Ze hebben dan wel niet net een nieuwe plaat uit, een interview
met Yo La Tengo is altijd de moeite waard. Al is het maar omdat ze
die avond in de Botanique zouden optreden. Al is het maar omdat het
Yo La Tengo is. Terwijl de technici alles in gereedheid brachten
voor de show die avond, kwam frontman Ira Kaplan het aardig
vernieuwde Botanique café binnen met een flesje Spa Blauw
in de hand. Daar konden we onmogelijk niets over vragen.
enola: Je bent Belgisch water aan het drinken, wist je
dat?
Ira Kaplan: Is dit Belgisch water? Ach, dat maakt voor mij
niet zo veel uit. Andere leden in ons reisgezelschap zijn daar meer
kieskeurig in.
enola: Dus jij hebt geen favoriet watermerk?
Ira: Neen, maar ik weet wel wat het favoriete merk van de
groep is. Het is… (denkt even na) Volvic!
enola: Interessant. Zeg het eens, heb je er een beetje zin in
voor vanavond?
Ira: Zeer zeker. Vanavond wordt een leuke rock-‘n-roll
show.
enola: Is je setlist al opgesteld?
Ira: Nog niet, maar daar is nog tijd voor. We doen dat altijd
net voor we opkomen. Het is te zeggen: ik stel een lijst op en leg
dat dan aan Georgia en James voor ter goedkeuring. Gelukkig keuren
ze meestal niets af.
enola: Nu zitten jullie in een soort
minitournee…
Ira: Ik zou het niet echt een tournee noemen. We zijn hier
vooral om te spelen op het End Of The Road Festival van volgende
week (in Groot-Brittannië, kvv) en we wilden ook bij de
‘Sound of Science Show’ in Londen zij,n want het kwam er uit op dvd
(Yo La Tengo verzorgde de Soundtrack, kvv). Dus nu we hier
toch zijn, nemen we er een aantal optredens bij zoals Parijs en
Brussel.
enola:
Zoals bijna alle westerse rockgroepen toeren jullie hoofdzakelijk
in Europa en de Verenigde Staten. Ben je het niet
beu om steeds dezelfde continenten te moeten
aandoen?
Ira: Af en toe gaan we daar eens buiten, hoor, maar het
klopt wel dat dat bijna uitzonderingen zijn. Vorig jaar hebben we
voor het eerst in Singapore gespeeld en in Taiwan voor de tweede
keer. Het dubbele aan dergelijke bestemmingen is dat ze zeker
aantrekkelijk zijn om er te gaan spelen maar het is er een stuk
moeilijker voor ons: de geluidsinstallatie is nooit zo goed, de
techniek ook niet. En uiteraard is het voor ons, zoals voor elke
band, belangrijk dat we onze show zo goed mogelijk kunnen brengen.
Ik zou niet zeggen dat we het beu zijn om hier en in de Verenigde
Staten te toeren, want anders zouden we het niet meer doen. We
hoeven dit niet te doen hé. Maar in 2001 hadden we een toer in
Zuid-Amerika en die was fantastisch. We proberen nog wel eens terug
te gaan maar je moet wel wat opletten, want de organisatie verliep
er ook niet altijd even vlekkeloos. Het is er wellicht schitterend
om op vakantie te gaan, maar het kan behoorlijk lastig zijn als je
er moet toeren. Anderzijds is het publiek in zulke landen altijd
uitzonderlijk, wellicht omdat ze daar minder kansen krijgen naar
rockconcerten van westerse groepen te gaan. Er hangt daar echt een
andere elektriciteit.
enola: Wat is het deel van het toeren dat je nooit hebt leuk
gevonden? De interviews?
Ira: Ik werk graag hard. Het feit dat een deel werk is en
een deel plezier, is totaal geen probleem voor mij. Ik denk zelfs
dat ik het niet zou willen, mocht echt alles plezant zijn. Het
meest vervelende is wellicht dat je de hele tijd uitgeput bent.
Ergens geeft dat voldoening omdat het een teken is hoeveel energie
je in je werk steekt. Eén interview geven is totaal niet lastig.
Wanneer ik deelneem aan perstrips, dan is dat weer iets anders.
Maar alles gewikt en gewogen is dat iets belachelijks om over te
klagen. Ik denk ook niet dat het ons sympathieker zou maken
(lacht).
Nooit echt deel van de indiewereld
enola: Met Yo La Tengo ben je al actief sinds het midden van de
jaren tachtig. Wanneer je begon, was het dan een droom voor je om
wereldwijde erkenning te verkrijgen?
Ira: Het was waarschijnlijk een droom van mij voor we eraan
begonnen, maar toen het werkelijk zo ver was niet meer. De idee om
een band te hebben op zich leek eigenlijk al een fantasie en ik was
toen meer bezig met waar ik mijn gitaar moest inpluggen dan met hoe
ik wereldwijd succes kon bereiken. Ik denk dat een van de redenen
waarom we dit als band zo lang uithouden, is dat we ons nooit
doelen hebben gesteld. We proberen gewoon elk moment te appreciëren
en er het beste van te maken.
enola: Wat was dan het eerste moment waarop je het gevoel kreeg
een cultgroep te zijn geworden en dat jullie een vast publiek
hadden?
Ira: (lange pauze) Dat is moeilijk. Wellicht wat later dan het
begin van de jaren negentig. De eerste tournee die we in Europa
deden met James (bassist James McNew, kvv) was in 1991 en
die had echt veel succes. Maar de daarop volgende dan weer niet.
Het gaat altijd in golfbewegingen, zelfs nu. Toch denk ik dat onze
aanhang iets groter geworden is nadat ‘Painful’ is uitgekomen
(1993, kvv). Op dat moment was er een soort
‘momentum’.
enola: En je
kreeg het gevoel dat je er een deel van werd…
Ira: Van wat?
enola: Het hele indiewereldje…
Ira: Dat weet ik zo niet. Ik ben niet zeker of ik dat wel
aanvaard (lacht). We hebben altijd vrienden en mensen rondom ons
heen gehad maar ik denk niet dat we ons een deel voelen van die
wereld. En dat zal nooit zo zijn.
enola: Yo La Tengo wordt vaak vergeleken met The Velvet
Underground. Wat is de vreemdste vergelijking met een andere band
die je al hebt gehoord?
Ira: The Velvet Underground. Ik vind het al vreemd op zich om
een groep te hebben waarmee iedereen je vergelijkt. Voor mij is de
connectie niet zo duidelijk. Wanneer mensen de manier van praten
van George Bush imiteren, dan doen ze meestal de manier waarop Will
Ferrell hem imiteert na. Dat is bijna groter geworden dan the real
thing. Je kan dat doortrekken naar wij en The Velvet Underground.
Het verband tussen ons is nu zo bekend geworden, dat, of het er nu
terecht is of niet, het er gewoon is en het als terecht wordt
ervaren. En dat vind ik toch wel vreemd (lacht).
Wachten op het telefoontje van de MTV Music Awards
enola: Heb je tijd over om de muziek van vandaag te
volgen?
Ira: De tijd heb ik. De wil niet.
enola: Wat is je grootste ontdekking van
2007?
Ira: Ik luister vooral naar oudere muziek dus het zou daaruit
iets moeten zijn. Ik dacht vandaag nog aan een fantastisch nummer
dat ik leren kennen heb via WFMU, het al even fantastische
radiostation van bij ons in New Jersey. Ik denk dat je het
wereldmuziek zou kunnen noemen, maar het is zeker door rock-‘n-roll
beïnvloed. Het is een groep van Libanon die Cedars heet en het
nummer ‘For Your Information’ is bijzonder hypnotiserend en catchy.
Ik vind het altijd interessant te luisteren naar mensen die in het
Engels zingen maar die taal niet als moedertaal hebben. Het geluid
dat gezongen wordt, krijgt zo een even groot belang als de woorden
zelf. Fantastisch.
enola: Ik veronderstel dat je de MTV Music Awards van gisteren
niet gevolgd hebt?
Ira: Ik wist zelfs niet dat die gisteren werden
uitgereikt.
enola: En je bent niet op je teen getrapt omdat je geen
uitnodiging kreeg?
Ira: Laat ons zeggen dat we het al gewoon geworden zijn. Elk jaar
wachten we op dat telefoontje, maar het mag niet zijn
(lacht).
enola: Hoe zijn jullie drie personages geworden in het
computerspel Worms 3D?
Ira: Zeg dat nog eens. Meen je dat?
enola: In de missie ‘Helter Skelter’ hebben de wormen Ira,
Georgia en James de worm Tom Courtenay ontvoerd. Ben je verrast dat
je een vijandige worm bent?
Ira: Man, dat wist ik niet! Zijn niet alle wormen vijandig? Ik
maak bij hen niet echt een onderscheid tussen goed en kwaad
(lacht). Wow, ik moet hier eens naar kijken. Ik ben
blijven steken bij Pacman, vrees ik.
enola: Heb je nog een laatste boodschap voor ons,
Nederlandstaligen?
Ira: Dit is duidelijk geen serieus bedoelde vraag, maar ik zal
ze toch serieus beantwoorden: zowel in interviews die ik geef als
in teksten die we schrijven, gaan we ervan uit dat wanneer iets
betekenisvol is voor ons, anderen daar wel iets voor zichzelf
zullen uithalen. Maar het proces van een specifieke boodschap over
te brengen, hoe dan ook, is altijd onnatuurlijk voor ons
geweest.
enola: Bedankt voor deze mooie boodschap!