Thé Lau, de meest literaire van alle Nederrockgoden, doet het even op zijn eentje. Met de ‘God van Nederland’ schreef hij een plaat die de sfeer van zijn theatertournees verder zet. Geen nood: hij zoekt er deze zomer ook de festivals mee op, want de langspeler rockt uiteindelijk meer dan verwacht en ook bedoeld was.
Thé Lau: "De uiteindelijke plaat, is anders geworden dan wat ik in mijn hoofd had. Ik wilde iets als de derde American Recordingsplaat van Johny Cash. Daar komen geen drums of basgitaren aan te pas, en dat had ik ook voor ogen. Twee jaar geleden vertelde ik de band dat ik eens iets helemaal alleen wilde doen, mijn eigen ding. De jaren schrijden immers voort: als ik het nu niet deed, dan weet ik niet of ik het ooit nog zou gedaan hebben. Ik kocht dus zo’n harddiscdingetje en ben thuisopnames beginnen maken."
"Na een half jaar bevredigde die manier van werken mij niet meer. Ik had zeker drie nummers waar absoluut een drum bijhoorde. Dus heb ik het roer alsnog omgesmeten. Van het oude idee zijn uiteindelijk nog maar een paar nummers overgebleven."
enola: Uit interviews na de zomer sprak vooral onduidelijkheid: ging de nieuwe plaat nu een plaat van The Scene of een soloplaat worden?
Lau: "Ik heb het songmateriaal aan de band aangeboden: deze zomer beleefden we een spectaculaire heropleving in termen van publieksrespons, maar we kwamen er niet uit voor de plaat, de band vond de meeste nummers te erg op het theater gericht. Mijn weerwoord was dat ik het net eens in de omgekeerde richting wilde proberen. Als ik van The Scene-nummers theaternummers kon maken, waarom zou ik dat omgekeerd ook niet kunnen? Maar in feite was het toen al te laat: als een band die zo lang loopt als The Scene een plaat gaat maken, dan moet er tweehonderd procent unanimiteit onder liggen. Anders lukt het niet meer: je moet de gretigheid zien te vinden die achter je eerste plaat zat. Er moest het enthousiasme inzitten dat ik hoorde op Californication of in de eerste twee nummers van All that you can’t leave behind."
enola: Je zei ooit dat je met The Scene door een zelfde periode bent gegaan als de Red Hot Chili Peppers. Wat moet ik mij daarbij voorstellen?
Lau: "Een band heeft een soort geschiedenis, het is een familie. En je kan de verhalen van al die families vaak naast elkaar leggen: het begint met ploeteren en er zijn een hoop bezettingswisselingen, dan komt plots het succes en de impact is natuurlijk enorm. Maar onvermijdelijk voor elke band komt de terugslag, waar alle bands verschillend op reageren. Ze reageren nooit goed natuurlijk (lacht), want het is gewoon niet leuk. Ik heb er altijd voor gewaarschuwd, dat die terugslag ging komen. Ten tijde van Blauw kon het niet op, het was een compleet gekkenhuis en toen al waarschuwde ik dat dat niet de status quo zou blijven tot het einde van onze dagen."
"En dan begon het inderdaad slecht te lopen en iedereen reageerde daar anders op. Iedereen, en misschien zelfs ik, was mijn waarschuwing vergeten. Het is een soort golfbeweging: als het omhoog gaat, komt het onvermijdelijk ook weer naar beneden."
"Vier jaar geleden namen we Marlène op. Een plaat die vooral in de Nederlandse pers bejubeld werd als de beste die we ooit gemaakt hadden. Alleen hadden we het probleem dat de platenmaatschappij midden in een fusie zat met als gevolg dat ze wel renden voor Marco Borsato, maar niet voor iets waar zo hard aan gewerkt moest worden als weer een The Scene-cd waar misschien weer geen single op stond. Dat heeft de band, maar ook Marlène geen goed gedaan."
"De aanloop naar die plaat was een nachtmerrie geweest en had zelfs geleid tot een bezettingswisseling. Maar toen we in de studio die plaat begonnen op te nemen kwam het plots tot leven. ‘Dit gaat goed’, dacht ik. Het voelde allemaal heel erg goed aan. Tot het moment waarop de plaat uitkwam, toen wisten we dat het fout zou gaan."
enola: Wat betreft de promotie?
Lau: "Ja. Ik kan in één zin samenvatten wat er gedaan werd qua promotie: alles wat geld koste werd geschrapt. Dus geen posters, geen videoclip — niet dat wij zo hard zitten te wachten op een videoclip — en, domme pech maar misschien ook noodlot, de mensen die het project om zeep hebben geholpen waren een maand of vier later allemaal ontslagen. Een tijd later belde de nieuwe A&R-manager en zei dat hij begreep dat ik woedend was. Dat was nog zacht uitgedrukt, vertelde ik hem. Hij begreep het helemaal en gaf mij over de hele lijn gelijk."
"Of we konden praten? Natuurlijk wilde ik praten en het werd één van de beste gesprekken die ik ooit met een A&R-manager heb gevoerd. Het kwam er op neer dat hij zei: ‘Dit nummer — "Wondermooi" — is eigenlijk de single.’ Ja, maar de opname was mislukt. Dat hoorde hij wel maar hij vroeg zich af of er iets aan kon gedaan worden? Dus hebben we het nummer opnieuw opgenomen. En bijna was het allemaal nog goed gekomen ook. Die man had er moeten zitten toen de plaat uitkwam."
enola: De band maakte je na Marlène duidelijk dat ze de volgende keer iets meer wilde rocken, dat de concerten naar hun zin te zacht waren geworden?
Lau: "Dat is ook een tijd het probleem geweest. In Nederland speelden we op een gegeven moment enkel nog in iets dat ‘feesttenten’ heet. In België hebben we nog nooit in zoiets gespeeld, hoewel mij is verzekerd dat ze ook hier bestaan. Je wordt er hoe langer hoe slechter omdat het kabaal waarin je moet spelen zo groot is — je staat voor tweeduizend brullende varkensfokkers bij wijze van spreken — dat je harder en harder gaat spelen. Uiteindelijk hoorde je links op het podium niet meer wat er rechts op het podium werd gespeeld. Na het horen van een knettervalse opname van zo’n concert, ben ik naar Eus (Van Someren, gitarist) getrokken en heb hem gezegd dat het zo niet verder meer kon. We moesten anders gaan optreden. ‘Wat moet er dan veranderen’, vroeg hij me. We moesten beter worden: we begonnen te experimenteren met akoestische stukjes in de set. Dat was niet goed, maar het leidde er uiteindelijk wel toe dat we uit onze vergissingen lessen trokken. Het resultaat was deze zomer de beste Scene die er ooit geweest is."
enola: Hoe raakte Sarah Bettens betrokken bij "Onder aan de dijk"?
Lau: "Toen het nummer klaar was, hoorde ik onmiddellijk dat het zich enorm leende voor een duet. Sterker nog: het zou een beetje saai zijn als ik het alleen zou zingen. Aanvankelijk — dat was nog in de tijd dat het een volledig akoestische plaat zou worden — leek het leuk een Portugese zangeres te vragen. Bij het project was een Belg betrokken die nogal veel werkte met Dulce Pontes. Maar uiteindelijk kozen we haar toch maar niet. Dan overwogen we de zangeres van Madredeus. Als we dan toch die kant opgingen was Christina Branco echter het beste. En die kende ik vanwege een plaat waarop ze Portugese vertalingen van de gedichten van Slauerhof in een fado-bewerking zong. We zijn vertalingen gaan laten maken, maar ondertussen had de plaat de vorm gekregen die ze nu heeft en leek het geen goed idee meer om met een Portugese zangeres te gaan werken. Wie dan wel? We lieten allerlei zangeressen passeren. En dan had de keuze van de platenfirma er plots mee te maken."
"Tot mijn grote verbazing immers was er op de demo’s die ik zonder verwachtingen een beetje had rondgestuurd enorm veel reactie gekomen en kon ik plots kiezen tussen vijf labels. Twee vielen onmiddellijk af omdat ze niet in de periode konden releasen die ik voor ogen had. Bleven er drie over en ik besloot uiteindelijk om bij Sony te tekenen. Niet zo’n makkelijk besluit: het is natuurlijk een luxesituatie dat je kunt kiezen maar plots realiseer je je dat je neen moet zeggen tegen twee personen die je ook wel leuk vind. Maar goed, Sony dus, en dan vroeg ik mij af wie daar nog bijzat en viel de naam K’s Choice. Dat was een aha-erlebenis: dat we daar niet eerder aan gedacht hadden, de zangeres van een band in plaats van een solozangeres! De keus viel vooral op Sarah Bettens omdat haar stem en de mijne naar mijn aanvoelen erg goed bij elkaar kleuren. En zo is het ook: het is alsof het één geluid is op bepaalde momenten."
enola: Je hebt een tijdje aan de cocaïne gezeten. Een drug die ik moeilijk kan associëren met de muziek van The Scene.
Lau: "Tja, het rock ’n roll-leven is niet helemaal aan mij voorbijgegaan. Ik heb een jaar inderdaad vrij veel gebruikt en ik ben ermee gestopt omdat mijn dealer er mee stopte. Het is uiteindelijk niet zo’n heilzaam middel. Ik vond het toen wel prettig, omdat het mij over een bepaalde twijfel en onzekerheid, die ik vaak voelde, hielp. Toen ik ermee gestopt was zag ik dat bepaalde dingen die ik in die tijd geschreven had, iets kils en berekends in zich hadden."
"Maar ik hou nu eenmaal niet van blowen. Het ergste wat je dan kan hebben is een groep, waarvan de ene helft cocaïne gebruikt en de andere helft blowt. Het was een keiharde reden waarom er voor een optreden niet gebruikt mocht worden: je zult het maar meemaken dat de drummer net een paar trekjes heeft genomen en alles zo langzaam mogelijk wil spelen en de gitarist-zanger na een snuifje zes keer zo snel wil gaan."
enola: Madonna heeft jou in de jaren tachtig de ogen geopend, zei je ooit. Hoezo?
Lau: "Zij zag in, voor ik dat deed, dat je om een bepaalde creatieve prestatie te leveren ook een bepaald platform moet bereiken. Eerst is dat hier, dan is dat een stapje hoger. Ze had haar eerste plaat met John "Jellybean" Benitez gemaakt en die heeft ze er meteen uitgegooid toen de plaat een groot succes werd. Om met een andere producer te gaan werken voor de volgende. Toen ze haar vroegen waarom dat was, zei ze dat ze hem niet meer goed genoeg vond: hij had zijn werk gedaan en nu had ze iets beters nodig. Daar op doordenkend vond ik het ook wel kloppen voor ons: in Nederland heb je het jongerencentra-circuit met zaaltjes die te klein zijn om er ooit een massief geluid te kunnen ontwikkelen. Als je dan per ongeluk eens op een groot podium terechtkomt, produceer je een speelgoedgeluid. Ik besefte dat als we ooit een mooi breed rockgeluid wilden bereiken we op dié podia moesten raken en zo snel mogelijk weg uit die zaaltjes."
"Ik heb er toen de halve band uitgegooid. Omdat ik wist dat ik met hen op Rock Werchter niets te zoeken zou hebben. The Scene is pas groot kunnen worden door de mensen die er op dat moment inzaten. Net voor de release van Blauw hadden we bijvoorbeeld nog een wisseling van drummers. De drummer die op Rij rij rij meespeelde kwam me vertellen dat hij er mee stopte omdat hij er niet in geloofde. Hij werd vrachtwagenchauffeur."
"De drummer die in zijn plaats kwam was al wat succes gewoon met zijn vorig bandje en kon er dan ook mee om. Ik heb er jaren later nog aan zitten denken of dat nou niet zielig was. Maar neen: met die eerste had ik het gewoon niet gered. Zo kun je het ook bekijken."