Als een onschuldiger Arcade Fire dat vorm kreeg in de Noorse bossen; zo openbaarde Team Me
zich met To The Treeptops! drie jaar geleden aan de wereld. En toch kwam die opvolger er
niet vanzelf. Aan Blind As Night zou uiteindelijk een jaar lang gewerkt worden, in een chalet
op het platteland. “We gingen de klus zelf wel even klaren, maar we reden ons hopeloos vast”,
zucht frontman Marius Drogsås Hagen over een puike plaat die voor het eerst een echte groep laat
horen.
Er zijn gemakkelijkere dingen dan Marius Drogsås Hagen interviewen. Niet dat hij niet wil. Maar
wanneer ik hem bel, zegt enkel een bandje in het Noors iets onverstaanbaars. Een ander nummer
leidt naar een echte Noorse vrouw; maar ook zij kan me niet helpen. Uiteindelijk zal blijken dat zijn
gsm is gepikt en ik krijg hem pas een week later aan de lijn. Maar ook dan blijkt de frontman van het
zo uitbundige Team Me niet de ideale spraakwaterval. Bedachtzaam kauwt hij zijn woorden, offert
zelden meer dan wat gemeenplaatsen en slaat aan het hakkelen wanneer de vraag iets dieper wil
peilen. Maar Blind As Night, de opvolger van het extatisch debuut To The Treetops! –
– het geluid van een Steinerschool in de muziekklas op een gezinsverpakking Prozac — kwam er dan
ook niet vanzelf. Drogsås Hagen vroeg zich bij elke noot af wat zijn nieuw verworven publiek ervan
zou vinden en schreef zichzelf zo in een kramp. “Ik werd er gek van”, klinkt het aan de telefoon. “Ik
wilde mezelf zo hard niet herhalen, dat ik blokkeerde.”
Marius Drogsås Hagen:“Bij alles wat ik schreef stelde ik me de vraag of mensen het wel ok
zouden vinden. Niet of het zou verkopen, dat baarde me geen zorgen, maar ik wilde dat de fans er
blij mee zouden zijn. Pas gaandeweg ben ik gaan inzien dat ik mezelf moest vertrouwen en gewoon
schrijven wat ik voelde, maar dat kwam pas toen ik het punt bereikte waarop ik mezelf de vraag ging
stellen voor wie ik dit eigenlijk deed: voor mezelf of voor de fans? Mezelf dus. Voor de volgende
plaat ga ik dus terug naar de regel die ik hanteerde toen ik songs begon te schrijven: als iets me doet
lachen, dan is het een goed idee. Een beetje belachelijk is het pad dat ik moet volgen.”
enola: Dat je niet goed in je vel zat, is ook te merken aan de teksten. Had je ’t zo moeilijk dan,
nadat To The Treetops! een bescheiden succes werd in Noorwegen?
Drogsås Hagen: “We zijn twee jaar op tour geweest met die plaat. Elke avond dezelfde
songs spelen; dat zorgde ervoor dat ik ernaar uitkeek om opnieuw te kunnen schrijven, want je kunt
niet creatief zijn als je elke dag in een busje zit met een hoop anderen, samen slaapt,.. Dan heb je
de mogelijkheid niet om een nachtje te schrijven; dan hou je de rest wakker. Het was slopend, dus
ik keek ernaar uit om thuis te komen, maar ik zat daardoor niet goed in mijn vel. Vandaar de titel
Blind As Night: stommelend in het donker, niet weten waar je heen gaat of wat je zoekt.”
enola: Las je de afscheidsbrief van Avi Buffalo? Begrijp je waarom Avigdor Zahner-Isenberg er
liever mee ophoudt dan nog verder te moeten touren?
Drogsås Hagen: “Ja, en ik denk dat ik het begrijp. Ik ken hem niet persoonlijk, maar hij lijkt
me een fragiel persoon en dan moet je niet op tournee gaan. Het vraagt een apart soort mens om
dat bestaan aan te kunnen. Wij hebben ook moeten leren dat je niet elke avond dronken kunt zijn.
(lacht zenuwachtig) Dat gaan we deze keer niet doen. En verder is het ook belangrijk om voorzichtig
met elkaar om te gaan. Je leeft 24 uur per dag op elkaars lip, dan moet je een beetje uitkijken met
wat je zegt of doet. Maar deze tour hebben we een echte tourbus, wat ongeveer de hemel is voor
mij. Nu kan ik me eindelijk op mijn laptop wat amuseren zonder de anderen te storen. Voorlopig gaat
het geweldig, maar we zullen zien wat ik op Dag Zeventien zeg.” (lacht)
enola: Het gevolg was dat het een eeuwigheid heeft geduurd voor de nieuwe plaat er kwam:
maanden om de songs te schrijven en dan nog eens een klein jaar om ze op te nemen.
Drogsås Hagen: (zucht) “Ik heb belachelijk lang aan de songs geschreven: zeven maanden,
maar dat was best een aangename tijd. Ik verhuisde terug naar mijn hometown Elverum, een
gat in Nergenshuizen, kocht een piano en meteen ook een snorfiets waarmee ik ging cruisen en
ik ging vissen in de bossen rondom, terwijl ik naar Noorse black metal luisterde. Dat werkte heel
inspirerend. Ik schreef songs voor misschien wel drie platen, maar het opnemen van de tien voor
Blind As Night werd een worsteling op zich. We wilden onszelf niet herhalen, kwamen daarom
voortdurend terug op beslissingen en het werd een soep. (lachje) Daar kwam bij dat we besloten
hadden om de plaat zelf op te nemen, terwijl we daar eigenlijk niet zo gek veel van af wisten.
Uiteindelijk hebben we hulp gekregen van een vriend die wel de skills had en maar goed ook want
anders zaten we daar nog.”
enola: Je miste de strenge hand van een producer?
Drogsås Hagen: “Ik vrees het. We klopten onszelf op de borst dat we het wel zouden klaren,
maar uiteindelijk reden we ons vast. We namen zoveel laagjes op dat we niet meer wisten wat te
kiezen en hoe het ook goed te doen klinken. Stom. Vind je dat het meer klinkt als een groepsplaat?
Dat is fijn om horen, want zo moest het ook zijn. Op To The Treetops! deden de anderen niet
veel meer dan mijn songs begeleiden, nu hebben ze veel meer bijgedragen. Het geweldige brugje
in “Kick & Curse” is bedacht door Simen Sandbæk Skari (toetsenman, mvs) en het middelste deel
van “Are You Still In Love” is helemaal het werk van Simen Schikulski (bassist). Dat vind ik wel fijn,
want op die manier betekenen de songs ook meer voor hen.”
enola: Voor het eerst neemt ook iemand anders de lead vocal. “Steven” wordt helemaal
gezongen door Elida Inman Tjørve (toetsen).
Drogsås Hagen: “Dat nummer is letterlijk op drie minuten geschreven, toen we aan het
opnemen waren. We waren klaar met het werk van de dag, ik ging toch nog even achter dat crappy
orgeltje zitten en schreef ter plekke die melodie. Ik heb geprobeerd om het zelf te zingen, maar dat
klonk gewoon onnozel, dus vroeg ik Elida of zij wilde proberen en dat was meteen zo mooi!”
enola: Harde tekst wel, hoe je iemand met duidelijke problemen de mantel uitveegt, vind je niet?
Drogsås Hagen: (stottert) Yeah. Well, ja, het is hard hoe ik die persoon in dat nummer de
deur wijs, maar het gaat om iemand die geestesziek is. Ik wil er niet veel meer over kwijt, maar het
kan nogal stresserend en frustrerend zijn om er mee om te gaan. Het zorgt er al eens voor dat je je
een regelrechte lul voelt. ’t Is een duister nummer, ja, echt wel. (zucht) Neen, ik wil er echt niet te
veel over praten, als je ’t niet erg vindt. (ongemakkelijk lachje) Mensen mogen het interpreteren
zoals ze willen.”
enola: Uiteindelijk brachten jullie “F Is For Faker” bijna een jaar geleden als single uit. Was dat
nodig om een doorbraak te creëren?
Drogsås Hagen: “Absoluut. We waren ook oprecht bang dat mensen ons anders zouden
vergeten, omdat het zo lang duurde. Bovendien hadden we er zelf ook nood aan om van ons te
laten horen, want we zaten daar maar gefrustreerd te raken in de studio. ’t Bleek een goeie zet. De
enthousiaste reacties werkten heel inspirerend, voor een week of zo. (schatert) Het is inderdaad ook
een veel potiger nummer dan de fans van ons gewoon waren. We luisterden tijdens de opnames
veel naar Pinkerton van Weezer, een plaat die heel ruw klinkt, maar waar de songs toch zo
geweldig zijn dat ze erdoor schijnen. “F Is For Faker” klinkt niet als die band, maar het heeft diezelfde
kwaliteit.”
enola: “Riding My Bicycle ((from Feddersensgate 5A to Møllerveien 31))” legt opnieuw de
link met de plek waar je opgroeide, net als al jullie videoclips zich afspelen in de bossen rondom. Is je
hometown zo belangrijk?
Drogsås Hagen: “Echt wel. Het zou idioot zijn om te pretenderen dat we een band uit Oslo
zijn, want dat zijn we niet. Ik denk dat ik nauwelijks iemand kende in de hoofdstad voor we To
The Treetops uitbrachten. Nu denk ik er wel over om opnieuw naar daar te verhuizen, om er
met andere muzikanten te kunnen samenspelen en nieuwe projecten uit de grond te stampen.
Nu, wie weet bedenk ik me na zes maand en keer ik weer terug naar Elverum. Dat kan ook, maar
ik vond het inderdaad belangrijk dat we opnieuw een “Riding My Bicycle” schreven, net als “(From
Ragnvaldsbekken To Sorkedalen)” op To The Treetops!. Er is nog een derde luik, dat we
ooit zullen uitbrengen en dat zal het laatste fietsen zijn dat we doen. ’t Zijn allemaal plaatsen die
belangrijk zijn geweest voor me, waar ik opgroeide,… Zie het als muzikale ansichtkaarten uit mijn
jeugd. Yup, ik heb iets met mijn roots, maar bij gebrek aan geld voor een psycholoog moet ik het
maar in songs uitzoeken.” (lachje)
enola: Tot slot: hoe moeilijk is het eigenlijk om als niet-Angelsaksische band iets op te
bouwen in Europa?
Drogsås Hagen: (slaat weer aan het hakkelen) “Weet je… Dit… Daar gaat het niet om. Toen
we hiermee begonnen had niemand van ons verwachtingen, behalve dat we een paar optredens
zouden geven in Noorwegen. Niemand van ons dacht dat we mensen daarbuiten zouden bereiken,
maar plots tour je door Europa, sta je in Engeland en speel je in Japan… Dat was de bedoeling niet.
Ik denk dus dat de truc is dat we onze ambities altijd heel laag hebben gehouden. We hebben nooit
gedacht dat we het nieuwe Arcade Fire of de volgende Foo Fighters zouden worden. En dus zijn we
er nogal goed in om onszelf eraan te herinneren dat dit morgen allemaal gedaan kan zijn.”
enola: Ok, maar je staat wel ergens. Je gaat me niet vertellen dat je nu geen zin hebt om op die
weg verder te gaan.
Drogsås Hagen: “Natuurlijk wil ik dat, maar niet ten koste van alles. Ik heb van in het begin
gezegd dat ik er de stekker uit trek van het moment dat het niet meer leuk is en daar blijf ik bij. We
overleggen heel veel over hoe we de dingen aanpakken, dat we ’t op onze manier kunnen doen.
Het mag niet zo zijn dat we door iemand anders gecontroleerd worden en daarom hebben we onze
plaat zelf geproducet, daarom filmen we zelf onze clips en gaan we ook over het artwork. Als we
dat kunnen behouden terwijl we groeien en de wereld aftouren, dan is dat perfect. We kunnen
vanzelfsprekend niet alles in eigen handen houden en dus hebben we ondertussen wel een boeker
en een management, maar we hebben er voor gezorgd dat die heel erg mee zijn met hoe wij de
dingen zien. Je zult ons niet snel horen in een reclame voor Coca Cola of McDonalds.”
Team Me speelt op 20 februari in de Botanique in Brussel.