Na het beluisteren van deze opvolger van het titelloze debuut uit 2009 weten we het zeker: de teletijdmachine van professor Barabas bestaat wel degelijk. En katapulteerde ons zonder pardon terug naar het jaar 1977.
In dat jaar teisterde Vader Abraham de oren met “Het Smurfenlied” en waren Abba’s “Knowing Me, Knowing You” en Queens ”We Are The Champions” niet uit de ether weg te slaan. Niet dat er toen helemaal niets te beleven viel, integendeel. In New York bijvoorbeeld opende Steve Rubell een nachtclub. En wat voor een. Michael Jackson, Salvador Dali, Mick Jagger en Jerry Hall stonden tijdens de openingsavond van Studio 54 te drummen om onder de discolichten te mogen glinsteren. Vanzelfsprekend was dat niet: zo werden Ol’ Blue Eyes Frank Sinatra en Diane Keaton vriendelijk verzocht een ander feestje op te zoeken. Maar ook dichter bij huis viel er plezier te rapen. In de dorpjes Torhout en Werchter organiseerde Herman Schueremans voor de derde keer een festival dat door de Britse bluesband Dr. Feelgood afgesloten werd.
Van cokesnuivende en extatisch kirrende fotomodellen naar in modder ploeterende nozems: op die reis neemt Form&Control de luisteraar mee. Het New Yorkse achttal brengt namelijk een mash-up van pop à la Fleetwood Mac ( ten tijde van Rumours ), Boney M- achtige disco, funk, soul, elektro en psychedelische rock. Het resultaat van die mix klinkt niet altijd bijster origineel, maar dat kan de pret niet drukken.
Toch niet tijdens het in een spandex topje en hotpants gehulde “Following”. Het door een strakke drumbeat en conga’s aangedreven ritme, de vintage synths en een spaarzame maar zwoele bas maken er een spacedisco-trip van die niet had misstaan op MGMT ’s Oracular Spectacular. “Come and join us“ luidt de door een vocoder gejaagde uitnodiging, die we graag aannemen. Want ook “The Right One” is met een funky gitaarlick, het repetitieve ritme en uiterst effectieve oohoo’s en aahaa’s een ware floorfiller die menige booties zal doen shaken. “The Written Word” jaagt ons daarna evenwel van de dansvloer af. Erger nog: we vallen erbij op onze stoel in slaap. Daniel Collas en co hinkten hier op twee gedachten: wordt het een Fleetwood Macpastiche of apen we Sly And The Family Stone na? Het resultaat is mossel noch vis en blij zijn we als we eindelijk die verdomde skiptoets hebben gevonden, zodat we ook komaf kunnen maken met “The Unknown Faces at Father James Park”.
Form&Control dreigt als een kaassouflé in elkaar te zakken, maar gelukkig zijn er nog “Give” en “Shake”, waarin een zwoel zingende Laura Marin de Tom Tom Club en Funkadelic opnieuw naar de dansvloer lokt, waar die twee zich onder een ultraviolet reflecterende discobol met veel goesting tegen elkaar aanschurken. Die lijn houden onze Brooklynhipsters echter niet aan, en als ze zich ook nog eens aan seventiesrock wagen is dat met wisselend succes. We lopen dan ook met een boog om het titelnummer en “Afterglow” heen om dan tegen “Winter Falls” aan te knallen. De gebetenheid waarmee de song ingezet wordt, de nijdige gitaar, de vinnige ritmesectie en effectieve samenzang doen vermoeden dat The Phenomenal Handclap Band op zijn best de hierboven vermelde headliner van T&W anno ’77 het vuur aan de schenen had kunnen leggen. “All Clichés” bevestigt dat vermoeden echter niet: de titel spreekt voor zich.
Form&Control een fenomenaal album? Als de band wat meer zelfkritiek aan de dag had gelegd had het een goed album kunnen zijn. Nu krijgen we een halfbakken resultaat. De spreidstand tussen rock en dance doet de groep geen goed. Enkel aan te raden voor naar patchouli geurende nostalgici.