Maandenlang weigerden ze interviews te geven aan een pers die steeds gekker werd van dat mysterieuze groepje uit Manchester. Vandaag heeft Wu Lyf al een jaar dat langverwachte debuut uit, en nu de rook om hun hoofd is verdwenen, wordt er gepraat. "We zochten helemaal geen mysterie, we waren gewoon nog niet kláár", zegt gitarist Evans Kati.
"Heel die hype kwam als een complete verrassing", zegt de gitarist, onderuitgezakt in een zetel van de Brusselse Botanique. "We hadden hoop en al twee songs geschreven, dus wij wilden helemaal geen interviews geven. We hadden wel iets beters te doen; meer nummers schrijven, bijvoorbeeld. Meer was er niet aan de hand. Nu hebben we zeeën van tijd, dus ja: nu kan het."
Maar zat er dan geen idee achter? Had frontman Ellery Roberts niet gezegd dat die aanvankelijke anonimiteit een bewust ingaan tegen het narcisme in de muziekindustrie was. "Klopt", zegt Kati, "maar niet zo bewust als jij in dat interview overkwam. Het was geen plechtig genomen beslissing, maar gewoon hoe ons buikgevoel ons stuurde. We gingen instinctief in tegen de gangbare tendensen. Dat lag meer in onze natuur."
Was het niet naïef, denken dat het zo kon werken in een overgemediatiseerde wereld? Uiteindelijk moest ook Burial enkele jaren geleden toch zijn zo gekoesterde identiteit vrijgeven. "Geen idee. Ik weet weinig over hem. Nu, het hoefde voor ons ook niet te blijven duren. We waren niet van plan om ons te blijven verbergen in de schaduwen. Zo erg is het niet om mee te spelen in dit spel — want dat is de muziekindustrie uiteindelijk; een spel. We zijn ons er van bewust nu dat we moeten meedraaien in dat systeem. Zonder onze principes te verloochenen."
"Het was ridicuul, hoe mensen al bij ons derde optreden vanuit Londen naar Manchester afzakten om ons te zien spelen. Maar ik snap het wel. De muziekscene in Engeland stelt de laatste jaren niets meer voor. Ik heb het gevoel dat het hoogtepunt voor Groot-Brittannië de eighties waren. In de nineties is alles na Blur stilgevallen. Sindsdien ging het bergaf, en had je enkel nog die Libertines – Arctic Monkeysvibe. Maar sindsdien? iedereen wil als hen klinken, er is geen creativiteit meer."
"Dus ja, toen muziekfans hoorden dat wij nogal origineel waren, sprong iedereen er op. Vijf of zes maanden lang gaven we elke maand een optreden voor onze vrienden in een klein café, en tegen de laatste twee zat het vol industriemensen die wilden checken of ze ons konden tekenen. Het interesseerde ons niet. We waren te jong om ons daar mee bezig te houden. We speelden voor onze vrienden, dat was het punt. Al die wijnnippende kinstrijkers… dat was gewoon vreemd. Geoff Travis van Rough Trade was er zelfs al op het derde optreden. Het shockeerde ons: ’wie is die oude vent?’. Wisten wij veel. We were nobodys, we hadden gewoon een handvol songs. Toen daagde het ons wel dat er misschien wel iets in zat."
Dat moet het zelfvertrouwen van de groep een kick hebben gegeven. Kati lacht betekenisvol. "Ja, behalve dat we totaal niet wisten wie Travis precies was. Pas later heb ik vernomen dat hij ook de man is die The Strokes heeft ontdekt. Maar neen, we zijn niet het soort rocksterren dat rap van hun melk is door zo’n dingen. We hebben ook in het Sidney Opera House opgetreden, en we hebben dat ons nooit naar het hoofd laten stijgen. We doen het niet voor persoonlijke roem."
We vragen of hij zich nog het eerste moment kan herinneren dat de stukjes op zijn plaats vielen. Dat hij wist: dit wordt ons geluid, hier gaan we mee door? "Gaandeweg. Joe Manning (drummer, mvs) en ik zijn samen beginnen spelen toen we dertien waren; dat klonk toen heel noisy, een beetje als The Birthday Party. Ellery kwam er vervolgens bij op bas, en ging op ons aandringen zingen. En nadat Tommy er bij kwam, ontwikkelde het zich vanzelf. We hebben allemaal een nogal verschillende smaak en samengebracht klinkt dat als iets dat helemaal van ons is."
"We hebben Go Tell Fire To The Mountain opgenomen in een kerk. Dat wilden we. We hadden onze eerste EP in een studio in Leeds opgenomen, en dat vonden we maar niets. De atmosfeer beviel ons niet. erg deprimerend. Een lege kerk, helemaal voor onszelf, leek ons veel beter. en dat bleek ook zo, het was heel inspirerend. Ik denk dat het ook goed werkt voor het soort album dat we gemaakt hebben, maar het was een moeilijke operatie."
"We gaan het niet opnieuw doen, dat ben ik wel zeker. Daarvoor was het veel te ingewikkeld om de akoestiek goed te krijgen. We hebben er lang over gedaan voor alle instrumenten goed stonden. De productie hebben we grotendeels in Joe’s slaapkamer gedaan, maar uiteindelijk hebben we toch iemand onder de arm genomen. We zaten met zoveel echo dat we de hulp van Paul Savage (Aereogramme, Franz Ferdinand, Mogwai), die de uiteindelijke mix heeft gemaakt."
Er zat ook een soort verhaal in de plaat? "ja, Ellery had zoiets in gedachten; als een aaneenschakeling van filmscenes over een zoon en een vader. Enfin, zo zag hij het, maar ik denk niet dat je het zo letterlijk moet nemen. ’t Is niet zo rechtdoorzee als een plot. Je haalt er uit wat je wil. De muziek is daar los van geschreven trouwens, het draait daar niet echt om, maar om escapisme. "
"Uiteindelijk maken we muziek om te ontsnappen aan waar wij mee bezig waren. We wilden reizen, dingen doen. We hadden onszelf kunnen vastzetten, door naar de unief te gaan, net als onze vrienden. Vraag me niet waarom, maar het trok me niet aan. Ik had geen zin in dat vastgelegde schema: universiteit, je studieschulden afbetalen, … neen dank u. Ik ben altijd creatiever dan dat geweest.Ik zou normaal in Brighton filosofie gaan volgen. Ik was ingeschreven, maar toen ging alles goed lopen voor de band. Blij dat ik het een jaar heb uitgesteld. eigenlijk had ik er nu moeten zitten,m aar het is er weer niet van gekomen. Hé, dit is ook ok!" (lacht)
"We zijn ambitieus nu. Die eerste plaat was erg rauw, geconcentreerd rond vier kerninstrumenten. Nu willen we uitbreiden; songs met saxofoon zijn een idee, xylofonen, een klarinet,.. Het moet breder gaan. Het zal moeilijk worden om dat live te brengen met al die instrumenten. (lacht) We hebben zo’n zes-zeven ideeën en nu willen we iets maken waar we trots op kunnen zijn. De eerste plaat was zo’n rush. We zijn er trots op, maar als ik er nu naar luister… we hadden er langer aan kunnen werken. ’t is allemaal nogal fonetisch en snel. We gaan het trager doen de volgende keer."
Wie ze in hun hoofd hebben als producer? Een lachje. "Ik weet niet of ik dat mag zeggen, eigenlijk. We hebben net een shortlist opgesteld. Sonic Boom (van Spacemen 3) zou geweldig zijn. Ik kijk enorm naar hem op. Ook Mark Kramer, die veel met Galaxy 500 heeft gewerkt, staat er op. Hij is legendarisch. Maar ik denk dat we met een Engelse producer gaan eindigen. Het is moeilijk communiceren met Amerikanen."
Zelf dachten we spontaan aan Steve Albini. "Vind ik geweldig, maar dat zou te vanzelfsprekend zijn. Niet dat het geen geweldige zet zou zin. Maar ik zie ons echter eerder als een popgerichte band, en… wel, ik denk dat hij ons zou haten, eigenlijk. ’t Is zo’n hard rocking guy. De dingen die hij gemixt heeft, zoals Jesus Lizard, zijn wat donkerder dan wat wij doen. Wij houden het eenvoudiger, en opgewekter. Ik was ook aan het denken aan Tim Friese-Greene, die de laatste platen van Talk Talk heeft geproducet, maar ik weet niet eens of hij zo’n dingen nog doet eigenlijk. Ik zou hem vooral nemen omdat hij ook muzikant is, dus hij zou ook op dat vlak iets kunnen toevoegen."
Tot slot: in de videoclip voor Dirt zet de groep beelden van rellen tegenover dat refrein "World unite now, love you forever". Was dat een tegenstelling die ze zochten? "Eerder een reactie op alle geweld in de wereld. Wij proberen meer een vredevolle manier van leven te promoten. blij zijn met de kleine dingen, in plaats van al die stompzinnigheid. Ook in onze thuisstad Manchester waren er vorige zomer rellen. En ik begrijp wel hoe het zover is kunnen komen. Verveling is één reden. De lagere klassen zijn in Engeland een pak slechter af dan in een groot deel van Europa, meer verstoken van dingen."
"Er zijn overal armen, maar bij ons zijn die een pak gewelddadiger. Dat is hoe ze zijn grootgebracht. Ik weet niet waarom. Maar wat er precies is gebeurd, daar kan ik de vinger niet op leggen. Het enige dat ze deden, uiteindelijk, was inbreken in winkels en dingen als een Nike sportschoen stelen. Het was geen revolutie, het waren gewoon boeven. En ik begrijp ze, want ze hebben niets anders te doen. Ze worstelen elke dag om boven te blijven."