, na die eerste reeks optredens, alles op cd uitgebracht.”
Peeters: “Dat zat oorspronkelijk niet in de planning, maar de concerten liepen zo goed, dat we verder wilden doen. We hebben ook het geluk gehad dat Werf Records interesse had om de cd uit te brengen, want er verschijnt niet zoveel vocale jazz op hun label, en bovendien is dit geen pure jazz. De bijkomende uitdaging was om na onze JazzLab tournee nog meer optredens te vinden. In het jazzmilieu zijn we wel wat gekend, maar daarbuiten niet, en dan blijft het toch moeilijk om regelmatig op te treden. Maar ik mag zeker niet klagen, want dit seizoen hebben we toch ook alweer een 10-tal concerten in totaal. Waar ik ook blij om ben, is dat we ook opgepikt worden door Radio 1. Dat is niet evident, want onze nummers zijn niet echt radiovriendelijk.”
enola: “Hoe begin je aan de muziek, is dat vanuit een bepaalde groove?”
Peeters: “Dat varieert. Ik componeer op piano, dat is het enige melodische instrument dat ik een beetje ken. Bij “Force of Nature” had ik de baslijn in mijn hoofd, en het tweede gedeelte is meer geïnspireerd op de bamboula ritmes die door de Mardi Gras Indians gebruikt wordt tijdens hun optochten. Maar het varieert van nummer tot nummer, er was geen vaste werkwijze.”
enola: “Heb je voor het verdere uitwerken samengewerkt met François Vaiana, die voor de meeste teksten gezorgd heeft?”
Peeters: ““24 Hours Later” hebben we samen gemaakt, ik had al een groove en een akkoordenprogressie, en hij een melodie. Maar voor “No Hero” had ik al volledig de muziek uitgewerkt, daar heeft hij achteraf de tekst bij geschreven. François heeft de meeste teksten geschreven, en dan nog meestal op muziek die al af was, dat vond ik wel straf.”
enola: “Jazz is, oneerbiedig gezegd, nichemuziek. Probeer je met wat je doet dat te doorbreken?”
Peeters: “Ik zou natuurlijk graag een breder publiek bereiken. Wat ik breng is redelijk toegankelijk, al kan ik dat natuurlijk niet objectief beoordelen. Het succes dat ik nu heb, had ik graag ook al met de vorige albums gehad, maar je hebt dat niet in de hand. Kwestie van op de juiste plek op het juiste moment te zijn zeker? Je kan zoiets niet forceren. Tenzij je natuurlijk heel rijk bent en veel kan investeren in promotie. Maar we zien wel, komt het niet, dan is het geen ramp: ik had nu weinig verwachtingen en dan is het wel leuk dat het aanslaat.”
enola: “Zijn er concrete plannen om verder te gaan met dit project?”
Peeters: “Volgend seizoen nog wel, we zijn volop op zoek naar concerten, er zijn er nu al 2 geboekt, maar er mogen er nog bijkomen, we gaan zeker door tot voorjaar 2017. Ik heb wel nog geen andere nummers geschreven, maar daar kan wel vlug verandering in komen. Ik wil niet te veel op voorhand plannen of vastleggen, want dat geeft dan weer druk, en ik heb het gevoel dat het leuker is als we organischer kunnen werken. We zien wel, als we gecontacteerd worden, of als er interesse is, dan gaan we daar zeker op in.”
enola: “Maar toch blijft het moeilijk om daar goed van te leven? “
Peeters: “Dat klopt. Want ook al zijn er in België veel plekken waar we kunnen spelen, er zijn ook veel groepen, dus het is soms wel vechten om je plek te vinden. Ook op festivals, ik heb zelf nog nooit op Jazz Middelheim of Gent Jazz gespeeld, ondanks het feit dat ik al in veel groepen gespeeld heb. Maar ja, iedereen wil daar wel spelen.”
“Het is zeker niet evident om van de muziek te leven, de meeste muzikanten die ik ken verdienen bijvoorbeeld hun geld door les te geven. Daardoor spelen we meer uit liefde voor de muziek, je hoeft geen compromissen te sluiten.”
enola: “Dus je bent totaal niet gefrustreerd?”
Peeters: “Helemaal niet! Het enige wat me soms frustreert, is dat jazzfestivals wel eens groepen programmeren die andere stijlen spelen, terwijl op andere festivals geen jazzgroepen te zien zijn. Het zou tof zijn moest er meer wisselwerking zijn. De laatste jaren is dat wel aan het veranderen, met groepen zoals Nordmann of STUFF. Dat bewijst dat het wel degelijk kan. Ik hoop dat het zo blijft evolueren. Ook radio en tv kunnen helpen, want als de mensen het meer te zien en te horen krijgen, zullen ze misschien beseffen dat jazz niet echt moeilijke muziek moet zijn, dat het ook heel toegankelijk kan zijn.”
Yves Peeters Gumbo is nog te bewonderen op 28/04 in de Handelsbeurs (Gent), op 30/04 in C-Mine (Genk), op 13/05 op Jazz in Duketown (’s Hertogenbosch) en op 22/05 op Brussels Jazz (Brussel).