Net wanneer de hele punkfunkgekte van begin vorig decennium is vergeten, en je aan je neefje moet uitleggen waarom The Rapture zo geweldig was, staat die band er plots opnieuw met In The Grace Of Your Love, een bijzonder positief album. En dat is wat onverwacht, want vijf jaar na Pieces Of The People We Love was het laatste dat we hoorden dat bassist Mattie Safer was vertrokken. “Nu beseffen we dat we nooit zullen verdwijnen als we dat zelf niet willen”, zegt een gelouterde Luke Jenner.
“Wat we in die tussentijd gedaan hebben? Geleefd, en da’s belangrijker dan muziek”, zegt Jenner. “Als je niets hebt om over te schrijven, moet je ook niet schrijven. We hebben onze problemen gehad: ik ben eerst even uit de band gestapt, en toen ik terug was, vertrok Mattie… We wisten niet meer hoe we als groep werkten. Maar in onze ogen zijn we nooit opgehouden met te bestaan; we waren altijd wel bezig. ’t Is niet alsof ik vier jaar lang melkboer was. We hadden zelfs een plaat opgenomen, maar toen Mattie zijn biezen pakte, hebben we alles overboord gegooid, en zijn we opnieuw begonnen. We hebben dus twee platen gemaakt, we hebben de eerste alleen niet uitgebracht. Houdt dat steek?”
Afstand nemen
“Vijf jaar geleden heeft mijn moeder zelfmoord gepleegd, werd mijn zoontje geboren, en wist ik plots niet meer hoe dat nu eigenlijk moest: een goeie echtgenoot en ook nog vader zijn. Mijn ouders waren niet bepaald het voorbeeld van een gezonde relatie, dus ik had er eigenlijk geen idee van wat van mij verwacht werd. Ik deed mijn best om volwassen te worden, en dat was op dat moment oneindig veel belangrijker. Uiteindelijk kan het mijn zoontje geen bal schelen dat ik een rockster ben; ik moet voor hem gewoon een goeie papa zijn. Al komt hij graag mee naar repetities. Dan vraagt hij ons ‘speel dat liedje over Star Wars‘ of ‘over dinosaurussen’. En welk nummer we dan ook inzetten, in zijn hoofd gaat het daarover, en zingt hij mee met zijn eigen woorden.” (lacht)
“Maar ik moest dus even afstand nemen van The Rapture. Ik was mijn hoofd verloren, en moest opnieuw leren dat het alleen maar om de muziek ging. Toen ons debuut Echoes uitkwam, waren we heel bang dat we snel weer zouden verliezen wat we bereikt hadden. Daarom was Pieces Of The People We Love, onze tweede plaat, zo belangrijk, zelf al werd ze minder goed onthaald: het deed ons beseffen dat we nooit zouden verdwijnen, dat zolang ik wilde dat The Rapture bestond, het er zou zijn. Misschien niet langer cultureel relevant zoals ten tijde van “House Of Jealous Lovers”, maar dat was ook nooit de bedoeling. We wilden gewoon ons ding doen, en da’s eigenlijk pretty indie. Stephen Malkmus of Sonic Youth deden ook maar wat hen te binnen viel, zonder zich van iets of iemand aan te trekken. Ik denk dat dat een mooie gedachte is om vast te houden; dat niemand je ooit kan tegenhouden muziek uit te brengen. Ergens komen we altijd bij dat idee terug; daar draait het om, en nergens anders.”
“Hoe ik het zie, is dat we al onze kracht hadden weggeven aan het grote management dat we hadden. Ik verloor mezelf daardoor. Ik werd bang, en kreeg het gevoel dat iemand me naar het volgende level ging moeten optillen, dat ik dat zelf niet zou kunnen. Zo gaat het immers altijd in indierock: er is een label dat je muziek uitbrengt, dat bepaalt hoe cool men je vindt, je gaat touren… en altijd is er iemand die bepaalt wie of wat je bent. En we zijn zo aan de top van de voedselketen geraakt, bij Justin Timberlake en Timbaland… We hadden zelfs het zelfde management als U2… Hoger kon niet, dus we moesten dat achterlaten, en door de onzichtbare muur gaan: we moesten leren onszelf te vertrouwen. We moesten beseffen dat het niet is omdat iemand U2 managet dat hij weet wat het beste voor ons is.”
“Dat was voor mij het pijnlijkste aan Pieces Of The People We Love: een evenwicht vinden tussen onze authenticiteit, en dat idee loslaten, aangezien we toch gecompromitteerd op een major label zaten. Het maken van In The Grace Of Your Love was bijna letterlijk een terugkeren op onze stappen, en besluiten om zonder terughoudendheid gewoon onszelf te zijn. Wat de gevolgen ook zouden zijn. Het was goed dat punkfunk ondertussen van de radar was verdwenen. Zo konden we vrij bewegen.”
“Uiteindelijk heeft dat genre ons nooit echt geïnteresseerd. Wij maakten gewoon de muziek die wij wilden maken, toevallig een mix van dance en rock die redelijk uniek was. “House Of Jealous Lovers” was een geluid dat voordien niet bestond. Meer wilde ik niet. Mijn vrouw vraagt het me soms wel eens waarom ik niet langer ambitieus ben en het helemaal wil maken. Maar daar ging het nooit om. Ik heb nooit beroemd willen zijn. Ik ben gefascineerd door de muziekgeschiedenis, en ik wilde daarin mijn sporen nalaten. En dat is gebeurd. Als iemand binnen tien jaar een documentaire over de jaren nul van de 21ste eeuw zal maken, dan zal daar een dertig secondefragment van “House Of Jealous Lovers” in zitten. Dat is binnen; I’m good, I can check out. Mijn ultieme doel waarom ik muziek ging spelen, is bereikt.”
Geen slachtoffer meer
“Natuurlijk zijn er op artistiek vlak nog ambities. Ik vind In The Grace Of Our Love een veel meer afgewerkte plaat dan Echoes, dat ook ambitieus was, maar tegelijk ook angstig was om buiten de lijntjes te kleuren. Deze keer wilde ik vooral iets positiefs maken. De zelfmoord van mijn moeder, en de geboorte van mijn zoon in dezelfde periode, hebben me vooral aangezet de lijn van mijn ouders niet te willen doorzetten: haar moeder had immers ook zelfmoord gepleegd, en aan mijn vaderszijde is het één en al drugsverslaving en psychische problemen. Samengevat stam ik uit een geslacht van dieven en leugenaars, zelfs al waren sommigen van hen aardige mensen. Ik ben zelf ook niet altijd proper geweest, en ik wilde komaf maken met het idee dat ik niet verantwoordelijk was voor mijn eigen daden. Ik wilde geen slachtoffer meer zijn; daar gaat In The Grace Of Your Love over. ’t Is een poging om met opzet positief te zijn.”
“Het start uiteindelijk allemaal met liefde voor muziek — als ik die ooit kwijtraak, heb ik een serieus probleem — en ik zocht waar ik die positieve vibes kon vinden. Uiteindelijk: ik ben opgegroeid met grunge en punk en heel die nihilistische vibe daarrond. Ik moest voorbij dat punt gaan zoeken, waar in de muziekgeschiedenis ik vreugdevolle muziek kon vinden om daar inspiratie te vinden: soul en gospel. Ik had ook het gevoel dat ik zo bewust leentjebuur kon spelen, omdat ik geloof dat je de artiest niet kunt vernietigen. Eén van de redenen dat ik altijd van Screamadelica heb gehouden, is de manier waarop Bobby Gillespie altijd staande hield in interviews dat je jezelf als kunstenaar niet kunt verwoesten: wat je ook doet, het zal altijd als jou klinken. Zelfs als we gospelmuziek maken, zal het als ons klinken.”
“Happy people have no stories? Geen last van gehad als het op teksten aankwam. Wat mij betreft is het paradigma van de lijdende artiest een jammerlijke mythe. Voor mij is het belangrijk om een goeie vader, en een goeie echtgenoot te zijn, en ik ben lang op zoek gegaan naar een mentor die me dat kon leren. Niemand gevonden, dus ik moest me er bij neerleggen dat ik dat zelf zou moeten doen. Dat was een missie op zich. En natuurlijk is dat op zich opgroeien: uitvinden dat je een volwassene bent en dat er niemand meer is die je kan vertellen hoe je je leven moet leiden. Mijn moeders dood was daar zeker essentieel in. Als een ouder sterft, dan brengt dat jou op het speelbord: jij bent de volgende die er aan gaat. Het spel zit op de wagen, je kunt het maar beter spelen dan. Dat is een soort geschenk dat de dood je geeft. Het is aan de pijnlijke kant, maar tegelijk geeft het je een soort onbevreesdheid: fuck it, let’s just do this. Wat je wil doen, vat de stier bij de horens.”
“Daarom heb ik een oude foto van mijn vader als hoesafbeelding gebruikt op In The Grace Of Your Love. Dat vond ik heel belangrijk, na de dood van mijn moeder. Ik heb geen goeie relatie met mijn vader gehad. Nu is het beter, maar we hebben drie jaar lang zelfs niet gepraat. Ik wilde hem erkennen nu hij nog leeft. Dat betekent veel voor me. Ik heb mijn moeder niet kunnen zeggen dat ik haar graag zag voor ze stierf, en dat vind ik moeilijk te slikken. Deze kans om mijn vader te eren, los van al onze conflicten, vond ik symbolisch heel belangrijk. Je houdt van je ouders of je dat nu wil of niet; dat heb ik nu wel geleerd. Hij is er wel blij mee, trouwens: gisteren belde hij me nog op om te vragen hoe hij vijftig exemplaren kon krijgen om aan al zijn kennissen cadeau te doen.”
Rite de passage
“De plaat uitbrengen op DFA, het label van onze vrienden die we ooit in de steek hadden gelaten voor het grote geld van Universal, was niet gemakkelijk. Ik had op persoonlijk vlak wel wat goed te maken met James (Murphy, platenbaas van DFA en man achter LCD Soundsystem, mvs) en Tim (Goldsworthy, de andere DFA-baas, mvs). Ik voelde dat ik me eerst en vooral moest excuseren voor mijn gedrag toen we bij hen vertrokken. Uiteindelijk waren ze al zowat mijn muzikale familie voor ze een label starten, en ik heb het gevoel dat ik iets was verloren toen we die overstap maakten.”
“Er moest iets hersteld worden, of we nu onze plaat bij hen zouden uitbrengen of niet. Dat was erg belangrijk. Maar nog van groter belang was dat we de opnames zelf hebben bekostigd. Pas daarna zijn we gaan kijken waar we ze konden uitbrengen. Uiteindelijk werd dat vrij vanzelfsprekend DFA, maar toch vind ik het goed dat we daar zijn weggeweest. We zaten te dicht op elkaars huid, waardoor we geen ruimte kregen. Ik denk dat dit niet had kunnen werken als we niet eerst jaren elders hadden gezeten.”
“Het was trouwens James die me vertelde dat ik terug naar The Rapture moest. Ik was met hem gaan praten, omdat ik al langer demo’s aan het maken was voor een soloplaat, en ik wilde weten of hij die wilde producen. Hij weigerde. ‘Ga terug naar je band’, zei hij: ‘jij hebt die opgericht, ’t is jouw band.’ Dat kwam nogal onverwacht, en het was niet echt iets wat ik wilde horen. Ik zie hem niet vaak, maar hij is er altijd wel ergens als het nodig is. Maar neen, hij kon niet de mentor zijn die ik zocht. Daarvoor is hij teveel verwikkeld in zijn eigen trip. Hij heeft het zelf niet allemaal op een rijtje, heeft zelf genoeg neuroses en onrust. ’t Is een behoorlijk complexe mens hoor; heeft altijd 57 projecten tegelijk gaande. James leren kennen indertijd, maakte me zelfs wat bang. Ik ben er nogal goed in om chaos te scheppen om daarin orde te kunnen scheppen, en het laatste wat ik dan nodig heb, is iemand die nog meer hyper is. Het maakte me ongemakkelijk. Ik moest daar van weg, zodat ik kon leren leven.”
“We gaan nooit meer een groep zijn die klaar is om de wereld te veroveren. Dat moet niet meer. Ooit voelden we ons wél zo. Op het moment dat we een bepaald soort roem hadden verworven, was het de logische vraag: ‘wat is de volgende stap? Ah, de wereld veroveren!’ Het leek een plezante uitdaging, maar dat was het niet. Ach ja, we zijn niet de eerste groep die door zo’n fase moet voor het echt goed kan gaan. ’t Is bijna een rite de passage: een beetje door vuur springen of zo.” (lacht)